Henry Kissinger, voormalig Amerikaans politicus en diplomaat van de Republikeinse Partij, geeft in principe geen interviews meer. Nadat hij het overlijden van Johan Cruijff had vernomen, nam hij toch weer de tijd om een gesprek met de media aan te gaan. 'Ik geef tegenwoordig geen interviews meer, maar nu wel voor een voetballer', zo geeft de geboren Duitser aan tegenover de NOS.

Kissinger vluchtte in 1938 Duitsland vanwege de Jodenvervolging en werkte in de Verenigde Staten onder meer als Nationaal Veiligheidsadviseur en als minister van Buitenlandse Zaken. 'Elke maandag kreeg ik de uitslagen van de Europese competities', begint de voetballiefhebber. 'Die stuurde de Duitse ambassade me. Zo hadden ze me in hun macht. Als onze relatie gespannen was, stuurden ze me geen uitslagen. Later kon ik ze zelf vinden op het internet.'

Vervolgens wordt de 92-jarige Amerikaan gevraagd naar de halve finale tussen Nederland - Brazilië op 3 juli 1974. 'Ik zat in het stadion en zag hoe Nederland won. Met schitterend voetbal. Het was speels en aanvallend. Het was een genot om ze te zien, ze speelden zo vloeiend', legt hij uit wanneer het gesprek over Cruijff gaat. 'Ze passten de bal geweldig rond. Ze namen gewoon aan dat een andere speler op een plek zou staan al was ie daar nog niet wanneer de pass werd verstuurd. Hij (Cruijff, red.) was de dominante man op het veld, maar je zag hem niet duidelijk mensen rond commanderen. Hij was een soort magneet die de bal naar zichzelf toe trok en dan weer verdeelde. Hij was er altijd vooral mee bezig om zijn voordeel ten opzichte van zijn opponent zo maximaal mogelijk te maken.'