In de rubriek 'Uit het Oog' spreekt Ajax Showtime met oud-Ajacieden die hun sporen tegenwoordig elders achterlaten. Uit het oog dus, maar niet uit het hart. In deel 52 Ole Tobiasen, die tussen 1997 en 2002 bij Ajax speelde.
Hij stond vijf jaar onder contract bij Ajax, scoorde tijdens zijn officiële debuut twee keer op bezoek bij FC Utrecht, maar kwam door blessures uiteindelijk tot slechts 35 wedstrijden voor de Amsterdamse club. Na zijn spelerscarrière werd Ole Tobiasen (48) trainer. ‘Aan de ene kant heb ik een fantastische periode gehad, want Ajax is een mooie club. Maar dat revalideren is gewoon zo zwaar, ook mentaal.’
Het voetbalavontuur van Tobiasen begon in zijn geboorteland. De Deen speelde tussen 1992 en 1995 bij FC Kopenhagen. Hij werd daar één keer landskampioen, won de Deense beker én de Supercup. Tobiasen debuteerde als achttienjarige jongen in het eerste elftal. ‘Daarna ging alles vrij snel, want al na tweeënhalf seizoen ging ik naar sc Heerenveen… Ik had al veel meegemaakt, met het kampioenschap bij de grootste club van Denemarken. Het Bosman-arrest kwam, waardoor je ineens transfervrij was. In de zomer van 1996 liep mijn contract af. FC Kopenhagen wilde wel verlengen, maar we kwamen er niet uit. SC Heerenveen was een mooie stap in mijn nog jonge carrière.’
SC Heerenveen wilde Tobiasen erg graag overnemen van de Denen, maar FC Kopenhagen wilde daar dan wel geld aan overhouden. In de winterstop van het seizoen 1995-1996 was Tobiasen met de Deense club op trainingskamp op Cyprus. ‘Toen ben ik op dinsdag letterlijk met een trolley - met een paar onderbroeken en mijn voetbalschoenen - op een vlucht richting Amsterdam gestapt. Mijn ouders zijn met wat kleding naar Heerenveen gereden. Vrijdag speelden we al thuis tegen Fortuna Sittard, toen maakte ik gelijk mijn debuut voor sc Heerenveen. Dat ging abnormaal snel, haha.’
In Friesland kwam Tobiasen met Jon Dahl Tomasson en Marc Nygaard twee landgenoten tegen. SC Heerenveen was de eerste buitenlandse club van de rechtsachter, die veel hulp kreeg van de Denen. ‘In plaats van dat ik de eerste maand in een hotel ging zitten, woonde ik bij Jon thuis. Dat maakte de overstap veel makkelijker. Alleen het niveau op de training was stukken hoger dan bij FC Kopenhagen. Dat was en is een topclub in Denemarken, maar de intensiteit op de training was bij Heerenveen gewoon hoger. Daarom was ik ook naar Nederland gekomen, om een volgende stap te maken.’
Uiteindelijk speelde Tobiasen anderhalf jaar bij sc Heerenveen. De Deen beleefde daar een succesvolle periode, die snel voorbij vloog, zo vertelt hij. ‘Het hoogtepunt was de bekerfinale tegen Roda JC (4-2 verlies), en dat we uit bij PSV met 0-1 wonnen. Na die wedstrijd begon er ineens heel veel interesse te komen’, blikt de verdediger kort terug op zijn periode in Friesland. Tobiasen noemt de keuze om te vertrekken ‘moeilijk’. Uiteindelijk koos hij in de zomer van 1997 voor een transfer naar Ajax. ‘Zo'n kans kon ik niet laten schieten. Er was met Morten Olsen natuurlijk ook een Deense trainer, dat hielp ook mee.’
‘Had Laudrup alleen zien voetballen en in één keer zat ik met hem in de kleedkamer’
Toch was het geen uitgemaakte zaak dat de Deen naar Ajax zou gaan. Er was namelijk ook interesse uit Portugal, Duitsland en Engeland. ‘Benfica, HSV en Newcastle United waren geïnteresseerd, dus dat waren best grote clubs. Ajax had twee jaar eerder de Champions League gewonnen, dus Ajax was gewoon heel erg groot. Ik kon wel voor het geld kiezen, maar ik heb ervoor gekozen om naar Ajax te gaan, omdat ikzelf dacht dat dat het beste was voor mijn ontwikkeling.’
