Maurits Hendriks, voormalig Chief Sports Officer van Ajax, heeft voor het eerst na zijn vertrek bij de club tekst en uitleg gegeven over de tijd dat hij werkzaam was in Amsterdam. De voormalig Chef de Mission van NOC*NSF stelt dat hij dingen beter had kunnen doen, maar benadrukt dat hij eigenlijk niet verantwoordelijk had moeten zijn voor voetbalinhoudelijke besluiten van de directie.
Bestel het nieuwe Ajax-thuisshirt in de Ajaxshop!
‘Pijnlijk. Als dat in één zinnetje samen te vatten zou zijn, dan zou ik dat doen', opent Hendriks bij Humberto à Paris. 'Het is allereerst pijnlijk voor de club dat je zo ver wegzakt. Teleurstellend voor alle goede mensen die daar werken en waar iedereen zijn best doet. Ik vind het van mezelf ook een enorme teleurstelling. Ik ben iemand die ambitieus is, sommige mensen vinden mij een perfectionist. Ik heb niet kunnen brengen wat ik had willen brengen.’ Hendriks geeft aan dat hij geen spijt heeft van zijn keuze om bij Ajax in te stappen. ‘Nee, maar zo sta ik ook niet in het leven. Ik heb die keuze gemaakt en dan moet je alles wat je kant opkomt ook als een man nemen. Dat hoort erbij.’
De oud-bestuurder van de Amsterdamse club geeft aan dat hij eigenlijk niet betrokken had moeten zijn bij de aanstelling van Sven Mislintat als directeur voetbalzaken. Dit liep door bestuurlijke chaos anders. ‘Als directie hebben we dat besluit genomen. Het is een collegiaal bestuur dat bij Ajax zit, dus dat besluit neem je ook gezamenlijk, en ik heb net als mijn collega-directieleden ook gesprekken gevoerd met een aantal kandidaten, waaronder Sven.’
Dit betekent volgens Hendriks niet dat Mislintat op zijn voorspraak is gekozen, zoals het laatste jaar beweerd is. ‘Nee, dat is niet zo. Ik kende Sven helemaal niet. Ik had nog nooit van Sven Mislintat gehoord, overigens ook niet van de overige kandidaten. Ik heb geen achtergrond in het voetbal, maar in Olympische sporten. Dus dat was voor mij volledig nieuw. Hij is door een bureau dat Ajax in de hand had genomen voorgedragen, net zoals een aantal andere kandidaten. Samen met Edwin van der Sar hebben we een aantal gesprekken gevoerd, net als met de andere directieleden. Vervolgens hebben we de keuze gemaakt.’
‘Ik heb me wel verkeken op de enorme emotie die er rondom die enorme club loskomt'
Heeft Hendriks het werken bij Ajax onderschat? ‘Ik heb me wel verkeken op de enorme emotie die er rondom die enorme club loskomt en zeker als het niet goed gaat met Ajax 1. Ik werk mijn hele leven in de topsport, daar hoort emotie bij, maar zo heftig als daar… Daar heb ik me echt op verkeken.’ Hendriks geeft toe dat er ook bedreigingen zijn kant op zijn gekomen. ‘Alles hoort erbij.’
Hendriks vertelt dat hij in zijn beginperiode geduldiger had moeten zijn. ‘Misschien had ik iets rustiger moeten beginnen en met veel meer geledingen binnen de club moeten praten. Aan de andere kant denk ik ook: potverdorie, het is Ajax. In heel veel dingen kunnen we nog beter. Daar ben ik met volle ziel en zaligheid aan begonnen. Ik vind ook dat dit bij het ambitieniveau hoort. Het vecht een beetje om de voorkeur, wat is het nu? Ben ik te hard gegaan? Ik denk dat één van de lessen wel is dat er zoveel goede mensen bij die club werken. Ik had wel iets meer geduld moeten hebben en met meer geledingen moeten praten.’
'Dan hebben we er met de directie alles aan gedaan wat we konden doen'
Tot slot wordt Hendriks gevraagd of hij zichzelf iets kwalijk kan nemen. ‘Het is een complexe club. De besluiten die daar genomen zijn, ook door mij, zijn genomen uit volle overtuiging om de club beter te maken. Daar zit niet iets anders dan dat. Als je ziet waar Ajax stond: geen voetbaldirecteur, geen voetbalcommissaris, heel veel posities niet bezet. Dan hebben we er met de directie alles aan gedaan wat we konden doen. Dat heeft slecht uitgepakt.’
‘Mijn kracht was niet om aan de voetbalkant te komen. Dat was nooit de bedoeling en daar ligt mijn expertise niet. Maar uiteindelijk zaten we daar met een directie van vier man en moest er iemand aangesteld worden. Dat is in heel veel gesprekken ook hoe het gaat. Het voetbalgedeelte laat je dan aan de voetbalmensen. Daar ben ik geen gesprekspartner in.’
Plaats reactie