Door de verloren Nations League-finale staat het Nederlands Elftal weer met beide voeten op de grond. Na zeges op Frankrijk, Duitsland en Engeland werd vrij kansloos van angstgegner Portugal verloren. Jammer, maar misschien wel goed volgens Willem van Hanegem. 'We weten nu, een jaar voor het EK, waar we nog aan moeten werken', schrijft hij in zijn column in het Algemeen Dagblad.
Nederland lijkt definitief uit de dip, die het tussen het WK van 2014 en het WK van 2018 had, te zijn geklommen. Toch was de wedstrijd tegen Portugal zondag niet bepaald om gelukkig van te worden, zo stelt Van Hanegem. 'Oranje was tegen Portugal ronduit slecht. Zeg dat gewoon. Dat heeft niets met de boel afbranden te maken. Laten we nou op weg naar het EK 2020 alsjeblieft scherp blijven benoemen hoe het echt zit, dat is echt de enige manier om beter te worden.'
Zo wist Portugal hoe het de equipe van bondscoach Ronald Koeman moest bestrijden. Van Hanegem: 'Frenkie de Jong geen enkele ruimte geven en heel kort zitten op Memphis Depay, die als een soort kapstok moet fungeren zoals dat tegenwoordig heet. Dan krijgen wij het meteen heel moeilijk. De Jong kon het spel niet versnellen. Dan komt Marten de Roon in balbezit en daar liggen zijn kwaliteiten niet.' Het zag er volgens De Kromme zondag niet al te best uit.
Frenkie de Jong
Door de zogeheten wake-up-call weten de spelers ook weer dat het allemaal niet vanzelf gaat, stelt de oud-Feyenoorder. Als voorbeeld haalt hij Ajacied Frenkie de Jong aan. Volgens hem is de Ajacied zelfkritisch genoeg om lering te trekken uit de voor Oranje matige finale. 'De Jong zal beseffen dat hij straks het tempo echt moet opvoeren als we tegen landen komen te staan die alleen maar willen tegenhouden.'
Plaats reactie