Özcan Akyol vindt de manier waarop men in Nederland omgaat met het overlijden van Johan Cruijff stuitend. De columnist van het Algemeen Dagblad meent dat Nederland slecht is in het eren van zijn iconen en de situatie rondom Cruijff is daarvan het ultieme voorbeeld.
'Vorige week sprak Jordi Cruijff de teleurstelling uit dat de Amsterdam ArenA nog steeds niet officieel naar zijn vader is vernoemd. "Hij was een Amsterdammer, een echte en een wereldbekende, vergeet dat niet. En hij had een superspeciale band met Ajax.'' Ik vond het pijnlijk dat Jordi dit nog eens moest uitleggen, want iedereen kent de feiten', schrijft Akyol.
'Dat laatste geldt in elk geval voor de mokkende buurtbewoners en ondernemers aan het Stadionplein in Amsterdam, waar ze een petitie zijn begonnen tégen een geplande naamswijziging', vervolgt de columnist. 'De gemeente wil de omgeving voortaan door het leven laten gaan als het Johan Cruijffplein, maar dat vinden ze daar niets. Er zouden betere plekken zijn.'
Volgens Akyol is dit gedrag typerend voor de Nederlandse samenleving. 'Als Cruijff een Turk was geweest, zouden er in dat land nu niet één, maar tien stadions naar hem zijn vernoemd. En zo zijn er wel meer naties die met iets meer waardigheid hun iconen eren. Maar niet in Nederland. Hier moeten we eindeloos vergaderen, polderen en petities organiseren, zodat de geplande verering vanzelf een treurige bedoening wordt. Het is een schande dat we op deze manier met een uniek fenomeen omgaan. Dit is Nederland op zijn smalst.'
Plaats reactie