Door de jaren heen is er altijd volop geschreven over het wel en wee van Ajax en zo zijn daar ook talloze boeken uit ontstaan. Verhalen die menig Ajacied nog tot in lengte van jaren blijft herinneren, maar ook nieuwe inzichten uit eerdere gebeurtenissen worden vaak tot boekvorm verheven. In de 'Ajax Boekenkast' spreken we met auteurs van Ajaxboeken die deel uitmaken van de recente en minder recente historie van de club. In deel 6: Jonathan Ursem over ‘Ajax in Afrika’ uit 2020.
Jonathan Ursem (1981) is schrijver en eigenaar van uitgeverij Vesper Publishing. Eerder was hij onder meer hoofdredacteur van Nieuwe Revu en tussen 2012 en 2016 woonde hij in Zuid-Afrika, waar hij samen met zijn vrouw marketing- en communicatiebureau Label Orange runde. In 2020 kwam zijn boek Ajax in Afrika uit, over de rise & fall van Ajax Cape Town. Voor een gesprek over deze bijzondere club spreken we af in Amsterdam.
‘Ik kom oorspronkelijk uit Arnhem, dus dan ben je automatisch voor Vitesse. Ik had op de middelbare school ook een Vitesse-agenda en ging een enkele keer naar een wedstrijd. Dat was ook in de periode dat Cocu, Helder, Bos en Van der Gouw daar speelden en mijn persoonlijke favoriet was Hans Gillhaus. Maar halverwege de jaren negentig kon je gewoon niet om Ajax heen’, vertelt Ursem. ‘Dat voetbal was zo mooi en goed en stal vele harten, inclusief het mijne. Daarna ben ik de club blijven volgen. Er zijn niet veel steden op de wereld die ook een Ajax hebben, maar Kaapstad wel. Ik ben er eerst een keer op vakantie geweest en naar een wedstrijd gegaan en als je er eenmaal woont, is het vanzelfsprekend dat je een voetbalclub uit die stad gaat volgen. Zeker als de club Ajax heet en in dezelfde kleuren speelt.’
De auteur vertelt over zijn band met Kaapstad. ‘We wilden allebei in het buitenland wonen en een eigen bedrijf hebben, maar we spreken alleen Nederlands en Engels. Dan valt een groot deel van de wereld af. We hielden allebei van lekker weer en wilden, als het even kon, ook in dezelfde tijdzone blijven wonen. Dan blijft er eigenlijk maar één land over en dat is Zuid-Afrika. Ik kende het al, want ik had er familie wonen en was er al eens geweest. Het was dus een vrij logische keuze.’
Terug in Nederland besloot Ursem te schrijven over de bijzondere samenwerking tussen Ajax Amsterdam en Ajax Cape Town, een fusieclub ontstaan in 1999 tussen de Kaapse voetbalclubs Seven Stars en Cape Town Spurs. ‘We zijn in 2016 terugverhuisd naar Nederland en pas bij terugkomst dacht ik: Waarom schrijf ik er geen boek over? Ik had al veel geschreven over Zuid-Afrika als freelancer, was toch wel een beetje verliefd geworden op Kaapstad en wilde toch wel een band met die stad houden. Dus toen dacht ik aan een boek, waarbij ik nog een keertje terug kan voor interviews en dan houd ik nog een beetje binding met de stad. Eigenlijk een soort alibi om terug te kunnen naar de stad waar we met veel plezier gewoond hebben.’
Een hotdog voor een paar cent
In Zuid-Afrika merkte Ursem dat een wedstrijdbezoek compleet anders is dan in Nederland. ‘Ik vond Ajax Cape Town een hele sympathieke club en ergens ook wel tragisch. Toen ik daar kwam, stelde het stadion eigenlijk niet veel voor, het niveau was onvergelijkbaar met Ajax en het was allemaal vrij knullig. In het boek schrijf ik ook dat ik een keer een broodje hotdog wilde bestellen en dat ik het bedrag niet goed had gehoord. Ik gaf honderd rand (omgerekend zo’n vijf euro, red.) en zei: Hou maar. Maar het was iets van tien rand, dan hebben we het over centen. Je kunt overal lopen in het stadion, met spelers kletsen in het spelershome en daar wat eten of drinken waar de spelers bij zijn. Het is heel kneuterig eigenlijk. Een soort grote amateurvereniging, ook qua faciliteiten. Ik vond daar ook een soort tragiek dat het “grote Ajax” daar spelers probeerde op te pikken.’
