Johan Cruijff is regelmatig kritisch op het eerste elftal van Ajax, maar Ajax A1 verdient op basis van de prestaties complimenten. De legendarische nummer veertien schrijft in zijn column in De Telegraaf dat hij veel goede dingen zag tegen Sevilla.

'Ik was vooral benieuwd naar hoe de spelers op dit niveau technisch en tactisch uit de verf zouden komen. Dat viel gelukkig niet tegen', schrijft Cruijff, die blij was met de vele kansen en doelpunten. 'Technisch vond ik het goed, zoals het positief was dat er een B-junior was opgesteld. Bovendien liepen er goede voetballers in de middenlinie en de aanval, van wie er al een paar met het eerste hebben meegedaan. Dat gaat dus de goede kant op. Ik heb al aangegeven dat een speler eerst technisch zijn zaken voor elkaar moet hebben, voordat hij tactisch aan de slag kan. Uiteindelijk zijn techniek, tactiek, opvoeding en hoe het zakelijk wordt ingevuld bepalend of een speler uiteindelijk als topvoetballer slaagt.'

Op het gebied van tactiek moet Ajax A1 nog stappen maken. Zo moet de ploeg volgens Cruijff meer anticiperen op individuele input. 'Zo leverde de linksbuiten (Dekker red.) een paar uitstekende voorzetten af, maar liep de spits niet naar de eerste paal, waardoor de verdediging niet uit de comfortzone werd gehaald en de keeper niet hoefde te schakelen. (...) Hoewel Ajax A1 een heel goed resultaat neer wist te zetten, waren er daardoor toch regelmatig momenten waarin sommige spelers te veel vanuit hun negatieve kwaliteit aan het spelen waren. Dus voetballen op een manier waar je niet goed in bent. Daarom zijn wedstrijden op dit niveau belangrijke testen voor spelers die op de drempel van het eerste elftal staan. Maar ook voor de trainers en coaches. Omdat voor iedereen de lat hoger wordt gelegd.'