Bekende Nederlanders en Ajax. Waarom zijn ze fan geworden van de Amsterdamse club en hoe beleven zij de wedstrijden van hun grote liefde? Komen ze vaak in het stadion of kijken ze de wedstrijden liever thuis of in de kroeg? En wat vinden ze eigenlijk van het huidige Ajax? In de rubriek ‘Onze Trots’ gaan we op zoek naar de liefde voor Ajax van de BN’ers. In deel 36 spreken wij met zangeres, actrice en voormalig voetbalvrouw Willeke Alberti.
Willeke Alberti werd geboren als de dochter van zanger Willy Alberti en Hendrika Geertruida Kuiper. Ze groeide op in de Amsterdamse Jordaan en al vanaf haar elfde – we hebben het over 1956 – treedt Alberti op. Met onder meer Spiegelbeeld, De winter was lang, Telkens Weer, Samen Zijn, De Glimlach van een kind en Ome Jan maakte Alberti meerdere bekende hits. Bovendien speelde Alberti ook in meerdere Nederlandse films – denk aan onder meer De kleine waarheid, Oom Ferdinand en de toverdrank, Rooie Sien, Filmpje!, Alles is Familie en Hartenstrijd – en was ze ook jarenlang de vrouw (tot 1996) van oud-Ajacied Sören Lerby, terwijl John van ’t Schip al decennialang haar schoonzoon is.
Met Willy Alberti als vader kon het niet anders dan dat Willeke Alberti zou opgroeien met Ajax. ‘Mijn vader is denk ik de grootste Ajacied geweest’, spreekt Alberti vol lof over haar vader. ‘Hij heeft alles gedaan om voor Ajax te zijn. Hij heeft ook veel liedjes opgenomen en als ze verloren, was hij daar doodziek van. Dat was het enige moment wanneer hij niet zo aardig was. Ajax was zijn alles. En dat hebben mijn broer (Tonny, red.), mijn zoon Johnny de Mol en mijn schoonzoon Johnny van ’t Schip natuurlijk ook. Voor hen is en blijft Ajax altijd hun alles. Ik heb als spelersvrouw ook rondgelopen bij Bayern München en PSV – waar ik als spelersvrouw echt verwend ben.’
Dat vader Willy Alberti, wiens muziek nog altijd wordt gedraaid bij Ajax, een groot Ajax-fan was, blijkt wel uit het volgende: ‘Mijn vader at niet als Ajax verloor. Hij was er dan zo ziek van dat hij geen hap door zijn keel kreeg’, herinnert Willeke Alberti zich. ‘Dankzij mijn vader heb ik veel wedstrijden kunnen meemaken. Ook het afscheidsduel van Johan Cruijff. Dat Ajax toen verloor, vond ik zo erg. Het idee over Bayern was toen niet zo fijn, al heb ik er later nog wel een fijne tijd gehad.’
Ook voor Willeke Alberti is voetbal en Ajax een passie geworden. ‘Het is voor mij net zo’n passie als mijn vak. Ik vind het ook erg op elkaar lijken. Daarom heb ik het ook nooit erg gevonden dat ik tijdelijk mijn vak moest loslaten. Toen ik terugkwam, mocht ik ook meteen weer doorgaan. Dat dat kon, is wel uniek geweest. Meestal als je vertrekt, is het voorbij. Je bent zo vergeten. In de tijd dat ik in het buitenland zat, heb ik alle wedstrijden gevolgd en ook nu nog volg ik als het kan alle belangrijke wedstrijden.’
Ajax kijken met Sjaak Swart
‘Ik volg elke wedstrijd’, vervolgt Willeke Alberti, die ook geregeld in de Johan Cruijff ArenA gaat kijken naar haar helden. ‘Ik word weleens uitgenodigd om vanuit de Champions Lounge van Geert Kuperus en zijn vrouw Astrid naar Ajax te kijken. Daar word ik dan heel hartelijk ontvangen en wordt er heerlijk gekookt door chef-kok Ron Blaauw.’
De wedstrijden aldaar kijkt ze veelal met één van de grootste Ajacieden aller tijden: Sjaak Swart. ‘Swart is de grootste Ajacied van allemaal. Ik kom daar heel vaak en ik mag eigenlijk altijd komen. Dat is ontzettend lief van Sjaak en zijn vrouw Andrea. Ik zit dan naast Sjaak en wat hij dan allemaal zegt… Dat is onvergetelijk. Soms denk ik weleens: wat zeg je toch allemaal, Sjaak? Maar hij houdt zoveel van Ajax. Het is zijn leven en dat moeten we blijven koesteren. Hij is een voorbeeld voor heel veel mensen. Ik ken hem en zijn vrouw al zo lang. Het is een mooi stel mensen om altijd bevriend mee te zijn en te blijven.’
