Jari Litmanen heeft zijn meest succesvolle en fijnste periode als voetballer bij Ajax gekend, zo vertelt hij bij Tussen de Palen op Ziggo Sport. De Fin won in 1995 de Champions League met het Ajax van Louis van Gaal en dat zorgde voor een bijzonder gevoel.

'De blijdschap van het winnen van de beker blijft me bij, maar ook de rust die het ons bracht. Zo van: we hebben het gedaan', vertelt de publiekslieveling van Ajax. 'Wij speelden in de groep al twee keer eerder tegen Milan en dat was de grootste club. Wij waren beter in de eerste en tweede wedstrijd, maar Milan had spelers die al finales hadden gespeeld. Ze hadden onze ploeg bestudeerd. Zij gingen anders spelen in de derde wedstrijd tegen ons. Wij waren niet op ons best en persoonlijk was ik ook niet op mijn best.'

'Ik heb het er een paar keer met Marcel Desailly (Speler van AC Milan in 1995, red.) over gehad', gaat Litmanen verder. 'Hij zei dat hij een speciale taak kreeg van Capello om op mij te gaan spelen. Dat deden ze nooit, want ze speelden altijd in de zone. Ik had moeite met hem en mezelf in de finale. Toen Kluivert in het veld kwam, wisten ze niet hoe we gingen spelen. Kluivert kwam dieper te spelen dan ik. Ik was op tien meer een middenvelder. Milan wist eigenlijk niet wat er gebeurde.'

De basis voor het winnen van de cup met de grote oren werd al eerder dat toernooi gelegd. Ajax kwam de club uit Milaan namelijk al twee keer tegen in de groepsfase. De duels werden gewonnen en dat zorgde voor zelfvertrouwen. 'We speelden tegen de beste club van Europa. We speelden heel goed en wonnen met 2-0 van Milan. Wij kregen zo’n grote boost in ons zelfvertrouwen van die overwinning. Het was heel belangrijk, voor iedereen. Als wij met Milan meekonden, konden we met iedereen mee.'

Rol van Van Gaal

Litmanen zelf was dat seizoen belangrijk voor Ajax, maar hij licht ook de rol van trainer Van Gaal uit. 'Hij is de beste trainer die ik heb gehad. Het was voor mij belangrijk dat ik in de eerste vijf jaar van mijn profcarrière onder hem kwam te spelen. Hij was een goede trainer voor mij, maar ook voor de jonge ploeg. Hij was heel duidelijk. Ik vond het goed dat hij eerlijk en duidelijk was en altijd hard werkte. Ik werkte ook hard. Ik zocht altijd naar dingen waarin ik beter kon worden.'