Sjoerd Mossou is van mening dat het einde van de 'Fluwelen Revolutie' de basis heeft gelegd voor het Ajax van nu, zo schrijft hij in zijn column voor het Algemeen Dagblad. Doordat het beleid dusdanig veranderde, werd het volgens Mossou mogelijk om te presteren in de Champions League zoals de Amsterdammers dat nu doen.
Tijdens de Fluwelen Revolutie, begin vorig decennium, voerde Johan Cruijff een beleid waarin de filosofie voornamelijk luidde dat jeugdspelers prioriteit hadden en er slechts enkele routiniers aan moesten worden getrokken. Miljoenenaankopen en torenhoge salarissen kwamen niet ter sprake, waardoor de selectie van Ajax volgens Mossou in die periode steeds slechter werd.
Tot op het moment dat die revolutie strandde. Wim Jonk en Dennis Bergkamp waren verantwoordelijk voor het uitvoeren van Cruijffs beleid, maar vertrokken eind-2017. Marc Overmars en Edwin van der Sar voerden nieuw beleid in, wat enigszins indruist tegen dat van Cruijff. Het werpt echter zijn vruchten af, volgens Mossou: 'Ajax heeft eindelijk de perfecte balans gevonden tussen opleiden en presteren. De lat is in alle opzichten omhooggegaan: alleen volwaardige toptalenten halen nog het eerste, bij de hand genomen door veelal pure kwaliteitsspelers. De Lukoki van toen heet inmiddels Antony, op de plek van Boerrigter staat nu Tadic.'
En dat is terug te zien in de prestaties in de Champions League, vervolgt Mossou. Waar voorrondes van het miljardenbal eerst een struikelblok waren, is overwintering na de groepsfase ineens een realistischer beeld geworden: 'Het resultaat werd nog maar eens zichtbaar op dinsdagavond, onder leiding van een trainer zonder typische Ajax-achtergrond, Erik ten Hag. Na het eerdere glorieseizoen 2018-2019 groeit er wederom een elftal dat Europa kan betoveren.'
Plaats reactie