En zo geldt dat voor meer mensen die Willeke Alberti tegenkwam als voetbalvrouw. ‘Of dat nou bij Ajax, PSV of Bayern München is: ik ben altijd welkom. Het heeft dan niets met winnen te maken, maar meer met het feit dat ik het altijd leuk gevonden heb om vrouw te zijn van een voetballer’, aldus Alberti, die dankzij haar vader ook op veel plekken mocht komen. ‘Mijn vader kwam bijvoorbeeld naar Bayern en dan kwam hij ook zingen. Niemand geloofde dat het mijn vader was. Toen Ajax in Duitsland speelde, mocht ik ook mee met mijn vader. We hebben toen ook voor die jongens gezongen. Ik ken ze allemaal, ik heb ze allemaal meegemaakt en dat was leuk om mee te maken. In die tijd was mijn vader dé zanger van Nederland. Hij was populair en mijn broertje en ik mochten overal mee naartoe. Dan zei mijn vader altijd: en straks iedereen een handje geven. Dan bleven we keurig zitten, haha.’
Het repertoire van Willy Alberti, Bananasplit met Lerby, bondscoach Van ’t Schip en ‘mooi mens’ Davy Klaassen
Willy Alberti had overigens zo zijn mening over de jongens waar Willeke meeging, vertelt ze. ‘Totdat Sören in het gezicht kwam. Dat waren twee vriendjes. Helaas overleed mijn vader al op 58-jarige leeftijd. Tot de laatste dag waren Sören en ik bij hem. Het is een groot gemis als je je vader zo jong verliest. Vergeten zullen we hem nooit. De naam die ik van hem draag, daar moet niemand aankomen. Ik zing nog steeds zijn repertoire, maar ook jonge artiesten doen dat. Het is mooi dat we dat door kunnen geven.’
Aan Sören heeft Willeke Alberti de mooiste herinneringen qua leven, zo vertelt ze vervolgens. ‘Dat was het leven dat ik leuk vond’, zegt de zangeres, die lang geleden met Lerby in de maling werd genomen door het programma Bananasplit. Plots stond er een telefooncel pal voor het huis waar Lerby en Alberti woonden. ‘Sören liep er helemaal in. Ik dacht zelf meteen: dit is Bananasplit. Dat is wel bijgebleven ja, haha. We kunnen er nu wel heel hard om lachen. Het was hartstikke leuk. Het liet zien wie Sören is: een hartstikke leuke vent en een geweldige vader.’
Ook nu volgt Willeke Alberti het voetbal nog op de voet. Zo ook het nationale elftal van Griekenland, waar schoonzoon Van ’t Schip de bondscoach is. ‘Ik kijk uit naar elke wedstrijd die Johnny doet met Griekenland. Hij en Daniëlle (dochter van Willeke Alberti, red.) wonen in Griekenland. Dat gaat hartstikke goed, al moet je altijd afwachten hoe het verdergaat en of je mag blijven (inmiddels is Van 't Schip gestopt als bondscoach van Griekenland, red.). Voor mij is Johnny de beste trainer van de wereld, haha. Hij is een heel mooi mens: integer, hij gaat voor zijn mensen en de club. Voor nu wonen ze er heerlijk. Ze hebben het er fantastisch, dus er valt niets te klagen.’
Een ander persoon voor wie Willeke Alberti veel bewondering heeft is Ajax-middenvelder Davy Klaassen. ‘Klaassen vind ik een mooi mens. Je gunt het hem ook echt. Ik vind het zo gek dat hij de laatste tijd veel op de bank zit. Hij maakt altijd het openingsdoelpunt. Hij vecht voor zijn team en is op elk plekje te vinden. Mijn zoon Kaj is heel goed bevriend met Davy. We zijn dan ook heel blij dat hij weer terug is bij Ajax.’
‘Mocht altijd met mijn vader mee in een speciale kamer waar ze na afloop een drankje dronken’
Als supporter van Ajax en als voetbalvrouw maakte Willeke Alberti vele mooie momenten mee rondom de Amsterdamse club. Als ze terugdenkt aan die prachtige tijd komt al snel hét doelpunt van Marco van Basten naar boven. ‘De omhaal tegen FC Den Bosch. Dat doelpunt zal ik nooit vergeten. Dat vond ik zo ongelooflijk. Marco is ook een ontzettend aardig mens. Die wedstrijd keek ik in De Meer. En dat vond ik toch ook wel het fijnste stadion waar ik mij heerlijk heb gevoeld.’
