Mindset staat centraal bij het Jong Ajax van John Heitinga. De oud-verdediger en ras-Ajacied werkt op De Toekomst dagelijks met de meest talentvolle spelers op de Nederlandse voetbalvelden, maar Heitinga beseft als geen ander dat talent – of potentie zoals hij het zelf liever noemt – alleen niet genoeg is. Hij wordt al sinds zijn dagen als jeugdtrainer door velen geroemd om zijn vermogen om talentvolle spelers beter te maken. Hoewel Heitinga zich die kwaliteit niet wil toe-eigenen, gaat hij wel uitgebreid in op hoe hij als trainer van Jong Ajax te werk gaat. In een exclusief interview met Ajax Showtime geeft hij een kijkje in de keuken.
In de bestuurskamer van De Toekomst neemt Heitinga plaats, nog gehuld in de outfit van de training van eerder die middag. De 39-jarige kent een wisselvallig seizoen met Jong Ajax, dat in de middenmoot van de Keuken Kampioen Divisie (KKD) bivakkeert. Na een paar mooie winstpartijen op eigen grond (op de Toekomst werden De Graafschap en Heracles met respectievelijk 5-1 en 4-0 verslagen, red.) volgde een periode met wisselende uitslagen. Een seizoen eerder wisten de beloften zich nog knap naar de zevende plek te spelen, maar dat heeft volgens Heitinga veel te maken met de leeftijd en ervaring van zijn groep.
‘Vorig jaar had ik een groep die al best wel wat ervaring had in de KKD. Toen was het in het begin van het seizoen puur een kwestie van de juiste houding erin krijgen. Toen we uiteindelijk iedereen op hetzelfde spoor hadden, hebben we denk ik heel aantrekkelijk voetbal gespeeld met een aantal smaakmakers die zich konden onderscheiden.’ Nu werkt Heitinga met een nieuwe groep. ‘Hele jonge spelers met potentie. Dan begint het weer met houding, en vervolgens moet je ze nog klaarstomen voor het betaalde voetbal.’
Ajax O19
De jongere leeftijd en het gebrek aan ervaring van de groep valt deels te verklaren door het wegvallen van Ajax onder 19. De door de KNVB ingevoerde nieuwe opzet, waarbij de O19-competitie vervangen werd door een O18- en een O21-competitie, maakte van de O18 Ajax’ hoogste jeugdteam, met als gevolg dat de stap van de jeugd naar Jong Ajax groter is geworden. Een beslissing waar Heitinga, zelf voormalig coach van Ajax O19, niet heel blij mee lijkt. ‘Je hebt gelukkig het Youth League podium en dat is in principe Ajax O19, zeker met de dispensatiespelers die teams terug kunnen halen.’ Helemaal hetzelfde is het echter niet. ‘Dat stukje O19 is in mijn ogen wel iets wat we missen.’
Om dat laatste te onderschrijven, haalt Heitinga zijn defensie aan. ‘Met Tristan Gooijer, Diyae Jermoumi, Olivier Aertssen en Mateja Milovanovic hebben we vier verdedigers die op jonge leeftijd de stap hebben gezet naar Jong Ajax. Dat is een andere competitie, je speelt tegen volwassen mannen die snel denken. Het is allemaal wat fysieker, dus er wordt ook meer gevraagd in de belastbaarheid. Soms spelen ze ineens drie wedstrijden in één week en het tempo en de intensiteit gaan omhoog’, schetst Heitinga het plaatje van de KKD. ‘Je stapt niet zomaar vanuit de jeugd het betaald voetbal in. Daar komt los van technische vaardigheden veel meer bij kijken.’ Heitinga probeert zijn spelers daarin op meerdere manieren te helpen, bijvoorbeeld in de opstelling. ‘Je gaat ook kijken naar een samenstelling waardoor de ontwikkeling van de speler met potentie sneller gaat.’
Jongens met potentie
‘Potentie’, het is een term die meermaals valt tijdens het interview, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het woord talent. Dat is niet geheel toevallig. ‘Ik praat graag over jongens met potentie’, stelt Heitinga. ‘Heel vaak gaat het over jongens met talent of een toptalent, maar die woorden moeten we eigenlijk parkeren. Ik zou veel liever zien dat we het hebben over jongens met potentie.’ Uit de woorden van de trainer van Jong Ajax komt een visie naar voren waarbij het verwezenlijken van die potentie in jonge spelers centraal staat. Daar komt meer bij kijken dan slechts het hebben van talent.
