Karim Benzema heeft maandagavond beslag gelegd op de Ballon d'Or, zo maakt de organisatie bekend via Twitter. Op 34-jarige leeftijd weet de Fransman voor het eerst aan de haal te gaan met de prijs. Hij blijft collega-voetballers Sadio Mané en Kevin de Bruyne voor.
Het zijn Robert Lewandowski, Mohamed Salah, Kylian Mbappé, Thibaut Courtois, Vinícius Júnior, Luka Modric en Erling Haaland die de top tien completeren. Benzema heeft de uitverkiezing te danken aan zijn buitengewone prestaties tijdens het seizoen 2021/2022. Vooral in de Champions League was de aanvaller op dreef. Sébastien Haller werd dertiende. In twaalf duels trof hij vijftienmaal doel. In de achtste finale (tegen Paris Saint-Germain), kwartfinale (Chelsea) en halve finale (Manchester City) kwam hij tot scoren.
'Deze prijs maakt me echt heel erg trots, vanwege al het werk dat ik al heb gedaan sinds ik jong was. Ik werd nooit opgegeven', zo sprak Benzema na het in ontvangst nemen van de prijs. 'Dit heb ik gedaan voor onder meer mijn kinderen. Ik heb de motivatie gehaald bij de rolmodellen die ik al sinds mijn jeugd in mijn leven heb: Zinédine Zidane en Ronaldo.'
Gavi grootste talent, Gravenberch zesde
Op dezelfde avond werd ook de Kopa Trophy, de prijs voor het grootste talent, uitgereikt. Ryan Gravenberch was in de race voor de prijs, maar FC Barcelona-middenvelder Gavi ging er met de prijs vandoor. Op die manier volgde hij teamgenoot Pedri op, die vorig jaar nog werd verkozen tot grootste talent van de wereld. Gravenberch werd ditmaal zesde.
Plaats reactie