Het bruggetje naar Stadion De Meer is dan ook snel gemaakt. Alberti deed er vele herinneringen op. Herinneringen die haar voor altijd zullen bijblijven. ‘Ik mocht altijd met mijn vader mee in een speciale kamer waar ze na afloop een drankje dronken. Er komen nu zoveel herinneringen naar boven. Ik heb een fantastische tijd gehad. Dat voetballen hoort ook zo bij mijn leven, net als mijn vak.’
Alberti kreeg in 1981 een relatie met Lerby. Het tweetal vertrok in 1983 naar Duitsland, waar Lerby ging spelen voor Bayern München. De manier waarop Lerby destijds bij Ajax vertrok, was niet heel leuk. ‘Maar het zijn ook allemaal dingen die ik allang vergeten ben. De liefde voor Ajax is altijd gebleven. Wel is er veel veranderd bij Ajax. Denk aan het vele geld dat nu in het voetbal omgaat. Het is allemaal wat professioneler geworden dan in die tijd. Maar dat is in mijn eigen vakgebied natuurlijk ook. Als je nu beroemd bent, verdien je écht heel veel geld. Daarom vond ik die tijd – waarin het geld nog niet zo’n enorme rol speelde - zo mooi.’
‘Het tijdperk in De Meer is mij het meest dierbaar’
De tijd waarin Alberti vaak bij Ajax kwam, in de tijd van Stadion De Meer, is haar het meest dierbaar. ‘Omdat je toen alles hebt meegemaakt’, zegt de zangeres, die het nieuwe stadion ook steeds meer heeft leren omarmen. ‘Gelukkig heet het nu de Johan Cruijff ArenA. Uiteindelijk staat Ajax er nu weer. Het gaat goed, het bestuur is goed en dat was in die tijd ook. We gaan weer naar de goede tijden’, klinkt Alberti enthousiast, waarna ze uitlegt dat ze blij wordt van het huidige elftal van Ajax. Ze ziet dat er een team staat waarvan de spelers met en voor elkaar strijden. ‘Die aanvoerder ook, Dusan Tadić. Die man straalt zoveel kracht en zoveel warmte voor zijn medespelers uit. En Daley Blind: die heb ik nog geboren zien worden. Wat zal zijn vader trots zijn. Ik heb toen veel kinderen geboren zien worden, in de tijd dat John van ’t Schip bij Ajax speelde en hij met mijn dochter Daniëlle trouwde. Dat was ook weer een fase dat ik vaak meeging en ik erbij kon zijn.’
En het bijzijn van Alberti bij Ajax leek de club geluk te brengen. Als Alberti erbij was, won Ajax de prijzen. ‘Dat zijn mooie momenten geweest’, zegt de Amsterdamse. Ze koestert ook de mensen die ze heeft leren kennen. Veel van die mensen zijn inmiddels helaas overleden en dat levert veel verdriet op. ‘Als je het over Cruijff hebt en je op de beelden ziet hoe goed hij was, merk je het gemis. Het was echt een leuke man. Maar ook Piet Keizer en mijn maatje Wim Suurbier. Wat een lieverd was dat. Echt een leuke man, heel geestig. Hij was ook zo geliefd. Een geweldige speler voor in je elftal en hij was ook een geweldige voetballer.’
Alberti kwam in haar leven ook over de vloer bij andere clubs. Zo leerde ze Sylvia Kieft – de toenmalige vrouw van Wim Kieft - kennen in de tijd dat Lerby bij PSV speelde. ‘Niemand geloofde dat ik het leuk had, maar ik had het hartstikke naar mijn zin. Ik ben ook helemaal niet anti-Feyenoord. Dat gevoel ken ik niet. Ik heb altijd van voetbal gehouden, ook van het Nederlands elftal. Als Oranje speelt, doe ik ook altijd iets Oranje aan. Toen mijn schoonzoon bondscoach was met Marco, zei hij altijd: daar heb je mijn schoonmoeder weer. Ik was altijd helemaal in het Oranje, haha. Dan is het toch een soort van passie van me geworden.’
Afscheidslied over Stadion De Meer met Michael van Praag
In 1996 was het tijd om afscheid te nemen van Stadion De Meer. Ajax ging verhuizen naar de toen zo geheten Amsterdam ArenA, maar niet voordat er afscheid genomen was van het stadion waar Ajax tussen 1934 en 1996 zijn thuiswedstrijden speelde. Dat deed het onder meer met een afscheidslied, gezongen door Willeke Alberti en toenmalig Ajax-voorzitter Michael van Praag. Het liedje De Meer (is niet meer) is nog altijd te beluisteren op kanalen als YouTube en Spotify.
