In de rubriek 'Uit het Oog' spreekt Ajax Showtime met oud-Ajacieden die hun sporen tegenwoordig elders achterlaten. Uit het oog dus, maar niet uit het hart. In deel 35 John O'Brien, de multifunctionele linksback van Ajax uit de tijd van Chivu, Ibrahimovic en Sneijder.
In het sportbeminnende Amerika waar meer dan honderd miljoen fans al jaren aan de buis gekluisterd de Superbowl aanschouwen is het niet raar dat John O'Brien in de jaren tachtig verknocht raakt aan sport. Wel is zijn keuze voor voetbal opmerkelijk. Niet het alom geliefde 'football' maar het ondergeschoven kindje 'soccer' laat het hart van de kleine John uit Los Angeles sneller kloppen.
Ruim dertien jaar na zijn vertrek uit Amsterdam spreekt voormalig Ajacied O'Brien over zijn tijd bij Ajax, zijn liefde voor mooi voetbal en de psychologische effecten van druk en uitgefloten worden. Geheel in het Nederlands overigens. 'Het voelt lekker om het weer te spreken. Ik heb niet vaak de mogelijkheid om dat te doen', spreekt de veertigjarige verbazingwekkend vlekkeloos en zonder te haperen. Het is alsof hij Nederland nooit verlaten heeft, alleen zijn accent verraadt hem.
'In Europa leefde het voetbal, in Amerika niet'
'Tot mijn elfde was ik bezig met meerdere sporten, ook de grotere sporten. Honkbal vond ik een beetje saai, vooral basketbal vond ik heel leuk, maar voetbal ging mij op jonge leeftijd echt goed af. Veel beter dan de rest', legt O'Brien zijn uiteindelijke keuze uit. 'Ik keek toen naar de Mexicaanse competitie. En af en toe zag ik een wedstrijd uit Europa. De MLS was er toen nog niet. Die competitie begon pas in het jaar dat ik vertrok. In die tijd was het allemaal nog onzeker. Niemand wist zeker of het er over een paar jaar nog zou zijn.'
De linkspoot had al gauw door dat zijn toekomst niet in Amerika lag. 'Dat merkte ik wel. Veel van de jongeren waren hier niet geïnteresseerd in voetbal. De enige optie was om het te proberen via de colleges. Sommigen slaagden daarin, maar dat was heel moeilijk.' Toen Ajax op zijn pad kwam, was de keuze dan ook snel gemaakt. 'Ik wist dat ik naar een betere omgeving moest. In Europa leefde het voetbal, in Amerika niet. Om het echt te leren, moest ik daarheen.'
De elftalfoto van Ajax voorafgaand aan de kwartfinale van de Champions League tegen AC Milan.
O'Brien doorliep de A-jeugd en dwong bij Ajax zijn eerste profcontract af. 'Ondanks de heimwee groeide ik enorm als voetballer. Ik werd in een korte tijd heel veel beter.' Dat kwam naar eigen zeggen mede door de Ajax-cultuur. 'Er waren ineens hoge verwachtingen, die ik in Amerika niet had. Het was er heel streng. De trainers hadden geen moeite om hun oprechte mening te geven. Ze waren recht voor hun raap, een mooi Nederlands gezegde, haha!'
'De speelstijl van Ajax is heel vertrouwd'
In Amsterdam genoot de verdediger annex middenvelder met volle teugen. Ook op trainingen. 'Wat bij mij is blijven hangen is dat we vaak voor thuiswedstrijden in de ArenA trainden. Dit omdat het veld niet goed was en we het graag wilden testen. Dat was bijzonder. Een partijspel in een grote, lege ArenA. Heel intens en uniek zo zonder mensen. Maar tegelijkertijd heel vreemd in zo’n leeg stadion. We wisten: over 24 uur staan we hier weer, maar dan met 50.000 mensen.'
