Remko Pasveer ziet een gebrek aan visie en leiderschap als belangrijkste redenen voor de neergang van Ajax, zo vertelt de doelman aan Het Parool. De routinier heeft een aflopend contract bij de Amsterdamse club en heeft nog geen idee wat hem te wachten staan. Daarnaast gaat Pasveer in op de vele wisselingen in de spelersgroep.

'Bij alle clubs waar ik eerder zat, was duidelijk wie op de bestuurlijk en technisch vlak de baas waren', zo legt de doelman uit. Hij zag veel onduidelijkheid ontstaan bij Ajax na het vertrek van Marc Overmars en Edwin van der Sar. Pasveer heeft een aflopende verbintenis bij Ajax en ook daar heeft hij nog niks over gehoord van de club. 'Ik weet ook niet wie dat nu bepaalt. Onder Overmars zou ik al lang duidelijkheid hebben gehad. Maar Ajax heeft heel lang geen technisch directeur gehad, en vervolgens kwam er in de persoon van Sven Mislintat iemand die Ajax niet kende en verkeerde keuzes maakte.'

'Veel nieuwelingen hebben niet het Champions League-niveau dat Ajax ambieert. En ze snappen de club niet', vervolgt Pasveer zijn verhaal. De doelman kwam naar Ajax op het moment dat de club op een heel hoog niveau speelde. 'Ik ben geen Ajacied, maar ik heb me de waarden van de club proberen eigen te maken. Over hoe je voetbalt, hoe je traint, hoe je met elkaar omgaat en hoe je je manifesteert naar de buitenwereld. Die blauwdruk moet je eigenlijk doorgeven aan de nieuwe jongens die erbij komen. Maar als je alleen al in één transferzomer meer dan tien spelers krijgt die de club niet kennen, gaat je identiteit kapot.

'Bij de huidige generatie spelers zie ik minder toewijding, en dat baart me zorgen'

Pasveer maakt de vergelijking met twee jaar geleden. Op dat moment was het na de training altijd druk in de gym en daarvan is nu vaak geen sprake meer. 'Spelers als Dusan Tadić, Davy Klaassen, Lisandro Martínez, Daley Blind, Antony of Sébastien Haller wilden altijd beter en sterker worden, ook in hun vrije tijd. Nu is het na de training rustiger in de gym', vertelt de goalie. 'Iedereen wilde na de training ook graag iets extra’s doen met de bal. Er was liefde voor de bal. Dat mis ik nu wel eens. Ik merk nu dat men sneller naar binnen of naar huis gaat. Bij de huidige generatie spelers zie ik minder toewijding, en dat baart me zorgen.'