Vorig seizoen was Viktor Fischer de revelatie van de klassieker. Met twee doelpunten legde hij eigenhandig Feyenoord over de knie (3-0). Dit seizoen wilde hij graag Daryl Janmaat als directe tegenstander maar dat gaat niet door. 'Door tegen Janmaat te spelen, was het de grootste uitdaging geweest.' Deze klassieker wilde de jonge Deen graag zichzelf bewijzen tegenover Oranje-international Janmaat en baalt als een stekker dat dat niet door kan gaan. Janmaat is niet op tijd herstelt van een blessure. ‘Begrijp me goed, ik heb respect voor Daryl. En ik bekijk altijd beelden van mijn tegenstander. Maar door tegen Janmaat te spelen, was het de grootste uitdaging geweest. En die heb ik nog nodig om het beste uit mezelf te halen. Al is het niet zo dat je een minder gemotiveerde Viktor ziet nu Janmaat niet speelt, maar het is toch anders. Ik weet dat dit misschien niet goed is, hoort bij de leeftijd en moet eruit. Daar ben ik het mee eens.’

Ook zonder de back van Feyenoord kan hij nog genieten van de wedstrijd van het jaar. ‘Voor Feyenoord thuis hoeft niemand zich op te laden. Maandag denk je er al aan. Dinsdag, woensdag en donderdag nog meer en vrijdag en zaterdag word je vlijmscherp.’

Fischer baalt dat hij weinig de bal krijgt ‘Als je de hele tijd de bal wilt hebben, moet je geen buitenspeler bij Ajax zijn. Maar als je één of twee keer in de wedstrijd beslissend wilt zijn, dan moet je dat wél. Bojan Krkic, Lucas Andersen, Tobias Sana en ik moeten zorgen dat wij als we de bal krijgen er iets goeds mee doen. En als ik voor de goal kom, ben ik vaak dodelijk.’

Toch ziet hij dat vooral als kritiek op zichzelf. ‘Maar dat blijft mijn eigen verantwoordelijkheid. Ik blijf soms staan, wacht of ik de bal zal krijgen. Het is zaak te leren meer aan de bal te komen door naar binnen te komen, maar ook mijn mond open te trekken als Christian Eriksen aan de bal is. Het lijkt of hij ogen in zijn achterhoofd heeft, beschikt over een superpass, maar hij ziet ook niet altijd direct dat ik in kansrijke positie sta. En door te roepen voelt hij ook of ik lekker in de wedstrijd zit of niet. Dit heeft met ervaring te maken, denk ik. Soms vind ik ook dat ploeggenoten me eerder en vaker hadden moeten inspelen, maar dat zal ik altijd tegen de spelers zelf zeggen en niet in de media.’