Ruud Geels heeft in zijn tijd als voetballer én als mens een bijzonder bescheiden indruk achtergelaten. Zowel Michael van Praag als Heini Otto zagen in hem een grote voetballer, maar Geels - die op 75-jarige leeftijd kwam te overlijden - liep er nooit mee te koop.
'Hij heeft hier natuurlijk gespeeld. Ik kende hem heel goed', vertelt Van Praag, voorzitter van de Raad van Commissarissen van Ajax, in gesprek met de NOS. 'Hij was een hele vrolijke jongen. Een geinponem, zoals we dat in Amsterdam noemen. Hij was ook een hele goede voetballer, een draufgänger.'
Niet alleen als speler wist Geels zich te onderscheiden. Ook als mens was hij, zeker in de voetbalwereld, bijzonder. 'Een spits is meestal niet bescheiden. Dat zijn jongens die willen winnen. Maar Ruud was heel bescheiden. Als je hem zag, kwam hij je altijd gedag zeggen. Als je hem een compliment gaf, had hij er moeite mee om dat te kunnen accepteren. Een hele bijzondere sportman.'
Dat de oud-Ajacied lang niet in alle rijtjes van grote spelers uit het verleden voor komt, heeft volgens Van Praag te maken met diezelfde bescheidenheid. 'Als jij bescheiden bent, timmer je niet zo aan de weg. Je doet je ding, gaat het spelershome in en dan sluip je weer naar huis. Anderen manifesteren zich heel anders. Door die bescheidenheid wordt er niet zo veel over je gezegd.'
Geels op de achtergrond
Op zijn beurt komt ook Otto over Geels te spreken. Voor een groot deel komt hij tot dezelfde conclusie. 'Hij was een fenomeen, een topscorer. Het bericht komt als een bom binnen. Hij was een grootheid. Ik heb helaas nooit met hem mogen voetballen, altijd tegen hem. Als jij vier keer topscorer van de Eredivisie wordt en altijd zo op de achtergrond bent gebleven, dan ben je gewoon een fenomeen in de voetballerij.'
Plaats reactie