Heitinga benadrukt ook de uitdaging van de fluctuerende situaties waarin Jong Ajax-spelers terechtkomen. Van met Jong Ajax profvoetbal spelen in Oss, naar bijvoorbeeld met de O18 Youth League spelen in Liverpool. ‘Sommige jongens hebben al behoorlijk wat wedstrijden bij Jong in de benen. Fantastisch, maar ga het dan maar laten zien in de O18. Ga maar laten zien dat je de beste bent.’ Want, zo stelt Heitinga, op het moment dat spelers van Jong Ajax naar de O18 gaan, doen ze dat met bepaalde verwachtingen. ‘Daar wordt meer van jou verwacht dan van de jongens van O18. Je moet daar de kar gaan trekken en onderscheidend zijn.’
Die regel geldt ook voor Ajax 1-spelers die bij Jong Ajax meedoen, stelt Heitinga, die daarbij gelijk op een nieuw punt uitkomt waar zijn spelers mee om moeten leren gaan. ‘Je kunt het hartstikke goed doen, maar als er iemand van 1 terugkomt en die moet spelen, wie speelt er dan niet?’, vraagt de trainer van Jong Ajax retorisch. ‘Dus moet je leren incasseren. En wij hebben nog wel jongens die moeten leren om uit teleurstelling te komen. Die jongens horen heel vaak hoe goed ze zijn vanuit de jeugd’, waarmee Heitinga overigens niet wil zeggen dat die spelers in de jeugd niet met teleurstelling en frustratie te maken krijgen. ‘Maar sommige dingen leer je echt pas in het betaald voetbal, en sommige echt pas bij Ajax 1.’ Op weg daarnaartoe zijn Jong Ajax en de KKD een goed tussenstation. ‘Een mooier podium dan de Keuken Kampioen Divisie ga je voor die jongens niet krijgen.’
Spelers scherp houden
Het moge duidelijk zijn: Heitinga is bij zijn spelers net zo bezig met het mentale aspect, als het voetbaltechnische. Op dat vlak heeft hij, als trainer van de beloftenploeg van één van ’s werelds beroemdste opleidingsclubs, dan ook genoeg te doen. Denk bijvoorbeeld aan Youri Regeer. Samen met Naci Ünüvar ontpopte hij zich vorig seizoen tot dragende speler bij Jong Ajax. Dat werd gaandeweg de jaargang beloond met steeds meer minuten in Ajax 1. Halverwege het huidige seizoen staat de teller wat dat betreft echter nog op nul en komt hij weer regelmatig in actie in Jong Ajax.
‘Het enige wat je zelf in de hand hebt, is datgene wat je hier laat zien. Daar komt ook een beetje geluk bij kijken’, zegt Heitinga daarover. Hij probeert jongens in die situatie dan ook vooral scherp te houden. ‘Het allerbelangrijkste is: als ze de kans krijgen, moeten ze er wel staan. En ze moeten niet te snel ongerust worden’, stelt de trainer. ‘Ik zeg altijd “Je moet net zo hard werken, tot je jezelf niet meer hoeft voor te stellen”. Zodat, waar je ook komt, ze weten wie je bent. Want op het moment dat jij gaat verslappen, word je ingehaald door iemand anders.’
Daarbij is Regeer niet de eerste speler die voornamelijk in Jong Ajax speelt, na al even aan Ajax 1 te hebben mogen ruiken. Bijvoorbeeld Ryan Gravenberch, en vorig seizoen Kenneth Taylor nog, gingen hem voor. Voor de jongens die momenteel in dat schuitje zitten, zijn zij voorbeelden van geduld dat zich uitbetaalt. Heitinga praat dus veel met de spelers over wat er gevraagd wordt om die laatste stap te zetten, al is hij ook voorstander van het proces zijn werk laten doen en de spelers elkaar zelf op te laten zoeken. ‘Dat is het mooie van de Toekomst, ze komen elkaar tegen op het veld of in de gym. Ik kan hen een hoop vertellen, maar als je een keer met het eerste meetraint en je verzaakt en krijgt drie keer een tik van Edson Álvarez op je enkel of je schakelt niet en Daley Blind geeft je een draai om je oren… Sommige dingen leer je pas bij 1.’
Opstelling vs wedstrijdbespreking
Dezelfde principes die Heitinga schetst voor de spelers die op meer minuten in Ajax 1 hopen, gelden een stapje lager ook voor de talenten minder minuten in Jong Ajax krijgen dan ze wellicht hadden gehoopt. Het komt regelmatig voor dat spelers vanuit de hogere jeugdelftallen plots vrij snel in Jong Ajax belanden. Met de aandacht die er bij een opleidingsclub als Ajax al op jonge leeftijd is voor die spelers, klinkt er vanuit de achterban vaak een luide roep om meer speelminuten dan ze daadwerkelijk krijgen. Heitinga haalt daarin echter het grotere plaatje aan. ‘Die jongens moeten er wel klaar voor zijn om in Jong Ajax te spelen. En dat is nog wel eens het stukje waarin we soms onrustig worden.’