Tobiasen hoorde via de voormalig technisch directeur van FC Kopenhagen dat Ajax geïnteresseerd was in zijn diensten. ‘Hij was destijds contactpersoon van Morten Olsen. Ik werd door hem gebeld of ik op gesprek wilde komen. Daarna heb ik mijn eigen zaakwaarnemer gebeld. Zo is het eigenlijk gegaan.’ In Amsterdam kreeg Tobiasen dus met een landgenoot te maken als hoofdtrainer. Morten Olsen wilde de rechtsachter graag hebben, maar de Deen stond ook al op de scoutingslijst van Ajax. ‘Ik wil niet zeggen dat een Deense trainer het voor mij makkelijker maakte. Morten zei voor mijn gevoel niet veel. Omdat het zo goed ging, kreeg ik weinig aandacht van hem, terwijl ik daar wel behoefte aan had. Gewoon even een: Ole, je bent goed bezig. Gewoon even bevestiging. Maar later zei Morten: Als je niks hoort, dan is het gewoon goed.’
In 1997 kwamen er - net als in het huidige seizoen - veel nieuwe spelers naar Ajax. Toch was dat destijds geen enkel probleem. ‘Je had nog steeds een basis staan met Van der Sar, Blind, De Boertjes, Witschge en Litmanen. Dani en Babangida waren er nog van het jaar ervoor. Dat is wat Ajax nu mist, maar wat er toen wel was.’ Daarnaast werden destijds ‘de echte toppers van Nederland’ naar Amsterdam gehaald. Van buitenaf werd Michael Laudrup eveneens binnengehaald. ‘Ik was een hele bescheiden jongen. Voor mij was Michael Laudrup natuurlijk mijn Deense idool… Ik had hem alleen zien voetballen en in één keer zat ik met hem in de kleedkamer. Hij kwam binnen en toen dacht ik: Kent hij me überhaupt? Weet hij wel wie ik ben? Hij zei: Hoi Ole. Maar dat weet je van tevoren niet, haha.’
Het was voor Tobiasen sowieso ‘apart’ om op zijn eerste dag de kleedkamer van Ajax binnen te stappen. ‘Het voelde alsof je daar bijna in je eentje zat. Ik zat echt zo rond te kijken, haha. De bekende Nederlandse spelers kenden elkaar natuurlijk al heel lang. Ik zocht een beetje contact met de nieuwe jongens, met Michael (Laudrup, red.) en natuurlijk met Tom Sier, die ik al van sc Heerenveen kende. Uiteindelijk klikte het op de een of andere manier gewoon tussen iedereen in de kleedkamer.’
‘Sommige wedstrijden waren in 1997-1998 veel makkelijker dan de trainingen’
Op 31 augustus 1997 debuteerde Tobiasen in Ajax 1. De Amsterdammers gingen op bezoek bij FC Utrecht en wonnen met 1-7. De Deense debutant scoorde twee doelpunten. Wat Tobiasen nog van zijn debuutwedstrijd weet? ‘Dat ik twee keer gescoord heb en dat we met een grote uitslag wonnen. Zo'n uitslag is niet normaal voor een uitwedstrijd tegen FC Utrecht’, reageert de voormalig rechtsachter nu. Tobiasen kwam bij Ajax in een elftal terecht dat voor een groot deel bestond uit Champions League-winnaars. De Deen heeft van iedereen veel geleerd, omdat hij in een ploeg met een enorm hoog niveau kwam, zo vertelt de voormalig verdediger. ‘Het was gewoon fantastisch om Van der Sar achter je te hebben. Je hoefde niet naar achteren te kijken, want hij was je continu aan het coachen. Of je moest in een groot stadion spelen waar je hem niet kon horen. Hij kon meevoetballen. Hij kon letterlijk alles… Blind had zoveel ervaring en rust, daar leerde je van. Frank de Boer speelde een beetje op mijn positie. Hij stond toen ook back, voordat hij centraal ging spelen. Daar kijk je naar, van hoe vult hij het in? Dan heb je die middenvelders: Ronald de Boer, Witschge en Litmanen. Dat zijn allemaal voorbeelden waar je gewoon veel van kunt leren.’
Volgens Tobiasen waren zijn teamgenoten niet heel erg met hem bezig, maar de rechtsachter kreeg soms wel adviezen, onder meer van Ronald de Boer. ‘Hij was heel belangrijk in het coachen. Hij nam me ook mee. We waren toen goede vrienden, ook buiten het veld. Ik ben later nog bij hem op bezoek geweest in Barcelona. Hij nam me wel mee in een soort vaderrol, om mij verder te ontwikkelen. Niet zozeer in het één-tegen-één spelen, maar meer in het balbezit of positie kiezen. Babangida, Ronald en ik hadden gewoon vaste afspraken.’
