Algemeen directeur Edwin van der Sar wordt er soms moe van als clubbestuurders elders in het land verwijten maken naar Ajax. De voormalig keeper legt in zijn column in De Telegraaf uit dat een club als Ajax ermee moet dealen dat de topspelers te allen tijde worden weggekocht door de rijke internationale topclubs, maar dat dit fenomeen ook op nationaal front voorkomt.

'Met Ajax willen wij ook topvoetballers aan ons publiek presenteren, maar de salariseisen van topspelers zijn door de enorme mogelijkheden van de voetballanden die ik noemde (bijvoorbeeld Engeland, red.) zo hoog dat een groot aantal prima clubs in kleinere voetballanden die spelers al lang niet meer kunnen veroorloven', schrijft Van der Sar, die vertelt dat Ajax al jaren dealt met het gegeven dat de Amsterdammers ieder jaar hun beste spelers kwijtraken.

'De beste en rijkste clubs kunnen nu eenmaal de beste spelers aantrekken en dus is de kans op succes het grootst. Zo werkt het internationaal en zo werkt het nationaal. Daarom zucht ik soms als ik de verwijten (richting de topclubs) hoor van clubbestuurders elders in het land', vervolgt de algemeen directeur, waarna hij uitlegt wat andere clubs beter kunnen of misschien wel moeten doen. 'Clubs moeten zorgen dat ze zelf de beste spelers opleiden. Als je dat goed doet, verkoop je die spelers voor een stevige prijs en dan is het de kunst om de opvolgers al weer klaar te hebben staan. Het is onvermijdelijk dat er grote clubs op de tribune zitten voor je spelers. Er gaat geen weekend voorbij dat er niemand uit Europa naar onze toptalenten kijkt. Na een gedegen opleiding hopen we spelers een aantal jaren voor Ajax 1 te behouden en met hen successen te halen. Maar op zeker moment gaan ze gewoon. Dat proces gaat al tientallen jaren zo.'