Vrijdagmiddag vond de boekpresentatie van de autobiografie van Johan Cruijff, Mijn Verhaal, plaats en een van de aanwezigen was Wim Jonk. De oud-Ajacied vertelde in gesprek met Ajax Showtime over het boek, het gedachtegoed van Cruijff en de jeugdopleiding van Ajax.
Allereerst sprak Jonk over de boekpresentatie. ‘Het levert een dubbel gevoel op. Dingen vallen samen, het boek wordt geschreven, iemand wordt ziek en overlijdt. Dus het is heel bedrukkend zo, maar aan de andere kant ook weer mooi dat het er is’, aldus de oud-voetballer, die nieuwsgierig is naar de inhoud. ‘Gezien de vele gesprekken die ik met Cruijff heb gehad, verwacht ik wel veel te herkennen.’
‘We hadden wekelijks contact. Soms ging het over Ajax, soms ook over hele andere dingen zoals zijn foundation. Het was altijd heel interessant, omdat je met iemand kan sparren die alles heeft beleefd. Iemand die op bepaalde manieren tegen dingen aankijkt en voor mij een groot inspirator was. Hij wilde dingen vanuit zijn optiek meegeven. Niet van “je moet dit of je moet dat”, maar “ik kijk er zo naar”. Johan kon natuurlijk ook hard zijn voor mensen, maar was zeker ook iemand die zijn nek uitstak. Hij durfde fouten te maken en maakte ook veel fouten, dat zei hij ook. Maar als je geen fouten maakt, kun je niet leren.’
Gedachtegoed Cruijff
Het is inmiddels meer dan een halfjaar geleden dat Cruijff overleed, maar zijn gedachtegoed zal blijven voortleven. Ook Jonk denkt er zo over. ‘Na de gesprekken met Johan ben ik nu ook met Jordi bezig, want het zou zonde zijn als de hele gedachtegang verloren zou gaan. Ik voel me wel verantwoordelijk om het in stand te houden. Die gedachtes over de speelwijze of de manier van opleiden, of het idee over totaalvoetbal wil je doorgeven.’
Bij de boekpresentatie in Amsterdam was Frank Rijkaard aanwezig, terwijl donderdag in Londen Pep Guardiola sprak. Jonk is zeer te spreken over degelijke oefenmeesters. ‘Rijkaard en Guardiola zijn trainers die op het hoogste niveau veel bereikt hebben. Dat zegt genoeg. Het ligt dicht tegen Johans denkwijze aan, dat is eigenlijk waar het over gaat. Hij deed het vanuit zijn natuur. Als je nu naar Manchester City kijkt of het Bayern München van vorig seizoen, is dat prachtig. Daar stond Johan ook voor, dat mensen met plezier naar het stadion gaan.’
Juist, met plezier naar het stadion gaan. Dat is ook iets wat men in Amsterdam bij Ajax erg belangrijk vindt. Met Peter Bosz beschikt Ajax over een trainer die naar eigen zeggen een enorm liefhebber is van de visie van Cruijff. ‘Hoe ik naar Bosz kijk? Het heeft tijd nodig, dat zei hij zelf ook. Er is zeker vooruitgang te zien. Als je puur kijkt naar creativiteit, het vermaken van mensen, moet dat gekoppeld worden aan winnen. Dat is een mooi proces.'
Veranderingen jeugdopleiding Ajax
Als voormalig hoofd jeugdopleidingen maakte Wim Jonk de Fluwelen Revolutie van dichtbij mee. De Volendammer kijkt nog eens terug naar die tijd en benadrukt zijn visie. ‘Elke verandering vinden mensen moeilijk. Of dat nou in een normaal bedrijf of in een voetbalbedrijf is. Cruijff was iemand die zocht naar nieuwe dingen, wilde innovatief zijn. Soms moest het dan helemaal anders, om mensen uit hun comfortzone te halen. Daarmee haalde hij het beste in de mens naar boven.’
‘Dat vond hij interessant, in dat spanningsveld leerde je het meest. Maar mijn taak was om niet te grote stappen te maken. De omgeving moet wel klaar zijn om bepaalde veranderingen door te maken, dat is een leerproces’, vervolgt Jonk, die het spelen in kleine ruimtes voor de pupillen als een belangrijk speerpunt ziet. ‘Het is ontzettend belangrijk dat het op een goede manier gebeurt, dus ook met de juiste veldafmetingen. De technische vaardigheid moet de basis zijn. Dat geldt bij Ajax ook. Het straatvoetbal terugbrengen in de opleiding. Het spelen in de kleine ruimtes waarbij spelers onder hoge weerstand moeten voetballen. Zodat je spelers verder krijgt dan een 7.’
Performance-trainers
Tijdens de Fluwelen Revolutie viel geregeld te lezen dat Cruijff een voorstander was van performance-trainers, die afkomstig waren uit andere topsporten. Daar zijn er inmiddels veel van vertrokken. De vraag is dan ook hoe performance-trainers uit andere sporten toch voordelig kunnen zijn. ‘Er zijn veel mensen vertrokken, waaronder een aantal performance-trainers. De individuele topsporters zijn inderdaad bijna allemaal weg.'
'Terwijl individuele sporters andere dingen met zich meebrengen. Ze hebben een andere mentale instelling. Iemand die veel gepresteerd heeft in een andere sport kijkt ook anders naar voetbal. Dat vond ik interessant en Johan ook. Een hoogspringer, een atleet of een judoka had altijd maar één kans, dus die hadden een hele andere mentaliteit. Dat probeerden we samen te brengen. En je had te maken met een fysieke component, wat steeds belangrijker wordt. Daarom is ook performance een belangrijk onderdeel van een jeugdopleiding en zeker in Nederland.’
Dat het opleiden van individuen werd verkozen boven het winnen van wedstrijden, wat destijds veel werd gezegd in de media, is volgens Jonk een typisch voorbeeld van simpele beeldvorming zonder begrip van de visie. ‘Dat werd uit zijn verband gerukt. Het individu staat centraal, maar moet wel binnen een team functioneren. Dan kom je bij de speelwijze. Hoe speel je en hoe train je. Dat moet je samenklonteren en zo maak je er kwaliteit van. In een jeugdopleiding moet winnen geen doel, maar een gevolg zijn. Een speler die graag wil winnen, dat is positief. Maar voor een jeugdtrainer mag winnen nooit het hoogste doel zijn. Zijn belangrijkste taak is individuele spelers beter maken.’
Bart Veenstra (Twitter: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxhowtime.com)
Harry Vlug (Twitter: @H_Vlugger | e-mail: harryvlug@gmail.com)
Plaats reactie