Gaat hij naar Schalke 04? Ik wil het mij niet voorstellen. Klaas-Jan Huntelaar die vrij abrupt zijn carrière niet in het wit-rood-wit van Ajax afsluit. Het klopt niet voor mij. Maar of hij nou nog een half jaartje Duitsland meepakt of zijn laatste voetbalseconden afsluit in Amsterdam: met het onafwendbare einde van zijn carrière verdwijnt mijn held uit de spotlights. Het is hoe dan ook een verlies-verlies-situatie.
Je kent het wel van toen je kind was. Je bent met vrienden aan het voetballen op straat. De één is Ronaldinho, de ander is Ronaldo. Ik? Ik was altijd Huntelaar. Als kind heb je nog niet een bijzonder diepgaande kijk op het voetbal. Scoren, daar viel je mee op en daar was één iemand de absolute koning in: Huntelaar. Vanaf zijn entree in 2006 en nu in 2021 nog steeds, zoals de slotminuten van het duel met FC Twente maar weer eens aantoonden. Scoorde je op straat, dan was jij Huntelaar. Althans, dat maakte je jezelf wijs.
Huntelaar vormt een soort rode draad door mijn voetballeven. Als jongen uit 1998 begon ik de sport net te volgen toen hij bij Ajax kwam. In die begintijd, als jonge jongen, let je niet op tactische dingen, niet op stofzuigers op het middenveld of leiders in de verdediging. Je kijkt naar teletekst, als scorebordjournalist: wie maakt goals? Iemand die je niet kon ontgaan, was Huntelaar. Op een gegeven moment aanschouwde ik het ook met de eigen ogen, toen ik voetbal ook daadwerkelijk live zag. Hoe kon hij dat toch zo makkelijk doen? Hoe goed moet je dan wel niet zijn?
Dat scoren heeft hij nooit afgeleerd. Hij verbreedde halverwege het seizoen 2008/09 zijn horizon door naar Real Madrid te vertrekken. Mijn held was weg. Wie moest zijn plaats innemen? Niemand kon dat. Buitenlands voetbal kijken was er voor mij in die tijd nog niet bij, dus na elke wedstrijd struinde ik het internet af. Had Huntelaar weer gescoord? Of dat nou bij Real Madrid, AC Milan of Schalke 04 was: ik moest het weten. Gelukkig kwam hij een paar keer per jaar 'terug' om even huis te houden bij Oranje, om daar te scoren.
Zo blij als een kind was ik dan ook dat op 1 juni 2017 vrijwel uit het niets het bericht kwam dat The Hunter terug was op het oude nest. Niet meer zo goed als eerst, zelfs ik kon dat zien, maar nog zo gretig als altijd, zo belangrijk als altijd. Dat zagen we tegen FC Twente, tegen FC Groningen, in de voorrondes van de Champions League. Huntelaar heeft schijt aan mooi, Huntelaar wil één ding: scoren.
En zo stond ik op de banken bij elke goal die hij maakte, of het nou de 0-1 was of de 0-4. Juist dat is misschien wel hetgeen waar ik mezelf zo in herken bij Huntelaar. Kijk ik naar Ajax, dan wil ik niet dat het 0-2 wordt. Als het kan, ga dan altijd voor de 0-10. Huntelaar is de verpersoonlijking van die mentaliteit, op zijn 23e, maar ook op zijn 37e. Voetbal draait om plezier, maar je wilt ook vooral scoren. Huntelaar was, nee is, de belichaming van die twee dingen.
Mijn held verdient geen afscheid in de kelder van de Bundesliga, uit bij FC Köln. Nee, de winnaar Huntelaar moet afscheid nemen met een prijs, het liefst in volle ArenA, in plaats van de geschiedenis in te gaan als één van die spelers die na dertig jaar met Schalke 04 degradeerde.
Gino Haverkamp
Plaats reactie