'Na Liverpool - FC Barcelona dacht iedereen toch alles gehad te hebben', luidt de opening van de column van Valentijn Driessen in De Telegraaf. Een zin die misschien wel de waanzin van de wedstrijd tussen Ajax en Tottenham Hotspur (2-3) van woensdagavond perfect weergeeft.
'Uitschakeling voor de finale op 1 juni in Madrid. Daar hield niemand rekening meer mee met nog 45 minuten te spelen in de Johan Cruijff ArenA na een feitelijke 3-0 tussenstand voor de Amsterdammers', schrijft Driessen. 'Dat de inmiddels gelouterde Europese ploeg van Erik ten Hag daarna toch in een helft drie doelpunten zou incasseren van Lucas Moura was bijna buitenaards. Met de laatste in de 95e minuut, de laatste minuut in blessuretijd. De hulp van de kolkende ArenA ten spijt.'
En toch verdient Ajax de complimenten, vindt de journalist. Van al die rijke clubs is de ploeg van Erik ten Hag één van de vier die het heeft geschopt tot de halve finale van de Champions League, het toernooi dat niet voor niets het miljardenbal wordt genoemd. 'Geheel volgens de filosofie van de club met zelfopgeleide spelers uit de jeugdopleiding en het aankopen van spelers, die niet voorhanden zijn. Dit behelst het plan Cruijff, het plan waarvoor in 2010 een revolutie nodig was om iedereen in Amsterdam het te laten omarmen.'
De Amsterdammers moeten zich herpakken, want de landstitel heeft het nog in eigen hand. 'De enorme dreun moet daarom snel opzij gezet worden om voor het eerst sinds vier jaar weer kampioen van Nederland te worden. Want dat was samen met het Europa-proof maken van Ajax, de tweede opdracht die trainer Erik ten Hag meekreeg: het kampioenschap moet terug naar Amsterdam.'
Plaats reactie