John van Loen, voormalig speler van Ajax, weet nog goed hoe hij kennismaakte met Louis van Gaal als hoofdtrainer. In 1991 nam Van Gaal het stokje over van Leo Beenhakker - van wie hij aanvankelijk nog de assistent-trainer was - en algauw drukte de oefenmeester zijn stempel.

'Hij was al assistent, dus je kent hem wel. Maar dan tovert hij zich om', aldus Van Loen in de voetbalpodcast van De Telegraaf. 'We hebben allemaal in een deuk gelegen, maar op gegeven moment dachten we: het werkt wel. We wonnen dat jaar de UEFA Cup. Dat is geen toeval.'

Als spelersgroep werden er toentertijd vaak grappen gemaakt over Van Gaal, zij het achter zijn rug om. 'Dat gebeurt meestal op de massagetafel, niet waar hij bij is. Die man is niet goed, maar hij is wel open en eerlijk. Hij zegt de waarheid, ook al ben je slecht. De verbeterpunten geeft hij ook aan.'

In zijn tijd als speler van Ajax was Van Loen lang niet bij iedereen geliefd, zo blijkt uit een anekdote. 'Ik stond een keer met John van ’t Schip en in het oude stadion van Ajax hadden we allemaal een hokje. Daar zaten allemaal brieven in. Ik kreeg nooit brieven en hij kreeg hele stapels. Ik kreeg ineens één brief, maar toen maakte ik hem open en zat er een kogel in.'

'Blind is een verdediger, geen aanvaller'

Vandaag de dag houdt de oud-voetballer het voetbal nog altijd in de gaten. Hij zag een Ajacied door de ondergrens zakken tijdens Montenegro - Nederland. 'Blind was echt heel slecht. Het is allemaal leuk aan de bal, maar hij is een verdediger en geen aanvaller. Bij die tweede goal bukte hij gewoon.'