Bekende Nederlanders en Ajax. Waarom zijn ze fan geworden van de Amsterdamse club en hoe beleven zij de wedstrijden van hun grote liefde? Komen ze vaak in het stadion of kijken ze de wedstrijden liever thuis of in de kroeg? En wat vinden ze eigenlijk van het huidige Ajax? In de rubriek ‘Onze Trots’ gaan we op zoek naar de liefde voor Ajax van de BN’ers. In deel 24 spreken wij met Ron Blaauw, chef-kok – ook bij Ajax – en tv-persoonlijkheid.

De Ron Gastrobar gelegen aan de Amsterdamse Sophialaan, nabij het Vondelpark. Frenkie de Jong, Matthijs de Ligt, Klaas-Jan Huntelaar, Joël Veltman, maar ook Marco van Basten en Cristiano Ronaldo. Ze hebben allemaal eens gegeten bij Ron Blaauw, een Ajax-fan in hart en nieren. Dit keer zijn wij te gast en spreken wij Blaauw ronduit over het supporter zijn van Ajax, zijn kookbezigheden in de Champions Lounge in de Johan Cruijff ArenA en het huidige beleid van de Amsterdamse club.

Blaauw werd geboren in het Noord-Hollandse Hoorn. Opvallend genoeg waren zijn vader en broer voor Feyenoord. ‘Het was een echt Feyenoord-gezin. Zelf ging ik wel naar FC Volendam, AZ en af en toen naar het Olympisch Stadion als daar een grote wedstrijd van Ajax was’, zegt de chef-kok, die op twaalfjarige leeftijd een echte Ajacied werd. Het verhaal daarover is bijzonder. ‘We moesten voor school iemand interviewen. Samen met een vriend uit de klas hebben we toen Ton Harmsen, die toen voorzitter van Ajax was, geïnterviewd. Dat was hartstikke leuk. We mochten ook mee naar een wedstrijd. Moesten we zondagochtend vroeg bij hem zijn, gingen we mee naar De Meer en mochten we het spelershome in.'

'Het was de wedstrijd dat Johan Cruijff naar beneden ging om Leo Beenhakker (trainer Ajax destijds, red.) te corrigeren, tegen FC Twente. Wij hebben Cruijff toen ook ontmoet en gingen met hem op de foto. En dan ben je verkocht.’ Rondom die wedstrijd ontmoette Blaauw ook de spelers. Piet Hamberg, destijds middenvelder bij Ajax, bracht Blaauw en zijn schoolvriend, zelfs naar huis. ‘Eigenlijk was het bizar dat we vanaf het ontbijt aanwezig waren in het spelershome’, aldus Blaauw.

Zelf voetbalde Blaauw ook. Dat deed hij bij Hollandia in Hoorn en bij SV Ouderkerk. ‘In de jeugd was ik middenvelder. Ik was niet snel, maar had wel inzicht. Ik weet niet of ik het eerste had gehaald. Later, op 35-jarige leeftijd, ben ik weer gaan voetballen. Ik moet wel zeggen dat ik spelers om mij heen nodig had die ook konden voetballen. Zodat ik steekballetjes kon geven’, aldus de Noord-Hollander, die door blessures niet meer kan voetballen. Hij is nu dan ook coach. Vroeger voetbalde Blaauw ook op straat. ‘Ik wilde altijd Cruijff zijn, maar ik was meer een Neeskens. Die was wat harder, fysiek sterk.’

Naarmate Blaauw wat ouder werd – we spreken over zijn tienerjaren – ging hij met vrienden naar stadion De Meer. ‘Dan stonden we op de F-Side. Stond je een beetje schuchter voorin of achterin. De Amsterdammers waren veel stoerder dan die boertjes uit Hoorn, haha’, grapt Blaauw, die in die tijd wel écht supporter was. Hij zocht ook de spanning op. ‘Als er rellen waren, gingen we mee rennen. Dat waren spannende tijden. Ja, ik was wel echt die-hard-fan. Ik volgde alles en had posters van Tahamata en Dick Schoenaker op mijn kamer. Mijn favoriete speler was Jantje Weggelaar. Dat was een back, hij kwam van PEC Zwolle. Ik weet niet waarom, maar hij sprak mij aan. Jesper Olsen was ook een favoriet. En de wedstrijd waarin Cruijff scoorde tegen Haarlem was ik ook bij.’

