John van Loen heeft bijzondere herinneringen aan zijn periode als hoofd jeugdopleiding van Qarabağ FK. Tegenover Voetbal International blikt de oud-spits van Ajax terug op zijn tijd in Azerbeidzjan, waar Ajax nu is voor het uitduel met de grootste club van het Oost-Europese land.

Van Loen, nu trainer en hoofd jeugdopleidingen van vierdeklasser Eerbeekse Boys, bewaart warme herinneringen aan Azerbeidzjan. 'De beste club van die regio. Het stadion waar ze tegen Ajax in spelen, lijkt op dat in Kiev, waar ik met FC Utrecht ooit heb gespeeld. Alleen zaten er daar honderdduizend mensen, hier kunnen er dertigduizend in. En die zullen er zitten ook.'

In de competitie komen die mensen niet, zo weet van Loen. 'Ook al geven ze de kaartjes haast gratis weg. Qarabag wordt toch wel kampioen. Ik denk dat Ajax het moeilijk krijgt. Als ze zo spelen als tegen Heracles Almelo zondag, dan zijn ze de sjaak', waarschuwt Van Loen.

De oud-spits had het goed naar zijn zin in Baku. 'De stad is indrukwekkend, een oude legerstad. Geschiedenis, hè. Maar je zag dat er Europese invloeden kwamen, veel horeca uit Europa. Je kon alles eten wat je hier ook hebt. Heel veel barbecuevlees. Je komt niet om van de honger, laat ik het zo zeggen. Al was het wel even wennen', komt Van Loen vervolgens met een opvallende anekdote. 'Ik stond een keer op de tolk te wachten, stond er een man een schaap te slachten. Het hing aan zo'n spies. Ik vroeg de tolk of dat normaal was. Nou ja, hij vond van wel. Hij vroeg waar je dat anders moest doen…'

Waarschuwing voor supporters Ajax

Verder geeft Van Loen aan dat het bij Qarabağ FK prima geregeld is. 'De faciliteiten zijn beter dan die van Ajax. Ze hebben een hotel, zwembaden, een restaurant, de trainingsvelden zijn allemaal vernieuwd toen ik er zat', aldus Van Loen, die de supporters van Ajax wil waarschuwen om geen gekke dingen te doen. 'Als buitenlander word je vaak aangehouden. Ik zat zelfs in de gevangenis. Ze zeiden dat ik gedronken had, en ik moest een groot bedrag betalen. De president ging zich ermee bemoeien, binnen een seconde stond ik buiten.'