Ajax wil de strijd in de Europa League nog lang niet opgeven. Dat stelt trainer John van 't Schip tijdens de persconferentie van woensdagmiddag. De Amsterdamse club is bezig aan een inhaalslag in de Eredivisie, maar presteren in de Europa League wordt net zo belangrijk gevonden in de hoofdstad.

Tijdens het persmoment van woensdagmiddag wordt Van 't Schip gevraagd naar het doel van Ajax in de Europa League. De oefenmeester noemt het een competitie op zich. 'Waarin we morgen (donderdag, red.) willen winnen. Dat is duidelijk. Als we dat doen, staan we er op zich goed voor. We bekijken het van wedstrijd tot wedstrijd en zullen het sterkst mogelijke team opstellen om een goed resultaat te behalen. Dat is niet anders dan in de competitie. Het is net zo belangrijk voor Ajax als de competitie en om te kijken of we verder kunnen komen.'

Van 't Schip wil op dit moment nog niet te veel naar de ranglijst in de Eredivisie kijken. De vooruitgang die het team moet boeken is op dit moment het belangrijkste, zo stelt hij. 'Het belangrijkste voor ons is om in het proces - en dat klinkt dan als trainerstaal - de jongens mee te geven waar ze eerder niet genoeg mee te maken hebben gehad. Dat proces moeten wij bewaken. We moeten aanstippen dat het meer automatismen worden met elkaar.'

Van 't Schip ziet duel met Brighton als een soort finalewedstrijd

Ajax is op dit moment nog zonder zege in de Europa League. De Amsterdammers hebben nog altijd kans om de volgende ronde te bereiken, waarbij de opdracht voor donderdagavond duidelijk is: er moet worden gewonnen van Brighton & Hove Albion. 'Je moet winnen, dan kun je het zo omdraaien. Morgen is het belangrijkste. Als je wint, sta je er gewoon goed voor. Als je hem verliest, is de kans heel klein dat je doorgaat en als je wint heel groot. Het is zeg maar een soort finalewedstrijd', zegt Van 't Schip, die niet wil spreken van 'de eerste echte test'. 'Ik denk dat je dat niet zo kunt zeggen. Elke wedstrijd is een test voor ons. We hebben elke wedstrijd nodig om te groeien en om beter te worden. Morgen is daar één van.'