Bekende Nederlanders en Ajax. Waarom zijn ze fan geworden van de Amsterdamse club en hoe beleven zij de wedstrijden van hun grote liefde? Komen ze vaak in het stadion of kijken ze de wedstrijden liever thuis of in de kroeg? En wat vinden ze eigenlijk van het huidige Ajax? In de rubriek ‘Onze Trots’ gaan we op zoek naar de liefde voor Ajax van de BN’ers. In deel 34 spreken wij met cabaretier en columnist Youp van ‘t Hek.
Menig Nederlander zal Youp van ‘t Hek kennen van de vele voorstellingen die hij als cabaretier al decennia lang geeft. Daarnaast is hij ook bekend van zijn columns die hij schrijft voor het NRC en de VARAgids. En in die columns schrijft Van ‘t Hek ook graag over zijn geliefde Ajax. De club waar hij mee opgroeide en nu, op zijn 67ste, nog altijd trouw volgt.
Van ‘t Hek groeide op in een groot gezin met vijf jongens en drie meisjes. Zijn vader was Amsterdammer. Geboren in de Jordaan. Een deel van het gezin was voor Ajax, een deel voor Blauw-Wit en er was ook iemand bij die voor DWS was. ‘Ik kwam ook wel uit een kakkersgezin, qua hockeyen’, vertelt Van ‘t Hek. ‘Maar mijn vader had altijd wel kaartjes voor de Europacup-wedstrijden van Ajax. Dan heb ik het over Ajax tegen Liverpool, halverwege de jaren zestig. Daar ging ik op mijn twaalfde naartoe.’
Van het hockeyveld als ‘straf’ naar De Meer
Toen Van ‘t Hek vijftien jaar oud was en voor de zoveelste keer bleef zitten, kreeg hij straf van zijn vader. Nou ja, straf… Van 't Hek vond dat zelf helemaal geen ramp. ‘Mijn vader zei dat ik voor straf van hockey af moest, maar voor mij was dat helemaal geen straf. Ik vond dat helemaal niet zo erg’, vertelt de cabaretier. ‘Vanaf mijn zestiende of zeventiende ging ik toen elke twee weken naar Ajax. Dan moest je om 12 uur bij De Meer zijn om een jongenskaartje te kopen. Daar waren er tweehonderd van en zo’n kaartje kostte maar vijftig cent. Die kaartjes werden alleen op de dag van de wedstrijd zelf verkocht.’
De jongere supporters zaten vroeger in Stadion De Meer op Vak F. ‘Later is dat de F-Side geworden, maar wij waren de jongens van Vak F. Ik heb de eerste rellen wel meegemaakt, maar toen ben ik meteen gestopt. Daar was ik veel te netjes voor. Ik ben doodsbang voor vechten, knallen en ruzie. Ik heb toen heel snel een seizoenkaart in Vak L genomen. Dat werd ook wel vak Libanon genoemd, omdat er een penetrante haarscheur in Vak L zat. Ik ben nu 67 jaar oud en ik ga al bijna vijftig jaar naar Ajax.’
Ajax kijken in coronatijd
Voordat de coronacrisis losbarstte ging Van ‘t Hek trouw naar zijn favoriete club. ‘Toen de ArenA werd opgericht, heb ik vier seizoenkaarten genomen. Ik zit er samen met mijn broertje Tom (sportverslaggever, red.) en onze zoons. Mijn zoon gaat al vanaf zijn vijfde naar Ajax’, aldus Van ‘t Hek, die in coronatijd bezoekjes aan de Johan Cruijff ArenA liever overslaat. ‘Dan moet ik allemaal stengels in mijn neus hebben. Ik ben één keer geweest, maar ik doe dat niet nog een keer.’
In de Johan Cruijff ArenA zit Van ‘t Hek ‘schitterend’, zo vertelt hij. ‘Ik zit recht tegenover de spelers in vak 120 en op een schitterende hoogte. We zitten daar prachtig met z’n vieren. Er zitten al jarenlang dezelfde mensen om ons heen. We knikken naar elkaar, groeten elkaar en maken soms een praatje. Het is echt net zo gezellig als vroeger in De Meer.’
In normale tijden gaat Van ‘t Hek naar alle thuiswedstrijden. De uitwedstrijden slaat hij meestal over. ‘Naar Heerenveen - Ajax ga ik wel. Daar is het altijd gemoedelijk. Maar andere stadions sla ik over. Ik ga er namelijk niet naartoe om uitgescholden te worden’, zegt Van ‘t Hek, die in het coronaseizoen vooral samenvattingen heeft gekeken. ‘Zo ernstig dat ik alle wedstrijden live ga kijken is het niet. Daar is mijn huwelijk te goed voor, haha.’
‘Mooiste was die jongensromantiek: denken dat je de wereld aankunt en dan met de Europa Cup thuiskomen’
Met zijn 67 jaar maakte Van ‘t Hek als fan van Ajax behoorlijk veel mooie momenten mee. Vooral de periode in de jaren zeventig maakte indruk op hem. Gevraagd naar zijn mooiste momenten als Ajax-fan begint Van ‘t Hek te vertellen over de eerste Europa Cup-winst van Ajax. ‘Ik was erbij op Wembley. Ik was een jochie en ik had kaartjes kunnen regelen. Dat was een ontzettend gedoe overigens.’
