15 mei 2011. Het is een datum die iedere Ajacied kent. Op die dag werd Ajax voor de dertigste keer landskampioen, nadat FC Twente met 3-1 werd verslagen in de kampioenswedstrijd. Het betekende ook dat de Amsterdamse club de derde ster pakte. Aras Özbiliz behoorde dat seizoen tot de A-selectie. Tien jaar later blikt Ajax Showtime samen met hem terug op 15 mei 2011. ‘Het komt altijd terug die derde ster en dat is wel mooi.’
Eerst gaan we terug naar 8 mei 2011. Een week voor de kampioenswedstrijd speelt Ajax de bekerfinale tegen FC Twente. Het elftal van trainer Frank de Boer verliest na verlenging met 3-2. ‘Het was natuurlijk een teleurstelling, omdat we de beker het liefst ook hadden willen winnen. Alleen werd de knop vrij snel omgezet om de kampioenswedstrijd wél te winnen. Die switch was wel snel gemaakt.’
Özbiliz erkent dat de Ajax-selectie wel even een mentale tik kreeg door het verliezen van de bekerfinale. ‘Maar toch waren we er wel snel van hersteld. Dat moest ook wel, want een weekje later speelden we toch weer tegen ze. Daar hamerde Frank de Boer ook wel op. Hij zei dat we niet te lang moesten rouwen.’
‘Meer gezonde spanning, niet echt angst om te falen’
Na de verloren bekerfinale moest de blik op het kampioensduel. ‘Het leefde natuurlijk bij iedereen, omdat we heel lang geen kampioen waren geworden. Er was best wel druk voor die wedstrijd, omdat we ook echt moesten winnen. Dat merkte je wel, want iedereen was supergefocust om ten koste van alles die wedstrijd te willen winnen.’
Binnen de selectie was er logischerwijs ook spanning voor de kampioenswedstrijd tegen FC Twente. ‘Maar meer gezonde spanning, niet echt angst om te falen, maar gezonde spanning om te presteren. Spanning heb je eigenlijk altijd wel, maar in die week was iedereen ultra geconcentreerd. Het was erop of eronder met die wedstrijd. De competitie duurt lang, dus in het begin heb je dat minder, maar tegen het einde aan zit er meer druk op. Daar zijn we denk ik goed mee omgegaan, haha.’
Toen Özbiliz op de dag van het kampioensduel wakker werd, wist hij wat er op het spel stond. ‘Dan denk je: nu kan het echt gaan gebeuren. Ik kom zelf uit Amsterdam en dan gun je het de stad en de fans gewoon. Iedereen hunkerde er zo erg naar, na zeven jaar… Dat is best wel lang voor Ajax. Iedereen wilde het gewoon écht heel graag.’ Dat Ajax dan ook gelijk de derde ster kon pakken, was extra bijzonder. ‘Elk tiende kampioenschap is een ster en het is wel bijzonder om daar deel vanuit te maken. Het gaf wel een extra dimensie, die derde ster.’
‘Dan is het eigenlijk ook best wel genieten’
Recent vertelde Jan Vertonghen dat hij de warming-up vaak heeft teruggekeken op Youtube. ‘Als je wissel bent, is dat natuurlijk net even iets anders’, begint Özbiliz over de warming-up. ‘We wisten dat het stadion al twee tot drie uur van tevoren gevuld was. Je leeft er de hele week al naartoe en als het moment dan daar is, dan is het eigenlijk ook best wel genieten.’
Tijdens de kampioenswedstrijd bleef Özbiliz het hele duel op de bank. ‘Dan krijg je het heel anders mee dan op het veld. Tijdens wedstrijden weet je je op de een of andere manier toch af te sluiten voor het publiek. Maar op de bank is dat anders. Ik weet nog goed dat het hele stadion ging fluiten toen FC Twente de bal had.’ Of de Ajax-bank daaraan meedeed? ‘Hahaha nee, dat nog net niet.’
‘Je hoopt natuurlijk dat je misschien wel in kunt vallen als jonge jongen’, vervolgt de oud-Ajacied. ‘Ik weet nog heel goed dat we een paar wedstrijden daarvoor uit tegen Willem II speelden (1-3 winst, red.). Toen hadden we een hele lastige middag, toen kwam ik erin en gaf ik de assist op Siem (De Jong, red.), waardoor we wel wonnen. Iedereen heeft wel zijn steentje bijgedragen aan het kampioenschap. Als je die wedstrijd niet had gewonnen, dan zou deze mogelijkheid er bijvoorbeeld ook niet zijn geweest.’
‘Ooijer zei tegen me: deze wedstrijd gaan we winnen’
Özbiliz mocht dus niet invallen tijdens de historische wedstrijd. ‘Ik zat naast André Ooijer op de bank. Ik was een jonge jongen en hij was natuurlijk ervaren. Hij zei tegen me: deze wedstrijd gaan we winnen. Zo beleef je het een beetje aan het begin van de wedstrijd. Uiteindelijk win je die wedstrijd, dan is het wel een ontknoping natuurlijk.’
De Ajacieden vieren de 1-0 van Siem de Jong. André Ooijer viert de treffer met Jeroen Verhoeven. Aras Özbiliz staat rechts in het oranje trainingshesje, met nummer 33 op het broekje.
Mede dankzij twee goals van Siem de Jong won Ajax met 3-1 van FC Twente. Landstitel nummer dertig was binnen, net als de derde ster. Özbiliz noemt de festiviteiten na afloop een ‘gekkenhuis’. ‘Er zullen genoeg beelden van zijn, denk ik, haha. Het was een groot feest: champagne, bier. Iedereen sprong in het zwembad. Zelfs de trainer is nog in het zwembad gegooid. Het feest ging gewoon los in het zwembad en in de kleedkamer.’
Na de kampioenswedstrijd volgde er een huldiging op het Museumplein. ‘Dat was toch wel bijzonder. Op dat moment was het echt uniek, ook de weg ernaartoe. Als ik het me goed herinner viel de schaal nog uit de bus, haha. De weg ernaartoe was dus al bijzonder en toen we daar aankwamen, was het één groot feest.’
‘Omdat het de derde ster was, komt het iedere keer terug’
Özbiliz vertelt dat het kampioenschap voor hem persoonlijk heel gek was. ‘Want je bent als kleine jongen echt fan van de club, dan word je een speler van de club. Uiteindelijk komt je droom werkelijk uit door te debuteren en daarna door kampioen te worden. Mooier kan bijna niet. Ik ben nog steeds fan van Ajax. Ik ben altijd blij als Ajax kampioen is.’
Tien jaar later wordt de oud-Ajacied nog altijd herinnerd aan 15 mei 2011. ‘Omdat het de derde ster was, komt het iedere keer terug. Totdat je die vierde ster hebt. Maar ook al is die vierde ster er… Je weet altijd dat je bij de derde ster was. Het is best wel een bijzonder kampioenschap. De 31ste is ook bijzonder, maar de dertigste was wel echt uniek. We kregen ook een mooi horloge van de club, met drie sterren erin. Het komt altijd terug die derde ster en dat is wel mooi.’
‘De hele dag op zich was een dag om nooit meer te vergeten eigenlijk’, vervolgt Özbiliz. ‘Ik heb bij Besiktas ook knotsgekke wedstrijden meegemaakt, daar gaat het er ook heel fanatiek aan toe. Maar ik ben zelf fan van Ajax, dus dan is het toch wel anders. Eens Ajacied, altijd Ajacied hè, haha.’
Niels Opdam (e-mail: n.opdam@ajaxshowtime.com)
Plaats reactie