Sjaak Swart is nog steeds topfit, zo vertelt hij in gesprek met Santos. Ook is hij nog altijd messcherp en merkt alles nog op. Met hetzelfde blad heeft hij het over zijn tijd als speler en over zijn jeugd.

Swart begint over zijn huidige fitheid. 'Ik ben bijna de laatste van de gouden Ajax-generatie die er nog is. En nog fit, hoor! Elke dag doe ik oefeningen. Kijk, zo (gaat tien keer op zijn tenen staan, red.). Nooit last van mijn kuiten, nooit geblesseerd. Het is ook geluk', zegt hij.

Verder is Mister Ajax nog altijd zo scherp als een mes. 'Ik heb nog steeds geen bril nodig. Laatst keek ik met Van Gaal en Koeman naar een wedstrijd. Ik zeg: dat is hands! Zij zeggen: dat kun je vanaf hier toch nooit zien? Ik zeg: tuurlijk wel. Nou, het bleek hands te zijn maar de scheids had het weer eens niet gezien. Ha!'

In zijn tijd als speler heeft de inmiddels 86-jarige Swart altijd voor de sport geleefd. 'Altijd trainen. Niets gedronken, nooit gerookt. Nou en dat was niet makkelijk in de jaren 60, 70. Iedereen dronk wat, de helft rookte, ging op stap en ik had zelf nota bene een sigarenzaak. Ik dook om kwart voor tien mijn bed in.'

Tekst gaat verder onder de foto.

Swart leert nog altijd veel aan anderen: 'Zelfs een PSV-supporter als Lammers'

Trainen doet de ras-Ajacied nog altijd. 'Met een groepje bij Zeeburgia, waaronder Guus Hiddink en acteur Frank Lammers. Doen we een rondo. Nou en ik moet zeggen: hij wordt steeds beter, die Frank! Daar kan ik echt van genieten, dat-ie wat van me leert. Dat heb ik altijd gehad. Het is echt niet alleen ikke, ikke, ikke. Anderen moeten ook beter worden. Zelfs een PSV-supporter als Lammers', vertelt hij.

Ook wedstrijden spelen kan Swart nog altijd aan. 'Of ik geen wedstrijden meer kan spelen op mijn 86ste? Hoe kom je erbij? Lucky Ajax ligt stil sinds corona. Anders zou ik nog spelen.' Hij laat ook weten dat hij zich hard maakt voor walking football. 'Laatst was ik bij Excelsior Maassluis om dat te introduceren.'

'Zei ik tegen een man die het wel een beetje kon: als jij nou een paar meter naar links gaat lopen, dan leg ik ze zo op je stropdassie. Nou die maakte er zes, had nog nooit zo lekker gevoetbald!', klinkt hij tevreden.

Swart over zijn jeugd: 'De mensen hingen uit de ramen om dat te zien'

Over zijn jeugd heeft de oud-speler ook het één en ander te vertellen. Swart groeide op in Amsterdam-Oost, in de Dapperbuurt. 'Heb daar op straat al zoveel mooie goals gemaakt, de mensen hingen uit de ramen om dat te zien. Tegen de keeper zei ik na de goal: welterusten. Zo zijn we opgegroeid, met bluf, branie.'

Hij sluit af: 'Mijn vader was juist een heel rustige man, een behoorlijke speler, ook rechtsbuiten, maar mijn trap was beter. En ik kon alles met een balletje vanuit de lucht. Koppen kon ik ook. Kunnen die buitenspelers nu niet meer. Ik kop ze er hier nog allemaal uit.'