Ursem heeft meteen een antwoord op de vraag met wie hij het meest interessante interview voor zijn boek heeft gehad. ‘Zonder enkele competitie is dat de oude manager van de fanshop in Kaapstad, Mark Kulp. Toevallig heb ik laatst nog met hem gegeten, want hij was in Amsterdam voor een trouwerij en ik heb altijd contact met hem gehouden. Ook als ik in Kaapstad ben, spreken we af. Die man heeft alle fases van de club meegemaakt tot een maand voor het einde, toen hij werd ontslagen. Hij was de kern van de supportersgroep en bracht iedereen bijeen. Hij ging soms zelfs langs de deuren met de boodschap: Hé jongens, zaterdag hebben we een belangrijke wedstrijd. Je moet komen. Al die verhalen over de supporters daar verbaasden me enorm. Iedereen in die gemeenschap zorgde voor elkaar, het was zo’n sociaal gebeuren.’ Eind 2022 sprak Ajax Life met Kulp over het door hem opgezette goede doel Kinders van die Kaap, opgericht om kinderen in armoede te helpen, onder meer door ze te voorzien van een warme maaltijd. ‘Dat vind ik eigenlijk het mooiste gedeelte van het verhaal’, zegt Ursem.
‘Het niveau van Jong Ajax lag destijds hoger dan dat van Ajax Cape Town’
Ajax Cape Town kende een aantal Nederlandse trainers in zijn historie. De meest succesvolle Nederlandse oefenmeester in de ruim twintig jaar dat de club bestond, was Foppe de Haan. Zo werd de Fries met zijn ploeg in 2011 op een haar na geen kampioen van Zuid-Afrika. ‘Die heeft inmiddels ook een band met Kaapstad en gaat er vaak naartoe. Je vraagt je wel af waarom zo iemand die keuze maakt. Het niveau van Jong Ajax lag destijds hoger dan dat van Ajax Cape Town. Je moet het dus doen vanwege een soort overtuiging dat je die mensen wil helpen om beter te voetballen, maar ook om ze sociaal vaardiger te maken, je wil dat ze naar school gaan en een veilig thuis hebben. Er komt veel meer bij kijken dan puur wedstrijden winnen.’
Ook voormalig trainer van Jong Ajax, Andries Ulderink was een periode trainer van Ajax Cape Town (2018-2020). ‘Hij zei: Die jongens komen ‘s ochtends op de club en zijn hartstikke moe, want ze wonen in een gammel huisje. Waarschijnlijk met heel veel mensen op een paar vierkante meter. Er is altijd gedoe of lawaai en ik vraag me af of er wel voldoende te eten is. Dus als zo’n voetballer op de club kwam was het maar de vraag of hij uitgerust was en zijn voeding had gekregen. Dat soort sociale aspecten spelen dan ook.’
Om de spelers te ondersteunen, zette Ajax Cape Town het Lambda Institute op, een internaat op de club waar de voetballers konden wonen, studeren en voetballen. ‘Dat is wel echt de Ajax-manier om bij te dragen aan een betere samenleving’, stelt Ursem. ‘De club zorgde ervoor dat ze een paar keer per dag goede voeding kregen. Hans Vonk heeft een aantal weken bij zo’n speler thuis gewoond, omdat hij wilde leren hoe het is om in zo’n township te leven. Gewoon om die mensen te begrijpen en hij heeft daar heel veel van geleerd. Dat is wel lovenswaardig.’
Waar technisch directeur Vonk ervoor koos om op zijn manier dichtbij de mens achter de voetballer te komen, daar koos Ulderink ervoor om het op de club zo veel mogelijk bij het voetbal te houden, maar spelers wel individueel te begeleiden. ‘Ik heb een aantal trainingen van Andries gezien en het viel me op dat hij één-op-één heel persoonlijk is met die jongens. Echt een type trainer dat een arm om de schouders legt als een soort vaderfiguur’, vertelt Ursem. ‘Maar ik vroeg hem: Ben jij net als Hans ook bij die spelers thuis geweest? Maar ik merkte dat hij het spannend vond om die townships in te gaan. Toen heb ik hem aangeraden om een keer samen met de teammanager te gaan. Daar wilde Andries wel een keer werk van maken.’
