Wout Weghorst baalt er flink van dat er vee; ophef is ontstaan nadat hij juichte na zijn rake strafschop tegen Hongarije. De spits mocht aanleggen vanaf elf meter enkele minuten nadat assistent-bondscoach Ádám Szalai van Hongarije werd gereanimeerd en vierde dit doelpunt op zijn karakteristieke wijze. Het leverde veel kritiek op bij onder meer de Hongaarse media,

De spits krijgt direct de vraag of hij na zijn rake strafschop niet ingetogener had moeten juichen. 'Ik heb daar geen moment aan gedacht', is Weghorst eerlijk bij de NOS. 'Uiteindelijk gaat die wedstrijd door en moet die knop om. Dan weet je dat het met hem (Szalai, red.) goed gaat, je ziet duimpjes althans. Maar dan zit je zo in de focus, omdat je de spanning opbouwt. Dus het was eigenlijk pure opluchting. Maar als je achteraf denkt: er is net iemand gereanimeerd, daar heb ik eerlijk gezegd geen moment bij stilgestaan. Op zo'n moment moet je wel de knop omzetten, dan moet je er staan. Maar dat dit van onderschikt belang is, dat moge duidelijk zijn.'

Weghorst vertelt dat hij na de wedstrijd gesproken heeft met Hongarije-aanvoerder Willi Orbán en dat het naar omstandigheden goed gaat met Szalai. 'Ik vroeg in de rust al hoe het met hem ging en bij het shirtje ruilen in de kleedkamer vroeg ik het weer. Het gaat gelukkig goed en hij praat weer. Godzijdank is alles goed.' Vervolgens wordt de vraag gesteld of Weghorst de ophef bij de Hongaren snapt. 'Jawel', verzucht de aanvaller. 'Natuurlijk. Ik heb een keer meegemaakt bij Burnley dat iemand zijn been brak. Toen scoorde ik ook en toen was ik wel ingetogen. Maar dat is achteraf. Ik zat nu zo in de spanning en die opluchting kwam eruit. Maar ik kan er wel inkomen dat het voor anderen anders voelt.'

'Dat mijn doelpunt van onderschikt belang is aan iemand leven, dat hoef je toch niemand te vertellen'

'Als je er nu zo over praat... Dat mijn doelpunt van onderschikt belang is aan iemand leven, dat hoef je toch niemand te vertellen', gaat Weghorst verder. 'En dat die gedachte er bij mij wel één moment is, ik hoop dat iedereen dat snapt. Om dat moment moet die knop wel om. Ik moet er wel staan. Dat is moeilijk genoeg.'