Als over enkele jaren uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde levensverwachting in Amsterdam en omstreken significant achter is gaan lopen op die van de rest van Nederland, kan men het onderzoek naar de oorzaak waarschijnlijk het best starten in de periode tussen februari en mei 2022. Tel het aantal levensjaren dat Ajax-fans sinds Willem II – Ajax collectief gesleten hebben bij elkaar op en je komt ongetwijfeld uit op een duizelingwekkend getal.
De ruime, comfortabele overwinningen zijn er al ruim twee maanden niet meer bij. Het aantal wedstrijden dat Ajax sinds de 5-0 thuisoverwinning op FC Twente voor de tachtigste minuut gevoelsmatig in zijn voordeel heeft beslist, staat op nul. Des te fijner zou het zijn om zaterdag thuis tegen PEC Zwolle eindelijk weer eens eenvoudig te winnen. Een zorgeloos avondje Ajax, waarbij het potentieel missen van een doelpunt bij het bier halen je grootste zorg is. Zo’n avondje kan elke Ajacied momenteel goed gebruiken.
Toch lijkt er voor het restant van dit seizoen niet meer in te zitten dan de zwaarbevochten, zenuwslopende zeges waar we er de afgelopen weken zoveel van gezien hebben. Met de wedstrijd tegen PEC Zwolle in aantocht doet dat me terugdenken aan het seizoen 2018/19. Niet iedereen zal het zich nog even scherp voor de geest kunnen halen, maar zo’n zwaarbevochten zege boekte Ajax in maart van dat seizoen ook op de tegenstander van zaterdagavond.
Het duel zelf keek ik noodgedwongen op mijn telefoon. Ik had afgesproken om bij een maat te gaan kijken, maar zoals gewoonlijk werkte het openbaar vervoer niet bepaald mee. Zodoende stapte ik in de nasleep van de avondspits in de tram en probeerde ik, tijdens wat gerust een redelijk tumultueuze rit genoemd mag worden, de wedstrijd zo goed mogelijk te volgen.
Ik zag Ajax ploeteren op een manier die we de afgelopen maanden al te vaak gezien hebben, maar ook in 2018/19 helaas geen zeldzaamheid was. Groot verschil was wel dat de goede en slechte wedstrijden elkaar dat seizoen meer afwisselden en Ajax het ook in de slechte wedstrijden niet zo vaak op de absolute slotfase liet aankomen. Tegen PEC Zwolle was dat anders. Nadat Dusan Tadic Ajax na ruim een half uur toch op voorsprong had gezet, kabbelde het Amsterdamse spel enigszins doelloos voort en wist de ploeg van Erik ten Hag het karwei maar niet af te maken.
Nog altijd gekluisterd aan mijn telefoon, stapte ik de tram uit toen deze bij mijn halte stopte en belde ik even verderop aan bij de maat met wie ik de wedstrijd zou kijken. Eenmaal binnen dacht ik mijn telefoon eindelijk in terug in mijn broekzak te kunnen stoppen, maar bleek de TV kuren te vertonen, waardoor we overgeleverd bleven aan mijn schermpje van een kleine zestien centimeter.
Intussen werd het spel van Ajax er ook niet bepaald beter op en bleef de ploeg maar breien en tegelijkertijd ruimte achterin weggeven, met uiteindelijk een late gelijkmaker van de Zwolse bezoekers tot gevolg. Ongeloof overheerste. Hetzelfde Ajax dat een week eerder Real Madrid in eigen stadion nog had vernederd, leek nu thuis tegen PEC Zwolle nog verder achterop te raken in de titelrace met PSV.
Totdat Noa Lang na 83 minuten ineens zijn officiële debuut in Ajax 1 mocht maken. Traditie in Amsterdam is dat je dan een doelpunt maakt, maar dat Lang een eigenzinnige speler is, bewees hij al binnen twee minuten, door in plaats daarvan de winnende assist te geven op Daley Blind, die de voorzet van de debutant van dichtbij binnen werkte. Ik balde mijn vuist en liet een schreeuw van opluchting. Kort na het laatste fluitsignaal volgde de bezinning. Zó blij met een doelpunt van Ajax tegen een – met alle respect – kleine club, het voelde erg gek.
Wat ik op dat moment nog niet kon weten, is dat ik een wedstrijd als deze zo’n drie jaar later veel vaker dan me lief is zou meemaken. Nu gaat er in het voetbal weinig boven een overwinning in de absolute slotfase, zeker als het een extra belangrijke wedstrijd betreft. Daarbij wil het lot dat praktisch elke wedstrijd die Ajax de afgelopen maanden heeft gespeeld een extra belangrijke is en ik heb mezelf in die periode dan ook al meermaals vlak voor het einde van de wedstrijd volledig laten gaan.
Hoe blij ik echter ook was met de penalty van Tadic tegen RKC, hoe enorm de euforie ook overheerste na Antony’s winnende treffer in de Klassieker en hoezeer ik de buurt ook bij elkaar geschreeuwd heb nadat Brian Brobbeys schot in de 88e minuut het Nijmeegse net raakte, ik ben wel weer toe aan een ruime, simpele en vooral zorgeloze overwinning. Een 3-0 voorsprong bij rust, die in de tweede helft uitgebouwd wordt tot een 5-0 uitslag, bijvoorbeeld. Al mag 4-0 of 5-1 ook, ik ben niet kieskeurig.
Helaas weet ik inmiddels echter wel beter. De wedstrijd van zaterdag zal waarschijnlijk meer weg hebben van die in 2019 dan bijvoorbeeld de simpele 4-0 overwinning op PEC van vorig seizoen. En dus bereid ik mij stiekem al de hele week mentaal voor op de beproeving die zaterdagavond naar alle waarschijnlijkheid weer zal volgen.
Intussen probeer ik me maar vast te klampen aan bepaalde andere overeenkomsten uit 2018/19. Niet dat Ajax direct na de thuiswedstrijd tegen PEC Zwolle uit naar AZ moet, laten we de uitslag van dát duel in 2019 vooral niet herhalen. Wel dat Ajax dus ondanks het povere spel wist te winnen, dat er een (debuterend) talent aan de basis stond van die overwinning en bovenal dat Ajax uiteindelijk kampioen werd. Als dat het eindresultaat is, slijt ik – en vele Ajacieden met mij, zo gok ik – met alle liefde nog wat levensjaartjes weg. Hup Ajax, nog drie potjes winnen.
Bademba Barrie (Twitter: @Bademba__Barrie | E-mail: B.Barrie@Ajaxshowtime.com)
Plaats reactie