De Deen was naar eigen zeggen ‘gewoon heel goed bezig’ in zijn beginperiode bij Ajax. Hij verraste ‘alles en iedereen’ - inclusief zichzelf - dat hij mee kon op dat niveau. ‘Maar omdat ik bij Heerenveen heel veel positiespelletjes, loopscholing en passen en trappen had gedaan, was die stap niet zo groot. Was ik van FC Kopenhagen gekomen, dan was het zoals Gaaei nu. Dat had ik nooit zo kunnen invullen. Het had misschien wel gekund, maar dan had het langer geduurd voordat ik op dat niveau was. Dat tussenstapje was voor mij perfect.’ Wat Tobiasen nog goed weet, is dat hij bij Ajax iedereen kon inspelen, ook met een man in de rug. ‘Daar word je zelf ook gewoon beter van. Het voetbalt zoveel makkelijker. Sommige wedstrijden waren echt veel makkelijker dan de trainingen.’
‘Dat is alsof je zelf in zo’n PlayStation-spel zit, heel apart, haha’
In het eerste seizoen van Tobiasen won Ajax de dubbel in Nederland. De Deen speelde na november echter niet meer vanwege een kruisbandblessure. Hij kijkt dan ook met gemengde gevoelens terug op het seizoen 1997-1998. ‘Niemand wil geblesseerd raken, helemaal niet zo’n kruisbandblessure. Maar toen - de eerste keer - dacht ik: Het moet zo zijn en volgend seizoen sta ik daar weer. Natuurlijk ben je superblij dat je kampioen bent geworden en de beker hebt gewonnen, maar het gevoel is gewoon heel anders dan wanneer je zelf speelt.’ Uiteindelijk wilde Tobiasen snel revalideren, zodat hij met Denemarken mee kon naar het WK 1998. De Deense bondscoach wilde de rechtsachter oproepen als hij fit was. ‘Ik was ook fit en had volledig meegetraind bij Ajax. Maar toen werd ik bij Ajax binnengeroepen op kantoor en zeiden ze: We laten je niet gaan, omdat je net terugkomt en het risico te groot is. Dat was wel een zware mededeling om te krijgen.’
Nu begrijpt Tobiasen het standpunt van de Amsterdamse club nog steeds, maar tegelijkertijd wilde hij enorm graag naar het WK. ‘Het enige wat ik als voetballer niet heb meegemaakt, is een WK of een EK. Voor de rest heb ik het allemaal meegemaakt, zoals de Champions League en interlandwedstrijden... Ik snap Ajax ook wel. Zij dachten ook: Er komen hopelijk genoeg EK’s en WK’s waar je aan deel kunt nemen. Maar dat is er nooit van gekomen, omdat ik dan weer geblesseerd raakte.’
Zoals Tobiasen al zegt, werd hij als speler van Ajax wel opgeroepen voor het Deense elftal. Hij speelde uiteindelijk zes interlands. ‘Dat was fantastisch. Het is toch je grote droom’, vertelt de oud-verdediger over het spelen van interlands. ‘Die eerste wedstrijd vergeet je ook nooit. Het was thuis tegen Kroatië. Dat moet je gewoon meemaken. Iedereen zingt het volkslied voor jou en het team. Toen brak ik bijna. Dan knijp je jezelf in je arm van: Dat ik dit mag meemaken…’ Tobiasen maakte iets soortgelijks mee tijdens zijn eerste wedstrijd in de Champions League. ‘Ik was gewend om het op de PlayStation te spelen. Ineens kom je dan zelf het veld op. Dan hoor je dat deuntje en zie je die kinderen met dat doek zwaaien in de middencirkel. Dat is alsof je zelf in zo’n PlayStation-spel zit. Heel apart, haha.’
In zijn tweede seizoen bij Ajax (1998-1999) begon Tobiasen opnieuw als basisspeler, maar de verdediger raakte in november weer geblesseerd aan zijn kruisband. Hij miste het restant van de competitie. Tijdens dat seizoen wilden de gebroeders De Boer vertrekken bij Ajax. De Amsterdamse club had met Ronald de afspraak dat hij mocht vertrekken, terwijl Frank nog twee jaar bij Ajax zou blijven. Na het WK 1998 mocht Ronald toch niet vertrekken. Hierna verklaarde Frank zich solidair met zijn broer en wilden De Boertjes allebei vertrekken. Uiteindelijk vertrokken ze in januari 1999 naar FC Barcelona. ‘Dat was heel vreemd natuurlijk’, reageert Tobiasen. De Boertjes richtten hun pijlen op trainer Olsen en dat zorgde voor onrust binnen de selectie. ‘Ze kwamen niet meer opdagen, ze trainden niet. Maar in één keer kwamen ze wel, trainden ze een of twee keer en stonden ze gelijk in de basis. Terwijl ze bijna niet getraind hadden… Dat brengt gewoon onrust. Het zijn fantastische spelers, maar dan kan iedereen zo gaan doen. Dan komt de volgende die zegt: Ik wil ook weg. Het was heel apart, ook voor Morten Olsen. Het heeft uiteindelijk wel zijn kop gekost.’
