Ronald de Boer maakt zich zorgen om de productiviteit van Brian Brobbey. De aanvaller van Ajax komt al enige tijd niet gemakkelijk meer tot scoren en dus vraagt De Boer zich af of de Ajacied het écht rustige afwerken wel in zich heeft. Wel voegt hij eraan toe dat Brobbey regelmatig laat zien andere aspecten van het spel wel te beheersen.

'Drie doelpunten is te weinig natuurlijk. Bij Ajax wordt meer geëist', klinkt zijn eerste conclusie in gesprek met de NOS. 'De spits moet topscorer worden. De lat ligt extreem hoog.' Zelf was De Boer als aanvaller van Ajax ook geen goalgetter, zo geeft hij toe. 'Ik weet nog wel dat we in mijn eerste jaar meteen acht wedstrijden wonnen: 33 voor, 0 tegen. En ik had nul goals gemaakt, terwijl we fantastisch speelden. Het is maar waar de prioriteit ligt.'

'Maar ik moet wel zeggen: het spel van Brobbey is op dit moment niet goed genoeg', vervolgt de voormalig speler van Ajax. 'Als je nou nog veel bijdraagt met assists of voorassists, maar dat is natuurlijk niet het geval. Hij moet gewoon meer goals maken, beslissend zijn. Maar dat weet hij ook.'

Tekst gaat verder onder de foto.

Waar het gebrek aan doelpunten van Brobbey - die zelf ook baalt van zijn gebrek aan productiviteit - hoofdzakelijk mee te maken heeft? 'Het begint bij kansen missen. Dan speelt de factor vertrouwen mee, dan ga je meer nadenken. Te veel. Waardoor je net een tel te laat bent tijdens het afronden. Dat zit denk ik in zijn hoofd. En dat moet hij zo snel mogelijk proberen uit te bannen.'

Spitsenstrijd Ajax

Daarbij komt de aanwezigheid van Wout Weghorst en Chuba Akpom. De Boer gelooft dat het gevoel dat de concurrentiestrijd met zich meebrengt Brobbey niet helpt. 'Dat zorgt voor druk, laat dat duidelijk zijn. Dat had ik ook toen ik met Dennis Bergkamp stuivertje moest wisselen. Dat is best stressvol. Ik moet het nu laten zien, want anders krijgt híj weer de kans.'

Bij Brobbey is het vaak te wild, zo stelt de oud-voetballer vast. 'Hij moet vertrouwen en rust zien te krijgen in zijn afwerken. Rustiger, beheerster afmaken. Maar of hij dat in zich heeft, weet ik niet, het duurt al best wel lang zo. Natuurlijk doet hij ook goeie dingen. Vooral rond de zestien, als aanspeelpunt, door de bal bij zich te houden, te kaatsen. Dat is prima.'