'We moesten voor school iemand interviewen. Samen met een vriend uit de klas hebben we toen Ton Harmsen, die toen voorzitter van Ajax was, geïnterviewd. Wij hebben Cruijff toen ook ontmoet en gingen met hem op de foto. En dan ben je verkocht.’

'In Madrid wilden de Madrilenen met ons op de foto'

Door de jaren heen maakte Blaauw mooie dingen mee met Ajax. Het absolute hoogtepunt was op de befaamde 15 mei 2011. Ajax werd die dag in eigen huis kampioen tegen FC Twente. ‘Dat was gewoon kippenvel. Het stadion kolkte en trilde. Dat vergeet ik voor de rest van mijn leven niet meer’, aldus de tv-persoonlijkheid, die de Johan Cruijff ArenA in de loop der jaren steeds meer als voetbalstadion is gaan zien. ‘Als het vol zit, is het gewoon een geweldig stadion. Die zuidzijde met de F-Side en VAK410 brengt een fantastische sfeer.’

Verder bezoekt Blaauw ook geregeld een Europese uitwedstrijd van Ajax. Dit doet hij samen met Johnny de Mol. Zo waren de twee vorig jaar aanwezig in Madrid, Turijn en Londen. ‘Dat was bizar! In Madrid zaten we tussen de Madrilenen en die mensen wisten niet wat ze meemaakten. We kregen in het begin ook ruzie daar. Die oudere Madrilenen zeiden dat we niet mochten juichen. Bij de 0-2 dachten we van: fuck you! Toen draaide het ook om en kregen we respect op de tribune en wilden ze met ons op de foto.’

Een club die er minder goed op staat bij Blaauw is Tottenham Hotspur. En nee, dat heeft niet eens per se te maken met de uitschakeling van vorig seizoen. Blaauw vertelt: ‘Wat ik nog nooit heb meegemaakt is dit: bij Tottenham moesten we bijna van de tribune af. Echt schandalig, belachelijk. Dat noemen ze dan the home of football. Hoe je daar behandeld werd…we mochten daar niet zitten. Omdat je geen fan bent van Tottenham. We zaten niet tussen de harde kern ook, maar gewoon op een mooie plek. In Turijn zag je één rood-wit-shirtje tussen het zwart-wit. Dat was ik. Het is gewoon hoe je je opstelt. Met die supporters heb je gewoon contact.’

Blaauw deed in Madrid en Turijn ook mee aan de entrada’s. ‘Bij uitwedstrijden zoeken we het altijd op. Dan gaan we twee tot drie uurtjes mee bier drinken. In Turijn had de politie ervan gehoord, dus ze stonden overal om ons heen. Wij stonden bij een kroeg en werden heel langzaam omsingeld door de politie. We dachten nog: we moeten weg hier, anders moeten we straks in een colonne naar het stadion. We waren er net op tijd uit gegaan.’

In de afgelopen jaren maakte Blaauw vele mooie uitwedstrijden mee. Hij noemt de uitduels met Schalke 04 en Olympique Lyon in 2017. ‘Maar de allermooiste was in Madrid. Die ommekeer. Voor de wedstrijd zaten we in een tapasbar van: we zijn er nu toch, we zien wel. En dan zie je dat je ze na twintig minuten compleet van de mat speelt.’

'De Johan Cruijff ArenA moet gewoon groter'

Sinds dit seizoen heeft Blaauw een seizoenkaart (vak 108) bij Ajax. Toch was hij er ook in de afgelopen jaren veelvuldig te vinden. ‘Omdat ik kook in de Champions Lounge kan ik er altijd wel heen, maar ik heb het zo druk dat ik het ook weleens lekker vind om thuis voor de tv te kijken. Meestal ga ik wel naar de Europese wedstrijden, maar ik vind het ook wel leuk om naar wedstrijden als Ajax – FC Emmen te gaan. Gemiddeld ga ik zo’n vijftien tot twintig keer per seizoen.’

Tegenwoordig is het, zeker bij de Europese wedstrijden van Ajax, dringen geblazen om een kaartje. Blaauw ziet in dat de club ‘weer te populair’ is. ‘Dat is ook typisch Ajax. Dat iedereen erachteraan hobbelt en iedereen weer uit de kelder komt om Ajax-supporter te zijn’, aldus Blaauw, die wel een oplossing in gedachten heeft om het huidige probleem op te lossen. ‘Je ontkomt er niet aan om een extra ring te bouwen. De ArenA moet gewoon groter’, aldus Blaauw, die dat niet per se te opportunistisch vindt. ‘Ik denk het niet. Net als met de keuze van De Meer naar de ArenA moet je nu ook kijken naar een volgende stap.’

