Aron Winter is trots om op interim-basis de eindverantwoordelijke te zijn bij Suriname, zo vertelt hij in een interview met De Telegraaf. De oud-Ajacied is momenteel de bondscoach van zijn vaderland en begeeft zich in een fase van aftasten.
'Ik kon kiezen voor een langjarig contract, maar in samenspraak is besloten om eerst aan elkaar te snuffelen', zo legt hij uit. 'Bevalt het, dan kunnen we besluiten door te gaan en zal ik me met de ploeg in maart proberen te plaatsen voor de Gold Cup volgende zomer.'
In de huidige interlandperiode komen Winter en Suriname tweemaal in actie. Donderdag volgt de eerste wedstrijd tegen Nicaragua. 'Het trainingskamp en de wedstrijden zijn in Nederland, waar we onder goede condities kunnen trainen en spelen. Bijna niemand in de selectie heeft de oceaan over moeten vliegen, waardoor het tijdsverschil van vijf, zes uur evenmin een probleem is.'
Eerder werkte Winter al voor de KNVB, waarna hij nu dus een job bij Suriname is aangegaan. Bij beide landen heeft hij een warm gevoel. 'Ik ben een Nederlander, voel me Hollander en heb in dit land een fantastische carrière kunnen opbouwen. Tegelijkertijd is Nederland mijn tweede land, omdat Suriname altijd mijn vaderland zal blijven. Wat me extra trots maakt, is dat ik voor beide nationale voetbalbonden heb gewerkt en werk.'
Perspectief bij Suriname
Het niveau bij Suriname is anders dan bij het Nederlands elftal, maar toch is er ook bij Suriname voldoende perspectief om iets te presteren. 'Jongens als Sean Klaiber, Kelvin Leerdam, Ridgeciano Haps, Diego Biseswar en Mitchell te Vrede kunnen goed voetballen. En dan missen we Tjaronn Chery en Sheraldo Becker nog. Vooral het team moet stappen maken.'
Plaats reactie