In de tussentijd is het voor de spelers wel belangrijk om gefocust te blijven en alles te blijven geven in wedstrijden en op de trainingen. Dat laatste kan voor sommige jongens nog wel eens lastig zijn, vertelt Heitinga. ‘Ik had dit jaar een jongen die in de jeugd altijd alles gespeeld heeft en die tegen mij zei “trainer, ik heb nog nooit op de bank gezeten, ik weet niet hoe ik ermee om moet gaan.” Maar vervolgens op de trainingen op vijftig procent trainen. En dan denk jij dat je komt spelen? Na afloop van de training moeten de spelers van nul tot tien aangeven hoe zwaar de training was en die jongen gaf twee keer een tien, ’s ochtends en ’s middags. Ik zei “ik denk dat jij naar het ziekenhuis moet, want twee keer een tien is niet zo best.”’
Het omgaan met de onrust en teleurstelling van het niet spelen, brengt uitdagingen met zich mee, die Heitinga op eigen wijze probeert te managen. Een voorbeeld daarvan is de wedstrijdbespreking voor het uitduel bij PEC Zwolle. ‘Elke trainer begint dan altijd met de opstelling. Maar wat denk je dat die wisselspelers dan doen? Staan die op aan of uit?’, vraagt de oud-verdediger retorisch. ‘Dus wat we gedaan hebben, ook om die jongens te laten leren, is we hebben de bespreking gedaan, maar de opstelling niet gegeven. Die hebben we pas in Zwolle gegeven.’
‘Ik vind dat we Pierie tekort doen’
In de keuze wie wel of niet speelt, is er bij een grote club als Ajax vrijwel steevast kritiek op de opstelling. Ook bij Jong Ajax, waar in de loop der jaren steeds meer aandacht voor gekomen is. Zo is er dit seizoen het één en ander te doen om Kik Pierie. De verdediger heeft zelf toegegeven nergens op te rekenen vanuit Ajax 1 en zich vooral te focussen op Jong Ajax, om daar weer wedstrijdritme op te doen en zich in the picture the spelen bij eventuele geïnteresseerde clubs. Het idee dat iemand zonder toekomst in Ajax 1 in een ontwikkelingselftal de voorkeur krijgt boven een talent dat nog wel op het eerste hoopt, leidt bij sommigen tot gefronste wenkbrauwen.
Heitinga bekijkt het vanuit een ander perspectief. ‘We kijken ook naar de bijdrage die er geleverd wordt’, stelt hij, doelend op Pieries leeftijd en ervaring ten opzichte van de rest van Jong Ajax. ‘Ik vind dat we Kik tekort doen’, zegt Heitinga dan ook, refererend aan het idee dat hij bij Jong Ajax de ontwikkeling van jeugdspelers in de weg staat. ‘Je kunt het ook anders zien; een iets oudere speler kan anderen ook helpen in hun ontwikkeling.’
‘Je moet je niet vastpinnen op één positie’
Veel jongens die dit jaar vanuit de O18 zijn doorgestroomd, maken een significant deel van hun minuten op andere posities dan ze gewend zijn. Zo staan centrale verdedigers Aertssen en Milovanovic regelmatig op de backposities, terwijl middenvelder Misehouy steeds vaker op linksbuiten of zelfs als valse spits te vinden is. Het heeft meerdere redenen, zo legt Heitinga uit. ‘Ajax 1 is leidend, dus als er iemand van 1 komt, moet die spelen. Dan ga jij (als Jong Ajax-speler, red.) of naar de bank of je moet naar een andere positie.’
Bovendien ziet Heitinga in het spelen op andere posities weer een mogelijkheid om te leren. ‘Toen ik naar de A1 ging, hebben ze me een half jaar als rechtshalf neergezet. Was ik een rechtshalf? Absoluut niet, maar wat gaat het doen met je cognitieve vermogen, balbehandeling, snelheid en de keuzes die je maakt?’ Ook bij Ajax 1 speelde Heitinga niet meteen op de positie die hij in de jeugd bekleedde. ‘Zelf was ik centraal, maar ik ben doorgebroken in het eerste als rechtsback. Dus je moet je ook niet vastpinnen op één positie, want je gaat daar (op de backpositie, red.) ook een betere verdediger worden, omdat je die aanvaller op een andere manier op je af ziet komen.’ Zo is Heitinga dus niet per se van de vaste posities. ‘Betaald voetbal is iets anders dan jeugdvoetbal. Ik hoor vaak “hij is een linksbuiten of hij is een tien”, dat vind ik onzin. Het gaat erom dat je op verschillende posities kan spelen en dat spelers elkaar gaan versterken, zodat hun ontwikkeling sneller gaat.’