Een andere bron van ergernis bij veel Ajax-fans zijn de vaak lege plekken bij Ajax tijdens wedstrijden in de Eredivisie. De kaartenmarkt bij Ajax is nog altijd niet van de grond, terwijl deze in de ogen van Blaauw wel noodzakelijk is om dat probleem op te lossen. ‘In Barcelona bijvoorbeeld kun je gewoon je kaartje beschikbaar stellen. Als je niet wilt of kunt, kun je gewoon je kaartje aanbieden. Misschien moet je er ook naar kijken of iemand wel geschikt is voor een seizoenkaart als diegene vijf keer per seizoen niet komt. De mensen die in de wachtrij staan, verdienen ook een kans.’

'In Madrid zaten we tussen de Madrilenen en die mensen wisten niet wat ze meemaakten. We kregen in het begin ook ruzie daar. Die oudere Madrilenen zeiden dat we niet mochten juichen. Bij de 0-2 dachten we van: fuck you! Toen draaide het ook om en kregen we respect op de tribune en wilden ze met ons op de foto.’

'Het mooiste is als Hiddink er ook is, een strijd tussen Guus en Sjaak'

Als kok is Blaauw actief in de Champions Lounge en in de Tunnel Club van de Johan Cruijff ArenA. Vanuit de Tunnel Club zien de Ajax-fans de spelers klaarstaan in de spelerstunnel. ‘Je hoort de geluiden, ze peppen elkaar op’, aldus de kok, die toegeeft dat het een duur geintje is om een wedstrijd mee te maken vanuit de Tunnel Club. ‘Maar het is wel een unieke belevenis. Het is vooral zakelijk. Dat soort dingen zijn mooi om eens weg te geven aan iemand die al heel lang een seizoenkaart heeft. Het zou geweldig zijn als Ajax dat zou doen. Je weet niet wat je ziet.’

Als Ajax een avondwedstrijd speelt, pakt Blaauw vaak extra uit. Wel zit hij aan een tijd gebonden. ‘Je doet gauw vier of vijf gangen. Om 20.00 uur gaan er al mensen naar de tribune en dan worden ze zenuwachtig. Je moet het niet te ingewikkeld maken en snelheid is daarbij belangrijk’, aldus Blaauw, die laat weten dat hij een vast menu heeft. Ook kookt hij weleens voor het bestuur. ‘En na het landskampioenschap heb ik ook gekookt.’

In de Champions Lounge van Ajax kookt Blaauw geregeld voor oud-voetballers. Hij vindt het mooi om de verhalen te horen van Klaas Nuninga, Bennie Muller en Sjaak Swart. ‘Het mooiste is als Guus Hiddink er ook is. Dan is er een strijd tussen Guus en Sjaak. Sjaak is het mooiste, hoe fanatiek hij nog steeds is. Dat fanatisme is ongelooflijk. En met prognoses heeft hij ook nog vaak gelijk’, aldus Blaauw, die op voetballend gebied ook nog het een en ander leert in de Champions Lounge. ‘Je hoort ook op een andere manier over voetbal. Ronald Koeman was er laatst. Als voetballiefhebber leer je ervan hoe hij praat over Ajax en de posities. Dan gaat het bijvoorbeeld over looplijnen. Dan ga je erop letten en denk je: verrek! Je leert ook gewoon dat Ajax in de tweede helft over een tegenstander heen loopt, omdat ze in de eerste helft een tegenstander al kapot spelen.’

'Frenkie en Matthijs zijn hier vaak geweest, zonder dat het personeel ze herkende'

Andersom komen voetballers ook vaak in het restaurant van Blaauw eten. Hij noemt onder meer inmiddels oud-Ajacieden Frenkie de Jong en Matthijs de Ligt. ‘Ze zijn hier vaak geweest, zonder dat het personeel ze had herkend’, lacht Blaauw, die de spelers zelf wel wat beter heeft leren kennen. ‘Als je elkaar tegen komt, geef je elkaar de hand. Vorig seizoen stonden we tijdens de uitwedstrijden in de Champions League langs de zijlijn. Dan geef je even een high five.’

