De creatieve commerciële samenwerkingen van Ajax met clubs in binnen- en buitenland werpen zijn vruchten af. De Amsterdamse club moet het - in vergelijking met de Europese top - doen met minimale tv-gelden en zodoende moet men creatief zijn. Dat doet men onder meer door vele samenwerkingen aan te gaan in het buitenland.

Ajax wist in 2017 de finale van de Europa League te bereiken en twee jaar later werd de halve finale van de Champions League gehaald. 'Succes op het hoogste niveau helpt altijd', zegt commercieel directeur Menno Geelen in een interview met Sky Sports. 'Het feit dat we het met eigen jeugdspelers hebben gedaan, die volgens de Ajax-manier spelen, helpt ons daarbij om ons verhaal te verkopen. Een ander element is dat we een merk hebben gebouwd rond onze voetbalfilosofie. Daardoor zijn mensen in staat om zich met ons te verbinden.'

Ajax werkt met ongeveer vijftig clubs samen in Nederland. Daarnaast heeft Ajax samenwerkingen met clubs in Zuid-Afrika (Ajax Cape Town), Australië (Sydney FC), Japan (Sagan Tosu) en in China (Guangzhou R&F). 'Dat is erg belangrijk voor ons. Als Ajax krijg je zo'n acht tot negen miljoen euro aan tv-gelden per jaar. Een club als Everton verdient dat wellicht per maand. Wij moeten dus creatief zijn. Van Guangzhou R&F (waar Ajax de jeugdopleiding regelt, red.) krijgen we drie miljoen per jaar en dat voor tien jaar. Dat betekent in totaal dertig miljoen euro en dat is voor Ajax veel geld.'

Dankzij de samenwerkingen met de andere clubs vergaart Ajax zo'n vijf tot zes miljoen euro per jaar. Dat geld haalt Ajax op middels de Ajax Coaching Academy. 'In Engeland klinkt dat niet als veel geld, maar voor ons is het bijna hetzelfde bedrag als de tv-gelden. En het loopt ieder jaar weer op. Toen we begonnen, gingen het om een paar honderdduizend euro. Drie jaar geleden bereikten we een miljoen euro, daarna drie miljoen euro en nu is het vijf tot zes miljoen euro. Als de coronacrisis voorbij is, kunnen we over een paar jaar de acht tot negen miljoen euro bereiken.'