‘Wij waren natuurlijk echte Ajacieden. Michael en zijn vader Jaap (die eerder ook voorzitter was van Ajax, red.) zijn dat natuurlijk ook. Het was bijna familie op de manier hoe wij met elkaar omgingen. Echt een club die bij elkaar hoorde. Toen heeft Michael mij gevraagd of ik dat lied wilde zingen. Ik hoorde het laatst en dat was heel ontroerend. Het was ook droevig om afscheid te nemen van De Meer. Voor veel Ajacieden was het écht hun plekkie. Het stadion van nu is groter en professioneler, dat hoort bij Ajax. Maar het is zo leuk als je nu mensen van toen zit.’
De fans van Ajax, waaronder Alberti, lieten Stadion de Meer definitief achter zich. Maar: de herinneringen zijn nooit verloren gegaan. ‘Ook de herinneringen in het Olympisch Stadion, waar Ajax de grote wedstrijden speelde, staan me goed bij. Ik was overal bij en daarom is dat ook wel echt mijn Ajax-tijd geweest. Mijn vader en broertje horen ook bij die tijd. Wij hebben zo’n ontzettend leuke jeugd gehad, omdat we altijd mee mochten. Naar Ajax, maar ook naar de voorstellingen van mijn vader. Dat blijft je toch bij als kind. En mijn kinderen hebben dat Ajax-gevoel ook. Dat mijn dochter met John van ’t Schip gaat is toch door Ajax gekomen.’
Tante Sien was een soort moeder voor al die spelers
Wie aan het spelershome in Stadion De Meer denkt, denkt al snel aan Tante Sien. Tante Sien, die in 2013 op 77-jarige leeftijd kwam te overlijden, was tussen 1975 en 1994 de beheerster van het spelershome in De Meer. Het spelershome was nog maar net in gebruik toen Tante Sien werd gevraagd ‘de huiskamer’ voor spelers, trainers, overige Ajacieden, maar ook journalisten uit te baten. In de loop der jaren vertelde menig oud-speler van Ajax vol lof over Tante Sien.
Ook Willeke Alberti bewaart warme herinneringen aan Tante Sien. ‘Tante Sien was een soort moeder voor al die spelers. Al die spelers gingen altijd bij haar koffie drinken. Tante Sien deed alles voor die jongens, prachtig. Ik heb haar nog zo voor me’, herinnert Alberti zich. Dat veel mensen uit die tijd van toen er niet meer zijn, zorgt voor een groot gemis. ‘Al die vrijwilligers, die er een leuke sfeer van maakten. Het was altijd gezellig en juist die gezelligheid maakt Nederland zo groot. Als je in het buitenland bent, zie je hoe fijn het eigenlijk in Nederland is. Juist door al die herinneringen, die je vervolgens ook kunt delen met je publiek. In de zorg mag ik veel optreden en dan vind ik het leuk om al die oude verhalen op te halen.’
Na dit jaar stopt Willeke Alberti, bijna 77, met haar theatershow. Afscheid nemen zit er echter niet bij, zo vertelt ze. ‘Ik ben geen Heintje Davids, haha. Zij zei steeds dat ze afscheid nam en toch kwam ze telkens terug. Dus ik zeg niet dat ik helemaal afscheid neem, want ik wil nog wel zo lang mogelijk doorgaan. Optreden voor mensen in de psychiatrie en voor mensen met het syndroom van Down: dat vind ik het leukste om te doen.’
Ajax-repertoire van Willy Alberti en de huidige muziek bij Ajax
Over muziek gesproken: de muziek van de familie Alberti klinkt bij haast iedere Ajax-fan bekend in de oren. Willy Alberti, de vader van Willeke, maakte zelfs meerdere liedjes vóór en over Ajax. Die liedjes zijn allemaal te vinden op Spotify. Denk aan ‘Ga Je Mee, Ga Je Mee Naar Het Ajax Stadion’, ‘Ajax Olé Olé Olé’, ‘Ode Aan Ajax’ of ‘Dat Was Sjakie’.
Naast de typisch Amsterdamse liedjes draait men bij Ajax inmiddels ook hele andere muziek. We kennen de muziek van Bob Marley, maar ook muziek in het house- en hiphopgenre komt geregeld voorbij. ‘De huidige muziek is ook prima’, zegt Alberti, die veel bewondering heeft gekregen voor bijvoorbeeld rapmuziek. ‘Met mijn muziek ben ik ook bij Ali B terechtgekomen. Je gaat wat meer luisteren naar hun teksten. Ik heb zelfs met Kleine Viezerik, een vriend van Ali B, gezongen.’
