COLUMN - De krantenkoppen zijn unaniem, ex-voetballers en analisten zijn het met elkaar eens en na afgelopen zondag bekende zelfs de nuchtere Michel Jansen als eerste Eredivisietrainer dat Ajax dit seizoen voor de vierde keer op rij de zilveren kampioenschaal toe gaat voegen aan haar bewonderenswaardige prijzenkast.
De acht punten voorsprong op aartsrivaal Feyenoord staat het toe voor de jonge Ajacieden om zich voor de laatste vijf wedstrijden zelfs één of twee keer ziek te melden of met een doorgehaalde kater twitterend het veld op te wandelen. 'Helemaal brokko op het veld, ff laatste puntjes pakke! #fuckvitesse'.
Frank de Boer kennende behoort verslapping echter nooit tot de opties, ook al sta je met dertig punten los op kop. En dat is precies het uitgangspunt van de trainer uit Hoorn die van Ajax weer een echte kampioen heeft gemaakt. Knokken tot het einde, landskampioen ben je 90 minuten en wat blessuretijd lang, 34 wedstrijden per jaar.
Die instelling leverde de Amsterdamse club in het voorjaar van 2011 de eerste kampioensschaal op, na zes moeizame jaren droog te hebben gestaan. In een seizoen waarin de lijst zonder onderbrekingen werd aangevoerd door PSV en FC Twente, ramde De Boer zijn consistentie door de strotten van zijn getalenteerde selectie. Zege na zege volgde, met als resultaat een dag die als een tatoeage staat gegrift in de heugenis van de fans. Zelf herinner ik mij alleen nog dat ik naast het Museumplein in een fietstas heb staan zeiken terwijl ik oogcontact maakte met een glimlachende André Ooijer achterin de Ajax-bus, een waar moment van verbondenheid.
Het geprolongeerde succes dat volgde in de twee jaargangen hierop is ook geen toeval. Daar waar de landskampioen steeds stroef begon aan een nieuw seizoen, liet de concurrentie het net zo trouw afweten om gebruik te maken van hun voorsprong. De ploegen die het elk jaar met elkaar uitvechten in de bovenste divisies van de ranglijst stellen veel te vaak teleur. En daarin verschilt Ajax van alle andere Nederlandse ploegen: consistentie.
Afgelopen zondag kon ik een trotse glimlach niet verstoppen toen ik rond de 80e minuut en met een 3-0 score op het grote bord omlaag keek naar Frank de Boer. Hij schreeuwde zijn hemd van het lijf en ergerde zich suf aan een onoplettend moment van Ricardo van Rhijn. Knokken tot het einde! En daarom mogen we ook in 2014, over een paar weken, weer juichen op het Leidseplein. Vier keer op rij kampioen, dat is consistentie.
Door Ryan Claus (www.ryanclaus.nl)




































Plaats reactie