Inspanningsfysioloog Raymond Verheijen heeft in gesprek met Voetbal International flink uitgehaald naar Johan Cruijff en diens Fluwelen Revolutie. Volgens de geboren Amsterdammer was Cruijff briljant op detailniveau, maar had hij niet het vermogen om eerst een duidelijk kader aan te brengen.

'Zij (ook Wim Janssen, red.) gaan een huis bouwen en beginnen direct te praten over de kleur van de stopcontacten, terwijl nog niet eens de fundering is gelegd', begint Verheijen. 'Dat is gebeurd met Cruijff bij Ajax. Fluwelen revolutie werd fluwelen ruïne. Allemaal oud-voetballers werden jeugdtrainer. Ze gedroegen zich nog als speler. Kwamen te laat, trainingen gingen niet door. Waardoor een tweedeling ontstond tussen ongedisciplineerde, ongeschoolde oud-voetballers en kundige trainers.'

Bij Ajax begon men in die tijd ook met perfomance coaches te werken. 'Performance betekent prestatie. De prestatie in het voetbal is winnen. Een prestatiecoach houdt zich dus bezig met het verbeteren van aanvallen, verdedigen en omschakelen. Wie is daar verantwoordelijk voor? De voetbaltrainer. Als je van iemand de holistische aanpak verwachtte, was het Cruijff. Maar onder zijn verantwoordelijkheid werden atletiek- en judotrainers ineens prestatiecoaches genoemd, terwijl ze ergens in de periferie leerden om een spiertje anders aan te spannen', is Verheijen tenslotte kiezelhard in zijn oordeel.