Arie Haan ziet dat de Ajax-spelers van nu het lastiger hebben om zich echt te kunnen focussen tijdens een gemiddelde Eredivisie-wedstrijd. De oud-Ajacied stelt dat het met name in de grote wedstrijden zit waar de Amsterdamse topclub het van moet hebben om boven zichzelf uit te kunnen stijgen.
In gesprek met De Telegraaf noemt de 73-jarige het 'toetjes': 'Dat zijn de Europese wedstrijden. In Europa krijg je de echte prikkel. Natuurlijk moet je in de competitie presteren. Maar in de jaren zeventig, toen we met Ajax in heel Europa domineerden, maakten we ons in de competitie niet zoveel zorgen of er iemand bij ons in de buurt stond. We letten destijds alleen op Feyenoord, dat kon het ons lastig maken. De kleintjes niet, aan het eind van het seizoen wisten we toch wel dat Ajax of Feyenoord kampioen werd.'
Ajax wisselvallig in Eredivisie, foutloos in Champions League
Ajax heeft de afgelopen twee duels in de Eredivisie doelpuntloos gelijkgespeeld, maar is nog foutloos in de Champions League. Haan denkt dan ook niet dat een team een heel seizoen, voornamelijk in de competitie goed kan spelen: 'Je ziet in elk land zelfs de grootste ploegen een dip krijgen ergens in het seizoen. De grootste spelers zelfs. Ik wist van mijzelf dat oktober en november nooit mijn sterkste maanden waren. Waarom? Geen idee. Daarna stond ik er weer. Het gebeurt gewoon dat je in de competitie dan wat minder piekt. Als je Europees tegen Benfica of Real Madrid speelt, breng je tussen die twee partijen niet hetzelfde tegen Heracles.'
De spelers van Ajax kunnen volgens Haan het team niet twintig duels achter elkaar dragen: 'Dat willen ze wel, want het zijn mannetjes. Iedereen wil in de krant staan met zijn grote kop. Ze beweren van niet, maar het is wel zo. Ze willen allemaal steeds wedstrijden beslissen. Maar het lukt niet één speler tien keer achter elkaar. Antony heeft een paar keer de show gestolen, Davy Klaassen heeft geweldige momenten gehad, Dusan Tadic pakte de schijnwerpers en Steven Berghuis heeft een paar heel goede wedstrijden gehad. Maar daarna was het weer weg.'
Haan ziet tevens een verandering in de speelwijze sinds de komst van Erik ten Hag: 'De trainer is meer met de nul bezig. De vraag is bij een ploeg als Ajax: hoe ga je het veld op? Ajax wil altijd winnen, dus begonnen wij met een instelling van: gauw de eerste goal zoeken, doorvoetballen om de tweede en derde te maken. Heel offensief. Nu hoor ik de coach praten over de restverdediging die steeds in orde moet zijn. Piet Keizer gaf me daarin ooit een wijze les: "als we te veel tegengoals incasseren, hebben we in die fases van aanvallen te veel mensen voor de bal gehad, Arie". We corrigeerden dat maar bleven wel aanvallen.'
Plaats reactie