John van 't Schip vindt het logisch dat hij voorlopig is aangesteld als interim-trainer van Ajax. De Amsterdamse club kent moeilijke tijden en met Van 't Schip aan het roer moet de orde hersteld worden in de hoofdstad. Of hij daarna nog langer onderdeel is van de technische staf, moet blijken.

In principe zal Van 't Schip na dit seizoen een rol in het technisch management gaan vervullen. Toch lijkt dat niet per se honderd procent zeker, zo blijkt uit een interview van Van 't Schip met onder meer het Algemeen Dagblad. 'We weten hoe dingen in de voetballerij gaan. Er spelen momenteel heel veel dingen bij Ajax. Niet alleen in het eerste elftal, maar ook daarboven', zegt Van 't Schip. 'Ik vind het dan ook alleen maar logisch dat ik eerst het seizoen afmaak. Daarna kijken we verder en stap ik eventueel terug. Een langer dienstverband ambieerde ik nu ook niet, al kan dat straks nog anders worden natuurlijk.'

Van 't Schip sprak maandag nog niet met de spelers, ook niet met aanvoerder Steven Bergwijn. De vraag is of de linksbuiten aanvoerder van de club blijft. 'Ik heb dingen gelezen, maar ik heb daar nog nooit wat over gezegd. En daar heb ik ook nog niks op te zeggen, behalve dat niks zeker is, ik een streep zet onder wat is gebeurd en iedereen dus zijn plek moet verdienen', zegt de nieuwe Ajax-trainer, die met Michael Valkanis een assistent meeneemt. Verdere mutaties in de technische staf worden voorlopig uitgesloten. 'We moeten zo snel mogelijk een team vormen en daarmee het voorbeeld geven aan de groep, die ook hecht moet worden. Van daaruit kijken we rustig verder.'

Van 't Schip over plannen op de transfermarkt

Van 't Schip geeft aan nu een streep te trekken en ook niet meer achterom gaat kijken. 'We moeten jongens helpen. Straks zien we dan hoe de balans is en van daaruit kunnen we bepalen wat nodig en mogelijk is voor de winter', blikt hij vooruit op de transfermarkt in januari. 'De schijnwerpers staan nu vol op Ajax. Niet gek als de club de voorbije jaren toonaangevend is geweest. Of meer ervaring nodig is om het elftal aan de praat te krijgen, zou kunnen. Wat je ziet, is dat jongens dit niet gewend zijn en daardoor ook eerder in hun schulp kruipen. Ik denk wel dat ze elkaar daar meer in kunnen helpen.'