'We werkten heel hard dat jaar. Het schiep een band dat wij als jonge ploeg zoiets groots deden’, vertelt de Amerikaan verder over het jaar 2002. Het jaar dat Ajax met een regelmatig spelende O'Brien de dubbel pakte. 'Het was niet alleen de bedoeling om succesvol te zijn, maar ook om mooi te spelen. Met technisch hoogstaand voetbal een team verslaan is het mooiste wat er is.' Het is de reden waarom de ex-Ajacied zo nu en dan nog een wedstrijd bekijkt. 'De speelstijl van Ajax is heel vertrouwd. Vorig jaar kon ik in de Europa League enorm genieten van het tempo en het positiespel. Ik kijk er nog met plezier naar.'
Naast het voetbal kon O'Brien ook het gezelschap van zijn collega’s waarderen. 'Ik had een hele goede band met de andere spelers. Cristian Chivu in het speciaal. Wij konden het goed met elkaar vinden. Waarom? Ik denk omdat we gewoon naast elkaar speelden.' Ook met coach Ronald Koeman had de voetballer een klik. 'We noemden hem de teddybeer door zijn strenge maar toch zachte uitstraling. Ik genoot van zijn rust, het vertrouwen en het plezier dat Koeman bracht. Hij had alles al meegemaakt. Die ervaring droeg hij als het ware aan ons over. Dat had onze jonge ploeg nodig. Ik deed veel voor hem.'
'Een goed gevoel dat ik mensen kan helpen'
'Nu heb ik geen contact meer met spelers of staf uit die tijd. Na Ajax was ik bezig met mezelf, waar ik heen wilde. Iedereen ging wat anders doen.' Na 66 wedstrijden in het wit-rood-wit, korte periodes bij ADO Den Haag, FC Utrecht en Chivas USA en 32 interlands voor de Verenigde Staten hing O'Brien in 2006 op jonge leeftijd zijn kicksen aan de wilgen. 'In die tijd was ik veel geblesseerd. Ik wilde het vertrouwen in mijn fysieke gesteldheid weer terug, maar het gevoel was dat het niet beter werd.'
John O'Brien in de Kuip in duel met Feyenoorder Anthony Lurling.
O'Brien koos ervoor om gehoor te geven aan een tweede, grote interesse naast voetbal, de studie van psychologie, waar hij VICE Sports al eens over vertelde. 'Het vak heeft mij ook altijd getrokken en geïnspireerd. Momenteel ben ik in San Francisco met mijn stage bezig. Helaas niet sportgerelateerd, dat hoop ik in de toekomst wel deels weer op te pakken. Nu werk ik in een klinische omgeving, waar ik allerlei mensen help met mentale gezondheidsproblemen. Het geeft een goed gevoel dat ik mensen kan helpen aan een beter leven.'
'Druk is er bij een club als Ajax constant'
Er zijn genoeg aspecten in het profvoetbal die terugkomen in de psychologie. Een daarvan is de mentale druk, waarmee veel jonge Ajacieden al vroeg mee te maken krijgen. 'Het heeft mij af en toe in de weg gezeten. De druk is er bij een club als Ajax constant. Soms speel je goed en is er geen probleem, de andere keer speel je minder en voel je het meer. Het kan dan invloed hebben op je gevoel, energie en dus je spel. Het wordt lastiger om je goed te voelen, iets wat onwijs belangrijk is in het voetbal. Maar iedereen 'dealt' daar op zijn eigen manier mee.'
'Persoonlijk ben ik nooit uitgefloten', beantwoordt O'Brien tot slot een vraag over de impact van het hetgeen nu bij Ajax speelt. 'Uitfluiten kan in negatief opzicht een groot effect hebben. Als wij samen koffie gaan drinken en ik begin voordat we de koffie überhaupt hebben al negatieve dingen te zeggen richting de ober. Dan heeft de ober geen zin meer om ons koffie te brengen, toch? Het is helaas normaal. Het hoeft niet zo te zijn. De relatie tussen spelers en fans kan namelijk veranderen. Maar het blijft onderdeel van de voetbalcultuur.'
Finn Dekker (Twitter: @FinnDekker | e-mail: f.dekker@ajaxshowtime.com)
Lees hier alle voorgaande verhalen van de rubriek 'Uit het Oog' terug.
Plaats reactie