‘Ik heb een fantastische periode gehad, want Ajax is een mooie club’
Uiteindelijk speelde Tobiasen tussen 1997 en 2002 slechts 35 wedstrijden voor Ajax 1. De Deen kampte in zijn laatste drie seizoenen opnieuw met blessures en kwam daardoor niet meer in actie in het eerste elftal. Hij kijkt dan ook met dubbele gevoelens terug op zijn periode in Amsterdam. ‘Aan de ene kant heb je in de eerste twee seizoenen natuurlijk iets heel moois bereikt. Sowieso al dat je bij zo’n grote club mag spelen. Maar die blessures hebben zoveel slechte dingen betekend. Je bent eigenlijk alleen maar aan het revalideren… Ik heb er een fantastische periode gehad, want Ajax is een mooie club. Maar dat revalideren is gewoon zo zwaar en zo kut, ook mentaal. Daardoor leer je wel heel veel andere mensen kennen, zowel binnen als buiten de club. Er ging een hele andere wereld open, omdat je niet kon spelen. Ondanks alle blessures heb ik wel een mooie tijd gehad.’
Tobiasen werd in zijn tijd bij Ajax drie keer geopereerd aan zijn kruisband. De Deen vertelt dat er na zijn derde operatie veel twijfels waren over zijn toekomst als voetballer. ‘Ik was eigenlijk afgeschreven. Het is nog nooit eerder voorgekomen dat iemand drie keer geopereerd is aan één knie, dus het risico was natuurlijk groot. Als het nog een keer zou gebeuren, dan moest ik gelijk een kunstknie. Na de laatste operatie zat de kruisband er perfect in. Dan moet je zoveel pech hebben dat het weer misgaat… Ik heb destijds wel getwijfeld, maar toch bleef ik hopen dat het goed kwam.’
In het seizoen 2001-2002 was Tobiasen in maart weer fit. Tijdens zijn laatste maanden als Ajacied speelde hij met Jong Ajax in een reservecompetitie. ‘Mijn contract liep af en ik wist dat het niet verlengd werd. Ze lieten me af en toe meetrainen met het eerste, maar normaal gesproken trainde ik met Jong Ajax, wat een heel goed team was. Ik speelde op het eind dan wedstrijden bij Jong Ajax. Dat hebben ze wel netjes gedaan.’
Zoals Tobiasen zegt was Jong Ajax in het seizoen 2001-2002 erg sterk. Het beloftenelftal bereikte de halve finale van de KNVB Beker, waarin er na strafschoppen werd verloren van FC Utrecht. Als er werd gewonnen, stonden Ajax 1 en Ajax 2 tegenover elkaar in de bekerfinale. Tobiasen zat dat duel op de bank. Met jongens als Maarten Stekelenburg en Nigel de Jong was Jong Ajax destijds een team vol talent, maar er zaten meer bekenden in. ‘Sneijder en Van der Vaart waren goed, dat was niet normaal. Ze waren ook brutaal, haha. Ze kwamen net uit de A1, dan krijg je een penalty en pakken zij gewoon de bal. Zij waren echt grote talenten, maar ik wist niet dat het wereldvoetballers zouden worden.’
‘Wij hebben als spelers met spandoeken een demonstratiemars door Alkmaar gelopen’
Na zijn laatste maanden bij Jong Ajax vertrok Tobiasen in de zomer van 2002 transfervrij bij Ajax. De Deen tekende een contract bij AZ. ‘Ik was nog bezig om wedstrijdritme op te doen. Toen kreeg ik de kans om dat bij AZ verder op te bouwen. Dat was natuurlijk mooi. Ik kon gewoon in Nederland blijven en ik hoefde niet te verhuizen. Dat maakte mijn keuze ook een stuk makkelijker. Nederland voelde voor mij al een beetje als mijn thuisland.’
Onder trainer Henk van Stee speelde Tobiasen in het begin niet altijd bij AZ, maar nadat Co Adriaanse het overnam veranderde dat. Toch vertrok de Deen na een half jaar uit Alkmaar. Hij keerde terug naar FC Kopenhagen. ‘Of het achteraf een domme keuze is? Ja en nee. In die jaren bij Kopenhagen ben ik vaak kampioen geworden, maar het voetbal was toch een stuk minder. Als je nu terugkijkt hoe AZ zich ontwikkelde in de jaren daarna... Het is natuurlijk fantastisch wat ze hebben bereikt. Ik denk dat ik verder was gekomen als ik gewoon bij AZ was gebleven.’