Blaauw omschrijft zijn restaurant als Amsterdams en om die reden ziet hij dat de spelers van Ajax ‘van ons’ zijn. ‘Ze zijn van de stad. We geven ze weleens een drankje of een dessert van het huis, maar dat is meer omdat ik het gewoon superleuk vind dat ze komen. We hebben ook een gouden regel dat het personeel niet met ze op de foto mag. De spelers moeten gewoon lekker zichzelf kunnen zijn’, aldus Blaauw.

In de horeca is Blaauw als vanzelfsprekend geen onbekende en wanneer hij ergens gaat eten, weet hij hoe het is wanneer mensen de hele tijd op hem letten. ‘Wij proberen de spelers zoveel mogelijk met rust te laten’, zegt Blaauw, die wel vindt dat voetballers moeten kunnen omgaan met de aandacht. ‘Ik kan me voorstellen dat ze het soms zat worden, maar het hoort erbij. Als jongetje droom je ervan en als je het bereikt hebt, moet je die droom ook waarmaken. Naar de jeugd moet je toegankelijk en benaderbaar zijn. Ik denk dat ze daar bij Ajax ook op hameren.’

'We hebben ook een gouden regel dat het personeel niet met de spelers op de foto mag. De spelers moeten gewoon lekker zichzelf kunnen zijn.'

'Spelers eten hier gewoon zoals iedereen doet, ook met een patatje erbij'

Kunnen voetballers wel uiteten gaan en met een gerust hart bestellen wat ze willen? Volgens Blaauw moet dat gewoon kunnen. ‘Ze eten hier gewoon zoals iedereen, ook met een patatje erbij’, aldus de restauranthouder, die ook wel weet dat de voetballers bij mate uiteten gaan. ‘Ik denk dat het bij Ajax nu beter is geworden, met het voedingsprogramma. Vijf tot tien jaar geleden was het lang niet zoals nu. Ik vind wel dat je geen bier kan drinken. Je bent een topsporter. Als je bijvoorbeeld ziet hoe Van de Beek en De Ligt ermee bezig zijn…Ze hebben tien jaar om te pieken, dan moet je er ook alles uithalen. Na het seizoen kunnen ze losgaan en dat doen ze ook wel, dat zie je op de filmpjes op sociale media.’

Een biefstukje eten kan dus wel, maar alcohol niet. Vroeger was dat wel anders, zo weet Blaauw nog. ‘Dan hoorde je verhalen over Dani en andere spelers dat ze iedere avond de stad ingingen en in de ochtend het veld opkwamen onder de geur van alcohol. In de afgelopen jaren is er bij Ajax een knop omgegaan. Om als monniken te leven.’

Spelers van Ajax krijgen dan ook de juiste begeleiding als het gaat om voeding, zo vertelt Blaauw. ‘Een vriend van mij heeft kooklessen gegeven aan Christian Eriksen en Kasper Dolberg. Als die jongens op zichzelf gaan wonen en hulp nodig hebben met koken, assisteert hij ze daarbij. Met Eriksen heeft hij nog steeds goed contact. De verleiding is heel groot om, als je uit – in dit geval – Scandinavië komt en op jezelf gaat wonen een pizza te bestellen. Het vergt veel discipline en het zijn jonge jongens die veel geld verdienen. Vrouwen, drank en drugs liggen op de loer. Jongens als Matthijs en Frenkie zijn dan ook absolute voorbeelden van topsporters.’

'Maak een regel dat jeugdspelers pas op hun 22e of 23e naar het buitenland mogen'

Die twee ‘absolute voorbeelden’ vertrokken deze zomer naar respectievelijk Juventus en FC Barcelona. Ajax kon op haar beurt wederom geld uitgeven en dat deed het aan enkele nieuwe spelers. Bovendien geeft de club meer geld uit aan salarissen, waardoor bepaalde spelers in Amsterdam konden worden gehouden. Blaauw staat volledig achter dat beleid. ‘Ten Hag zei het ook goed: de lat voor de jeugd ligt hoger. Vier jaar geleden had een speler als Carel Eiting of Dani de Wit meegedaan. Nu moet je écht heel goed zijn. En wil je Europees meedraaien, moet je jongens als Tadić en Blind erbij houden. Dat kan niet alleen maar met spelers vanuit de jeugd. Het kan alleen met spelers die van het niveau als Van der Vaart, Sneijder of De Jong zijn. Nu komt Ünüvar eraan. Maar: dat zijn loten uit de loterij. Dat is dan het geluk dat je hebt.’

