Het vertrek van Davy Klaassen was afgelopen donderdag nog geen paar uur wereldkundig of er werd al gespeculeerd over de nieuwe aanvoerder van Ajax. Joël Veltman, de tweede man in de hiërarchie, lijkt net als Klaassen de deur achter zich dicht te trekken in Amsterdam, waardoor het lijstje van voormalig trainer Peter Bosz de prullenbak in kan. De band gaat volgend seizoen om een nieuwe linker bovenarm, maar van wie?

Om die vraag te kunnen beantwoorden, moet er allereerst gekeken worden naar zijn voorganger. Klaassen was de ideale aanvoerder. Een speler die elke wedstrijd zijn ziel en zaligheid in zijn spel legde voor zijn cluppie. Een vechtersbaasje die de ploeg bij de hand kon nemen, spelers individueel kon stimuleren, maar ook iemand zijn huid vol kon schelden op de juiste momenten. De captain werkte hard, liet zich horen en was bovenal beslissend.

Een ander criterium waaraan Klaassen voldeed, zat hem in de beheersing van de Nederlandse taal. In de afgelopen tien seizoenen heeft Ajax tien aanvoerders versleten. Van de tien waren vijf spelers buitenlands, waarvan eigenlijk alleen Luis Suarez gebrekkig Nederlands sprak. Dit in tegenstelling tot Thomas Vermaelen, Jan Vertonghen, Nicolai Boilesen en Niklas Moisander. Een speler die geen Nederlands kan, lijkt er doorgaans niet klaar voor en lijkt daarmee dus afgeschreven, waardoor een streep kan worden gezet door namen als Davinson Sanchez en in mindere mate Amin Younes en Kasper Dolberg.

Andre Onana lijkt daarmee ook af te vallen. Toch is de keuze voor de keeper niet ondenkbaar als je naar het recente verleden kijkt. Maarten Stekelenburg werd aanvoerder in het seizoen van de derde ster. Maar nog belangrijker: Marcel Keizer, de kersverse trainer van Ajax, koos afgelopen seizoen vaak voor doelman Norbert Alblas als aanvoerder. Het verschil tussen de twee gevallen zit hem echter in de leeftijd. Bij de beloften was Alblas een van de oudsten, terwijl Onana zich in het eerste nog bij de jonge talenten schaart.

Goed genoeg is oud genoeg, zo is het ook bij Ajax. Het werd vorig seizoen meermaals herhaald bij Ajax-talenten. Zo ook bij Matthijs de Ligt. Maar geldt deze spreuk ook voor het aanvoerderschap? De Ligt werd al geprezen voor zijn mentaliteit en geldingsdrang. Aan de andere kant kreeg de rechtspoot half Nederland over zich heen vanwege zijn naïeve speelstijl in het Nederlands elftal. Spelen op het hoogste niveau van Nederland legt op dit moment misschien al genoeg druk op het talent.

Ervaring is daarom ongetwijfeld een eigenschap die achter de schermen hoog op het lijstje staat. De teruggekeerde Klaas-Jan Huntelaar lijkt op dat gebied de gedroomde kandidaat, ware het niet dat de aanvaller in zijn positie als tweede spits überhaupt niet in staat zal zijn om de tos te doen. Lasse Schöne lijkt dan een betere optie, maar ook aan de keuze voor de Deen zitten op dat gebied haken en ogen. De middenvelder is onder Keizer misschien wel niet meer onomstreden en zou op den duur zijn plek kwijt kunnen raken aan de jonge garde. Denk hier aan Donny van de Beek of Frenkie de Jong.

Mocht Keizer straks dezelfde checklist afgaan, dan blijven er onderaan de streep nog twee basisspelers van vorig seizoen over, namelijk Nick Viergever en Hakim Ziyech. Beiden hebben vorig seizoen grote stappen gemaakt. Viergever ontpopte zich van wissel tot steunpilaar in de Amsterdamse defensie, terwijl Ziyech uitgroeide van momentenvoetballer tot alleskunner op het middenveld.

Beide Ajacieden verwierven het respect van de medespelers, de staf en de bühne. Met respect komt status, iets wat een aanvoerder misschien het meest nodig heeft bij een club als Ajax. Kijk maar naar Klaassen. Niet iedereen was het altijd eens over de kwaliteiten van Klaassen, maar door zijn aanzien viel er niet te twisten over zijn aanvoerderschap. Het is nu aan de nieuwe trainer om de volgende geboren leider eruit te pikken.

Finn Dekker (Twitter: @FinnDekker | e-mail: f.dekker@ajaxshowtime.com)