Toch was er in het seizoen 2002-2003 veel onzekerheid bij AZ. Voorzitter Dirk Scheringa wilde het oude stadion inruilen voor het huidige stadion. Rondom het AFAS Stadion wilde Scheringa een winkelcentrum maken. Als dat niet doorging, zou hij de club failliet verklaard hebben. ‘Wij hebben als spelers met spandoeken een demonstratiemars door de binnenstad gelopen. Ik dacht: Jezus, hier zit ik niet op te wachten. Het hele team moest meelopen, dus ik dacht: Wat gaat hier gebeuren? Toen vroeg FC Kopenhagen of ik interesse had om terug te keren in de winterstop. Dat was wel het hoogste niveau. Ze waren kampioen geworden en speelden in de voorronde van de Champions League. Het was een moeilijke keuze. Want ondanks dat het een grote club was, lagen ze gewoon achter op wat je gewend was van Ajax en AZ.’
‘Jammer dat Gaaei niet de tijd heeft gehad om langzaam te kunnen leren’
Uiteraard volgt de voormalig rechtsachter van Ajax zijn oude club nog op de voet. Tobiasen kijkt dit seizoen ‘af en toe met droeve ogen’ naar de Amsterdamse club. ‘Het is gewoon jammer dat dit heeft kunnen gebeuren, qua inkopen. Er zijn kwalitatief minder goede spelers gehaald ten opzichte van wat er weg is gegaan. Ik vind het wel spijtig dat één man dat heeft kunnen doen. Dan heb ik het over Sven Mislintat. Dat zoiets bij zo’n grote club kan gebeuren, verbaast me wel.’
Tobiasen ziet met Jorrel Hato ook een lichtpuntje in het huidige Ajax. Tegelijkertijd vindt de oud-rechtsback ook dat de zeventienjarige verdediger nog genoeg verbeterpunten heeft. ‘Hij maakt ook fouten, maar dat is logisch. Als zo’n jongen een ervaren man naast hem heeft, kan hij groeien. Degene die nu naast hem speelt (Josip Šutalo, red.), is zo met zichzelf bezig en kent het Ajax-voetbal niet echt. Op dit moment klopt de mix gewoon niet.’
Een van de aankopen is de Deense rechtsachter Anton Gaaei. Natuurlijk vragen we Tobiasen ook naar zijn mening over zijn landgenoot, die op dezelfde positie speelt als hij. ‘Het is een beetje sneu voor die jongen, hoe hij is begonnen bij Ajax. Hij had gewoon langzaam gebracht moeten worden. Alleen hij wordt gelijk voor de leeuwen gegooid in een team dat helemaal niet draait’, vertelt Tobiasen over Gaaei, die volgens de oud-Ajacied nog veel moet leren. ‘Hij heeft er nu geen tijd voor gehad om langzaam aan Ajax te wennen. Aan het niveau, de manier van spelen en de manier van verdedigen… Het is gewoon jammer dat hij niet de tijd heeft gehad om dat langzaam te kunnen leren, of om het in een goed team te kunnen leren. Nu komt hij in dit elftal, wat een van de slechtste ooit is die ik in de Ajax-geschiedenis heb gezien.’
‘Ik zie wel kwaliteiten bij hem, maar hij had nog één of twee jaar nodig om in Jong Ajax langzaam op niveau te komen’, vervolgt de Deen zijn verhaal over de rechtsback van Ajax. Volgens Tobiasen beschikt Gaaei over het loopvermogen en een goede voorzet. ‘Alleen vind ik hem in het verdedigende wel matig, in het positie kiezen of in de één-tegen-één.’ De oud-trainer van Almere City denkt dat de Ajacied er uiteindelijk wel komt. ‘Hij zal zeker een mooie carrière tegemoet gaan, maar of hij echt basisspeler bij Ajax gaat worden, daar heb ik nu mijn twijfels over. Hij moet nog veel leren. Ik had gehoopt dat hij verder was dan wat hij nu laat zien.’
Ajax Showtime sprak uitgebreid met Ole Tobiasen. Later verschijnt er op deze site een interview over zijn trainerscarrière. Hierin blikt Tobiasen terug op zijn ontslag bij Almere City, zijn periode bij sc Heerenveen en kijkt hij vooruit.
Niels Opdam (email: n.opdam@ajaxshowtime.com)
Plaats reactie