Ronald de Boer is nog altijd dolblij met het winnen van de Champions League in 1995. De Amsterdammers waren in de finale te sterk tegen AC Milan en hoewel het als een groot succes achterblijft, weet De Boer nog dat het een draak van een wedstrijd was.

'Het was voor mij het allerhoogst haalbare als clubspeler', stelt hij desondanks bij Tussen de Palen op Ziggo Sport. 'En dan had je ook nog eens een belangrijk deel uitgemaakt van het team. De bijdrages van mijn broer en mij waren doorslaggevend geweest, net als bijvoorbeeld die van Kluivert en Kanu. Iedereen had zijn bijdrage, dus je voelde dat je een gedeelte van de beker was. Dat maakt je trots.'

In de eerste helft van het duel met AC Milan ging het Ajax niet voor de wind. In de rust nam Frank Rijkaard het woord, weet De Boer nog. 'Het ging om het winnen van de beker, ten koste van alles. Het was misschien eenmalig dat dit stond te gebeuren, dus we moesten niet denken dat we dit even snel zouden gaan beslissen. Al win je hem in de 89ste minuut, dat maakt niet uit. Hij nam het woord om ons te doen beseffen dat het die wedstrijd alleen maar om winnen ging.'

Het was uiteindelijk Patrick Kluivert die in de 85ste minuut van het duel de winnende treffer binnen wist te punteren. 'Het was een typische Kluivert-goal', stelt zijn teamgenoot van toen. 'Ongelooflijk sterk. Hij was een jongen die alles in zich had voor een geweldige spits. Het fysieke, het doeltreffende met links en rechts, kopsterk en hij had snelheid. Hij was een echte spits.'

Ajax' spelersgroep in 1995

Over de spelersgroep van dat seizoen is De Boer erg te spreken. Hij komt te spreken over saamhorigheid bij het Ajax van toen. 'Je trekt elke dag met elkaar op, dus je deelt lief en leed met elkaar. Het was meestal niet zo dat je bij elkaar over de vloer kwam, want je zag elkaar elke dag al. We waren echt een homogene groep. Natuurlijk had je dolletjes, in die tijd waren Sonny Silooy en Peter van Vossen dat. Rijkaard ook wel, met zijn droge humor.'