'Tadić vind ik nou echt een voorbeeld van hoe je prof moet zijn. Hoe iemand met zijn lichaam omgaat. En dat hij tegen PAOK na het missen van een penalty opnieuw achter de bal gaat staan. Dat is uniek. Dat je zo iemand in je team hebt, geeft het elftal zo’n boost…’

Toch baalt Blaauw er ook wel van dat spelers als De Jong en De Ligt al op heel vroege leeftijd bij Ajax vertrekken. ‘Wil je structureel meedoen met de top acht van Europa, zou er een regel moeten komen dat jeugdspelers pas op hun 22e of 23e naar het buitenland mogen. Nu heb je een jeugdspeler waarvan je maar twee jaar profijt hebt. Ik ben bang dat spelers over vijf jaar op hun achttiende of negentiende al worden weggehaald. Het is een soort mensenhandel geworden’, aldus Blaauw, die hoopt dat Naci Ünüvar snel de kans krijgt. ‘Ik vind dat je hem er gewoon bij moet betrekken. Als je kunt voetballen, kun je voetballen. Daar hoef je dan niet twee jaar op te wachten.’

Van dichtbij heeft Blaauw al vaak gezien dat er een goede sfeer rondom het elftal van Ajax hangt. ‘Daar zijn Huntelaar en Tadić belangrijk voor. Dan ben je twintig procent sterker en dat is de reden dat je kampioen wordt. Het belangrijkste is dat je een team creëert, dat doen wij hier in de keuken ook’, zegt Blaauw, die uitlegt dat Dusan Tadić op dit moment zijn favoriete speler is. ‘Dat vind ik nou echt een voorbeeld van hoe je prof moet zijn. Hoe iemand met zijn lichaam omgaat. En dat hij tegen PAOK na het missen van een penalty opnieuw achter de bal gaat staan. Dat is uniek. Dat je zo iemand in je team hebt, geeft het elftal zo’n boost…’

Een andere favoriet van Blaauw is Hakim Ziyech. ‘Ik heb me twee jaar geleden kapot geërgerd in het stadion aan de mensen om mij heen. Tot bijna ruzie aan toe. Ze hebben er geen verstand van. Als je zo’n spelbepaler hebt die zoveel risico in zijn spel legt, kun je niet verwacht dat elke pass een perfecte steekbal is. Dan gaan er weleens dingen mis. Ik vind dat we heel blij moeten zijn dat Ziyech bij Ajax voetbalt.'

Het huidige elftal van Ajax draait de laatste weken steeds beter, al heeft het team nog niet het niveau van eind vorig seizoen. Heel raar is dat ook niet, zo vindt Blaauw. ‘Je moet niet verwachten dat we een ploeg krijgen die op dezelfde manier speelt. Er is ook maar één Frenkie de Jong en een Frenkie de Jong kun je niet terugkopen’, aldus Blaauw, die wel weet wie hij graag op de plek van De Jong ziet spelen. ‘Hij heeft pech met zijn blessures, maar Eiting is een geweldige voetballer. Hij kan op de plek van Frenkie spelen’, zegt de chef-kok, die ziet dat trainer Erik ten Hag steeds meer automatismen in zijn elftal weet te krijgen. ‘Waardoor de vorm het verschil maakt tussen supertop en top. Door het spelsysteem en de automatismen kun je een tegenstander kapot spelen. En dat is het verschil tussen een trainer en een toptrainer. En dan maakt het ook niet uit wie er speelt.’

Tekst: Bart Veenstra (Twitter: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Beeld: Reinand Visscher (Instagram: Reinandphotography)

Lees meer 'Onze Trots':
Deel 1: Jan Roos
Deel 2: JayJay Boske
Deel 3: Viggo Waas
Deel 4: Roue Verveer (AS Kerstspecial)
Deel 5: Sevn Alias
Deel 6: Frank van der Lende
Deel 7: Robert ten Brink
Deel 8: Martin Koolhoven
Deel 9: Sunnery James en Ryan Marciano
Deel 10: Stefano Keizers
Deel 11: Jesse Klaver
Deel 12: Danny Froger
Deel 13: Roue Verveer (AS Kerstspecial + extra)
Deel 14: Klaas van der Eerden
Deel 15: Leo Blokhuis
Deel 16: Jack Spijkerman
Deel 17: Jeroen Spitzenberger
Deel 18: Remy Bonjasky
Deel 19: Kymani Marley
Deel 20: Gregory Sedoc
Deel 21: Rotjoch
Deel 22: DJ Quintino
Deel 23: Diederik Ebbinge