Een straatnaam in Amsterdam werd naar hem vernoemd, zo ook een tramhalte en zelfs een tribune op sportpark De Toekomst. Naast de hoofdingang van de Arena heeft hij zijn eigen standbeeld; van de tien keer dat je er langsloopt, hangt er negen keer liefkozend een Ajax-sjaal over zijn nek. Het betreft uiteraard De Goede Beul. De man wiens leven praktisch gezien geheel in het teken stond van Ajax. Een Amsterdammer in hart en nieren: Bobby Haarms.
Haarms bewees dat je geen wereldvoetballer hoeft te zijn om bij Ajax uit te groeien tot een waar clubicoon. Zelfs de plek in de hoofdstad waar hij voor het eerst het levenslicht zag, ademt Ajax. Het is 8 maart 1934, tijdens het interbellum (vandaag precies 83 jaar geleden), als Haarms ter wereld komt op de Middenweg tegenover een bouwplaats. Negen maanden later was op die bouwplaats stadion De Meer verrezen. Op een steenworp afstand van huize Haarms werd Stade Français in de openingswedstrijd met 5-1 verslagen. Achteraf bleek het een stadion te worden dat niet alleen tekenend zou zijn voor de rijke geschiedenis van Ajax, want ook de geest van Bobby Haarms dwaalt waarschijnlijk nog altijd rond op het historische terrein.
Op zijn dertiende schreef Haarms zich in bij Ajax. Na drie testwedstrijden mocht hij zich officieel lid noemen van de club, waarvoor hij als kleine jongen nog ballen uit de nabijgelegen sloot viste. Hij schopte het ook tot een debuut in het eerste. In 1952 speelde hij zijn eerste van 58 wedstrijden (één doelpunt), alvorens een knieblessure hem na acht jaar noodzaakte te stoppen. Vic Buckingham, de toenmalige oefenmeester van Ajax, adviseerde hem zijn trainersdiploma’s te halen en toen Haarms in 1967 terugkwam om als assistent-trainer te werken, begon zijn befaamde Ajax-carrière pas écht.
Door zijn tijd bij Ajax loopt een kenmerkende rode draad: de 'Hel van Haarms'. Sommige oud-Ajacieden zullen al de kriebels krijgen als zij eraan terug denken. Wanneer een speler geblesseerd raakte, moest hij voor zijn rentree nog eenmaal worden getest door Haarms. Hij pakte dan zijn karakteristieke Zweedse bankje uit het materiaalhok en gebruikte deze als testpanel voor de bijna gerevalideerde Ajacieden. Als spelers in staat waren de Hel van Haarms te overleven, kon men ervan uitgaan dat zij fit genoeg waren om te spelen. Ruud Krol was in het seizoen 1970-’71 de eerste speler die de Hel zou doorstaan. 'Ik heb mijn zomervakantie laten schieten om drie keer per dag met Rudi te trainen. Dat werd aan mij gevraagd en voor Ajax, voor je cluppie, doe je dat', zei Haarms hier ooit liefdevol over. 'Het was geen opoffering. Ajax vraagt wat en dan doe je dat: uit liefde voor je club.'
Het eerste dienstverband van de ras-Amsterdammer zat erop in 1982, maar lang kon hij niet wegblijven. In 1986 zat hij bij FC Volendam als assistent trainer toen Johan Cruijff hem benaderde voor een terugkeer in De Meer. Volgens de legende sprak Haarms, tevens uitvinder van de bekende term 'patatgeneratie', toen de volgende legendarische woorden: 'Ik ben er al'. Als speler en trainer had hij op dat moment al 28 dienstjaren gedraaid bij Ajax. Na zijn terugkeer zouden daar nog veertien respectabele jaren bijkomen, waarbij hij zijn oude werkzaamheden weer op zich nam.
In zijn laatste periode bij Ajax maakte hij één van de mooiste momenten mee uit zijn loopbaan. 'Die laatste penalty in Tokio, van onze aanvoerder, Danny Blind', zo verwijst hij naar de in 1996 gewonnen finale van de wereldbeker voor clubs in Japan. 'Zo fantastisch. Jezus Christus. We moesten terug naar Japan toen we al boven Siberië vlogen. Ik had wel tien keer op en neer willen vliegen, want we hadden die beker. Dát is genieten. En huilen hè, als ik die dingen weer zie moet ik altijd huilen.'
In 2000 zat zijn rood-wit gekleurde loopbaan erop. Als 66-jarige werd hij, na de met 1-0 gewonnen wedstrijd tegen MVV, op de schouders van supporters gedragen tijdens een ereronde in de Arena. Het liefst had hij tot zijn dood gewerkt voor zijn cluppie. 'En nog voor niets ook, als ik van het gras zou kunnen leven.' Het kenmerkt de tomeloze inzet waarmee de Haarms ooit in totaal 42 jaar van zijn leven alles heeft gegeven voor 'zijn cluppie'.
Zaterdag 6 juni 2009. In het VU Medisch Centrum te Amsterdam blaast clubman Haarms zijn laatste adem uit. Het veroorzaakte een storm van verdriet bij de achterban van Ajax. Voor alle Ajacieden, jong en oud, stond de wereld even stil. 2500 supporters gaven acte de présence tijdens zijn indrukwekkende afscheidsceremonie, enkele dagen na zijn overlijden, op De Toekomst. Daar was ook wijlen Uri Coronel aanwezig, toenmalig voorzitter van Ajax. Hij omschreef Haarms treffend als volgt: 'Bob was niet de beste voetballer die we gehad hebben en misschien ook niet de beste trainer. Maar hij was van iedereen de grootste Ajacied. Hij hield van Ajax en hij was Ajax.'
Lees meer:
Deel 1 - Vasovic, robuuste rots in de branding
Deel 2 - De Wit, noodlottige rasvoetballer met levenslust
Deel 3 - Pettersson, de enige officieuze Mister Ajax
Plaats reactie