Edwin van der Sar is tevreden over de ontwikkeling die de Johan Cruijff ArenA heeft doorgemaakt. De algemeen directeur van Ajax vindt dat het stadion steeds meer een 'Ajax-stadion' is geworden, nadat het eerst een 'onpersoonlijk stadion' was, zo vertelt hij in De Telegraaf.

'De eerste jaren was het wel wennen', begint de oud-keeper. 'Wat een voetballer in de eerste plaats nodig heeft, is een goed veld. Vanaf het begin was dat een probleem. Bovendien was er in de ArenA veel meer afstand met het publiek dan we gewend waren. De Meer was namelijk heel compact. De ArenA voelde ineens erg groot: het was vooral grijs beton met verschillende kleurtjes stoelen die niet bij Ajax pasten.'

De verschillende stoeltjes werden in 2018 vervangen, tot vreugde van Van der Sar. ‘Dat was een heel nadrukkelijke wens van ons richting de ArenA. Net als de wens om de vier magische Ajax-letters, zoals we vroeger in De Meer hadden weer terug te krijgen. Daarna zijn ook de Andreaskruisen weer ingebracht. Het stadion wordt natuurlijk ook gebruikt voor het Nederlands elftal en andere evenement. Maar in onze ogen is het nu wel echt een Ajax-Stadion.'

Hoogtepunten

Voor Van der Sar is zijn hoogtepunt in de Johan Cruijff ArenA makkelijk aan te wijzen. Op 3 augustus 2011 had hij in het stadion zijn afscheidswedstrijd. ‘Het Ajax van 1995 speelde tegen het Oranje van het WK 1998. Aansluitend was er nog een wedstrijd van het toenmalige Ajax-1 tegen een soort van sterrenelftal, met ook wat jongens met wie ik lang bij Manchester United heb gespeeld. We hoopten op voorhand de eerste ring vol te krijgen, maar na ruim een week was de wedstrijd helemaal uitverkocht. Het was geweldig om in een vol stadion afscheid te nemen.'

Later zag hij als bestuurslid ook veel mooie wedstrijden. ‘De wedstrijden tegen Bayern München, Olympique Lyon, Schalke 04, Real Madrid, Juventus en zelfs Tottenham Hotspur', somt hij op. 'En denk aan de opkomst van jongens als Matthijs de Ligt, Donny van de Beek en Hakim Ziyech. Het stadion schudde in dat soort wedstrijden echt op zijn grondvesten. Dat zijn zulke mooie dingen. Iedereen is weer van Ajax gaan houden. '