‘In die tijd gingen de spelers meer voor één club, nu is geld het belangrijkste geworden’
Niet alleen de muziek bij Ajax is veranderd; ook de voetballerij is compleet omgeslagen. Zeker na het Bosman-arrest in 1995 is het geld een ongelooflijk grote rol gaan spelen in het voetbal. Spelers willen nu sneller naar het buitenland, omdat er over de grens nou eenmaal meer te verdienen valt. ‘In die tijd gingen de spelers meer voor één club. Nu is er veel meer geld. Geld is het belangrijkste geworden.’
Alberti legt uit dat ze geld niet het belangrijkste vindt in haar leven. ‘Het belangrijkste vind ik dat je iets doet waar je blij van wordt. En dan maakt het denk ik niet uit bij welke club je speelt: als je er samen maar iets van gaat maken. Dat je iets doet waar jijzelf blij van wordt en waar je andere mensen ook blij mee maakt. Zo langzamerhand weet ik dat je ook tevreden moet zijn met wat je hebt. Ik heb er zelf heel hard voor gewerkt, maar ook naar geleefd. Zo hoop ik zelf nog heel lang werk te kunnen verrichten voor mijn stichting.’
Een bijkomend effect van het vele geld in de voetballerij is de enorme druk die op de schouders van spelers komt te liggen. ‘Hoe is het zo gekomen dat ze zoveel geld waard zijn? In mijn vak gebeurt dat ook en helaas kan niet iedereen dat aan. Je moet sterke benen hebben om je vak te kunnen blijven doen, zodat je er gelukkig van wordt. Als je alles alleen voor het geld doet, ga je er uiteindelijk niet komen.’
‘Dat is eigenlijk altijd het doel van Cruijff geweest’
Ajax is de laatste jaren financieel enorm gegroeid, al is het verschil met de grote clubs in Europa nog altijd enorm. Toch weet de Amsterdamse club in de Champions League uitstekend te presteren. Zo werd in 2019 de halve finale van het miljardenbal bereikt, terwijl onlangs nog de Duitse topclub Borussia Dortmund – dat een veel hogere begroting heeft dan Ajax – twee keer met ruime cijfers werd verslagen.
‘Dat is nog steeds de passie van het voetbal, de trots om bij Ajax te spelen’, vertelt Alberti. ‘En dan ben je al zoveel verder dan menig andere club. Als je als jeugdspeler bij Ajax speelt en dan uiteindelijk bij het grote Ajax mag komen. Zoiets moet je koesteren. En dat is ook eigenlijk altijd het doel van Johan Cruijff geweest. Het is helaas niet altijd zo gegaan zoals hij wilde. We moeten er trots op zijn dat Cruijff bij Ajax was. Hij heeft zoveel gebracht voor de club. Je moet ook sterke benen hebben om al die roem en al het geld te overleven. Je moet het altijd weer waarmaken als voetballer. Ik heb dan ook grote bewondering voor de mensen die zichzelf blijven.’
Bart Veenstra (Twitter: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Lees meer 'Onze Trots':
Deel 1: Jan Roos
Deel 2: JayJay Boske
Deel 3: Viggo Waas
Deel 4: Roue Verveer (AS Kerstspecial)
Deel 5: Sevn Alias
Deel 6: Frank van der Lende
Deel 7: Robert ten Brink
Deel 8: Martin Koolhoven
Deel 9: Sunnery James en Ryan Marciano
Deel 10: Stefano Keizers
Deel 11: Jesse Klaver
Deel 12: Danny Froger
Deel 13: Roue Verveer (AS Kerstspecial + extra)
Deel 14: Klaas van der Eerden
Deel 15: Leo Blokhuis
Deel 16: Jack Spijkerman
Deel 17: Jeroen Spitzenberger
Deel 18: Remy Bonjasky
Deel 19: Kymani Marley
Deel 20: Gregory Sedoc
Deel 21: Rotjoch
Deel 22: DJ Quintino
Deel 23: Diederik Ebbinge
Deel 24: Ron Blaauw
Deel 25: Diggy Dex
Deel 26: Baas B
Deel 27: Herman Koch
Deel 28: Sander Lantinga
Deel 29: Horace Cohen
Deel 30: Thomas Acda
Deel 31: Nicky Romero
Deel 32: Danny Damman
Deel 33: Architrackz
Deel 34: Youp van 't Hek
Deel 35: Yuki Kempees
Plaats reactie