‘Hij heeft gewoon een appje naar Van der Sar gestuurd of hij bij Jong Ajax mocht meetrainen’
Ursem heeft geen uitgesproken favoriet qua speler die zowel in Amsterdam als Kaapstad uitkwam. ‘Geen van die spelers heeft echt mijn hart gestolen. Het waren allemaal oké-voetballers, maar geen wereldtop. Je kunt van Pienaar zeggen dat hij misschien de beste was van het stel, maar eigenlijk vond ik geen van hen fantastisch. De meest bijzondere speler van het stel, die transfer staat niet in het boek, is Nick Hengelman. Eigenlijk vind ik dat wel het charmantste verhaal. Hij vertrok uit Kaapstad en de club bestond niet meer, maar ik denk dat als Vonk en Ulderink waren gebleven, hij niet was gegaan. Hij was echt de publiekslieveling en deed het ook goed. Een slimme jongen die ook de anderen goed coachte.’ Ursem vertelt hoe de doelman in Amsterdam terechtkwam. ‘Hij heeft gewoon een appje naar Van der Sar gestuurd of hij bij Jong Ajax mocht meetrainen. Dat was goed en hij kreeg zelfs een contract bij Jong Ajax. Eigenlijk vind ik dat het leukste verhaal, omdat het na het uitkomen van het boek is gebeurd en hij ook de laatste is die de stap van Kaapstad naar Amsterdam heeft gemaakt.’
De Afrikaanse voetbalcultuur wordt in Nederland vaak als “cult” omschreven. ‘Het kleeft een beetje aan die spelers’, beaamt Ursem. ‘Sander Westerveld, oud-keeper van Ajax Cape Town, zei: Stel dat we met 7-0 zouden verliezen en één van mijn verdedigers speelt iemand in zijn eigen strafschopgebied door de benen, dan heeft hij een topwedstrijd gespeeld. Ook al ga je met 7-0 naar huis, je hebt toch je eigen moment van flair en brutaliteit laten zien. Dat is wel een beetje de Afrikaanse manier van voetballen: een beetje voor de show en minder nadenken over je rol in het geheel. Het gaat meer om eigen gewin en succes. Dus de term cult begrijp ik wel. Ze zijn vaak ook wat impulsiever en explosiever. Enoh is bijvoorbeeld heel gelovig, maar kon ook zomaar iemand de hel inschoppen bij wijze van spreken. Ze zijn wat anders dan de rest, zo zijn ze opgevoed, en dat wordt dan uitvergroot door het publiek. Die vinden het leuk dat er een paar van die mafketels tussen zitten. Heel anders dan Scandinaviërs bijvoorbeeld. Die zullen minder snel een cultheld worden.’
Het boek Ajax in Afrika verscheen een aantal maanden voor het einde van de samenwerking tussen Ajax Amsterdam en de zusterclub in Kaapstad. Hierdoor kent het verhaal van Ursem een open einde. Zelf kreeg de schrijver niet het signaal dat de samenwerking in de zomer van 2020 zou stoppen toen hij aan het boek werkte. ‘Vanuit Amsterdam waren de signalen: We blijven erin en we steunen het. Zij hadden ook Vonk en Ulderink als koppeltje neergezet met het idee: Het komt wel goed. Maar een week voor de deadline werden ze eruit gegooid. Dat moest ik toch nog even meepakken in een paar zinnen, maar toen zag je al een beetje aankomen dat het een afrondende zaak was.’ Ursem zou graag een vervolg schrijven. ‘Ik zou dolgraag nog een keer dit boek willen schrijven en het dan zelf uitbrengen, maar dan met de laatste paar maanden van de club erbij. De interviews die ik daarvoor nodig heb, heb ik eigenlijk al gedaan. Het is een kwestie van tijd’, besluit Ursem.
Brent Tomassen (X: @Brent_Tomassen | E-mail: b.tomassen@ajaxshowtime.com)
Meer Ajax Boekenkast:
Deel 1: 'Een student had mijn stuk over Real Madrid-Ajax op het toilet hangen'
Deel 2: 'Verschillen tussen Cruijff en Van Gaal werden enorm opgeblazen'
Deel 3: 'Richard vond "Patatgeneratie" een rare term'
Deel 4: 'Het Ajax-shirt straalt souplesse uit'
Deel 5: ‘Ik denk dat Nouri als icoon en verbinder ongelooflijk belangrijk is geweest’
Plaats reactie