Daarnaast spelen tactische overwegingen een rol. ‘Je gaat kijken naar de balans en of ze het volhouden. De eerste helft tegen NAC Breda had Gabriël (Misehouy, red.) het lastig’, vertelt Heitinga over de wedstrijd van eerder dit seizoen, waar Jong Ajax na een kansloze eerste helft in het tweede bedrijf de rug rechtte. ‘Dan ga je wat anders doen, dus hebben we Gabriël in de spits gezet. In de eerste helft werden we op het middenveld overlopen, in de tweede helft ging hij in de punt en we hebben het gezien.’ Aan de hand van uitblinker Misehouy boog Jong Ajax een 0-1 achterstand uiteindelijk om in een 3-1 zege.
Codes kraken
Heitinga noemt zichzelf als trainer veeleisend, maar kijkt, in lijn met het beleid in de jeugdopleiding van Ajax, wel per individu wat er nodig is. ‘Elke speler heeft een code en die code moet je zien te kraken. En hoe meer de speler van mij weet en andersom, hoe beter we elkaar gaan begrijpen en hoe meer we eruit gaan halen.’ Zo bouwde Heitinga met veel van zijn spelers een goede band op. Daarbij kijkt hij trots terug op vorig seizoen. Niet alleen om wat hij en zijn spelers gepresteerd hebben, maar ook om wat daar dit jaar uit voort is gekomen. ‘Niet iedereen gaat Ajax 1 halen, maar als je dan kijkt naar Liam van Gelderen, Nordin Musampa en Nana (Neraysho, red.) Kasanwirjo, die gaan naar Groningen. Of Terrence Douglas, die nu bij Roda speelt, Enric Llansana die naar Go Ahead Eagles is gegaan’, de trainer raakt duidelijk enthousiast als hij praat over zijn oud-spelers.
Het succesvol begeleiden en helpen ontwikkelen van dat soort jongens is waar Heitinga het uiteindelijk voor doet, laat hij duidelijk blijken. ‘De spelers komen voor heel belangrijke keuzes te staan, terwijl ze nog jong zijn. Wat wil je nou? Waarom kom je hier? Wat wil je nu echt?’, aldus Heitinga. ‘Dat is iets waarvoor ik iedere dag met heel veel energie hier naar de club rijd.’
Heitinga geniet duidelijk van het werken met jonge spelers. Jongens met potentie, zoals hij ze zelf dus graag noemt. Hij wordt door velen ook geprezen als een trainer die dat soort jongens beter maakt. Zelf blijft hij echter bescheiden onder dat compliment. ‘Dat moeten anderen zeggen’, is zijn antwoord op de vraag wat hij zelf als zijn grootste kwaliteit ziet, in dat opzicht. ‘Het beste referentiekader zijn mijn spelers.’ Wel geeft de trainer inzage in hoe hij te werk gaat en dat komt, niet geheel verrassend, terug op de band tussen trainer en speler. ‘Ik ben ervan overtuigd dat je daar het meeste uit gaat halen.’
Persoonlijke ambities
Rond Heitinga zelf hangt ook de vraag wat zijn persoonlijke ambities zijn. De trainer is bezig aan zijn tweede jaar Jong Ajax en verlengde onlangs zijn contract tot de zomer van 2025. ‘Ik heb het ontzettend naar mijn zin en ik heb in goed overleg met de club besloten om nog een jaar Jong te doen, omdat ik denk dat dat voor mijn ontwikkeling het beste is.’ De uitdaging voor Heitinga zit hem dan vooral in de vernieuwde omstandigheden waarmee hij bij Jong Ajax komt te werken. In de samenwerking met de staf bij Ajax 1, maar vooral ook in de nieuwe groep spelers waarmee hij komt te werken. ‘Kan ik die weer raken?’
Toch lijkt Ajax 1 voor een trainer van Jong Ajax het logische doel. Zeker als die trainer zoveel binding met de club heeft als Heitinga. Desondanks houdt hij zich op de vlakte. ‘Ik leef in het nu’, aldus Heitinga. ‘Het enige wat ik in de hand heb, is dat ik mezelf zo goed mogelijk klaarstoom. En in de voetballerij weet je nooit of en wanneer je de kans krijgt. Nu is het puur Jong Ajax en dat is waar ik me elke dag mee bezig houd. Daarin staat de ontwikkeling van de spelers centraal.’ Maar, zo stelt Heitinga cryptisch, ‘tegelijkertijd kijk ik ook wel naar mijn eigen ontwikkeling.’
Bademba Barrie (Twitter: @Bademba__Barrie | E-mail: B.Barrie@Ajaxshowtime.com)
Plaats reactie