Samen met een vriend reisde Van ‘t Hek via Zeebrugge naar Londen. ‘De wedstrijd was in de avond en we gingen in één keer door. We hebben toen drie dagen niet geslapen, maar dat kan makkelijk als je zeventien jaar oud bent. Het mooiste was die jongensromantiek. Het gevoel dat je de wereld aankunt en met de Europa Cup thuiskomt. Het was ook “wij” en niet “zij”. Dat blijft waanzinnig.’
Van ‘t Hek geeft toe dat hij de periode rond 1995 ook gigantisch vond. ‘Die tijd, met Louis. Toen zijn ze helemaal teruggekrabbeld’, zegt de cabaretier, die uiteindelijk aangeeft dat de eerste periode toch de meeste indruk op hem maakte. ‘Dat komt door de leeftijd. Met een paar jongens doe ik weleens een voetbalquiz. We weten alles uit de tijd dat we zeventien of achttien jaar oud waren. Daarna vervliegt dat. Je hebt een baan, een vrouw, kinderen en dan heb je wel wat anders aan je hoofd. Toen ik achttien was, wist ik zelfs wie de keeper van Helmond Sport was. Nou, dat wil je nu (op mijn leeftijd, red.) niet meer weten.’
Een briefje naar Ajax
Als Van ‘t Hek aan zijn favoriete spelers van Ajax denkt, denkt hij al snel aan spelers als Johan Cruijff, Pieter Keizer en Velibor Vasovic. En aan trainer Rinus Michels. ‘Dat team hangt nu nog in mijn werkkamer. Dat waren schitterende jaren’, zegt Van ‘t Hek. ‘Ik weet ook het adres van Ajax nog: Middenweg 401.’
Dat Van ‘t Hek dat adres nog zo goed weet, is niet zonder reden. Aan de hand van een anekdote blijkt waarom. ‘Als dertienjarig jongetje stuurde ik een briefje naar de Middenweg om Ajax succes te wensen voor het nieuwe seizoen. Ik kreeg ook een briefje terug: Youp, hartelijk dank dat je ons succes hebt gewenst. Mijn moeder vroeg aan mij waarom ik post kreeg van Ajax. Nou, omdat ik ze succes had gewenst. Die tijd kan ik me nog goed herinneren.’
Shows vervroegd voor Ajax
Ook rondom zijn voorstellingen houdt Van ‘t Hek rekening met Ajax. Zo gebeurde het dat Ajax op de dag van een show speelde tegen Tottenham Hotspur in de halve finale van de Champions League. ‘Ik speelde die avond in Utrecht in de stadsschouwburg. De show heb ik toen naar 19.00 uur laten zetten. Daarna hebben we met het publiek op het grote scherm naar Ajax gekeken.’
Na de 0-1 zege in Londen leek Ajax na een 2-0 voorsprong in de rust van het duel in Amsterdam op weg naar de finale, zo zag Van ‘t Hek. ‘In de pauze zat iedereen al een reisje te boeken om naar de finale te gaan. En toen kwam die laatste seconde.’
Net als wel meer Ajax-fans ziet Van ‘t Hek het bereiken van de halve finale van de Champions League in 2019 als een hoogte- maar ook als dieptepunt. Op die manier uitgeschakeld worden is als vanzelfsprekend extreem pijnlijk als Ajax-fan, maar het toont wel aan hoeveel liefde en gevoel je voor een club kunt hebben. ‘Ja, absoluut. Je bent je hele leven lang vergroeid tot een club.’
Van ‘t Hek merkte dat laatste ook op toen hij eens in een skybox in de Johan Cruijff ArenA Zat. ‘Ik wist meteen waarom ik dat niet nog een keer wilde’, vertelt hij. ‘Ik kreeg toen hazelnootparfait aangeboden en precies op het moment dat de ober voor me ging staan om het op mijn bordje te leggen, werd er een doelpunt gemaakt. Ik dacht: zie je wel, dat moet je helemaal niet doen. Je moet gewoon op je stoeltje kunnen zitten en kunnen kijken. Ik houd ook graag dikke afstand naar de club. Als ik een stukje wil schrijven, wil ik dat ook gewoon kunnen schrijven. Dat ik er niet te diep in zit.’
Lucky Ajax in Carré: ‘De hele volle glorie in de zaal en na afloop drinken we een biertje’
Toch heeft Van ‘t Hek in het verleden geregeld dingen voor en met Ajax gedaan. ‘Ik heb opgetreden bij het afscheid van Frank Rijkaard’, vertelt hij onder meer. ‘Bij mij mogen er verder nooit groepen in Carré, behalve Lucky Ajax. Sjaak Swart regelt dat van tevoren. Dan komen ze met honderd man. De hele volle glorie zit dan bij mij in de zaal en na afloop drinken we een biertje. Dan gooien we een aparte foyer open en daar zit dan heel oud-Ajax. Dat vinden zij leuk en ik vind het leuk.’
Van ‘t Hek vertelt bovendien dat hij goed contact heeft met Swart. ‘We bellen elkaar weleens over iets leuks of grappigs. Of we bellen elkaar als er iemand jarig is. Hij is zijn boek persoonlijk bij komen langsbrengen. En met Bennie Muller schrijf ik weleens een stukje. Dat zijn spelers uit mijn jeugd. Idolen? Ja, het zijn voor mij absolute helden. Sjaak zei een keer dat hij in Carré niet zo goed had gezeten. Toen zei ik: als je zag waar ik in De Meer stond, zou ik maar snel mijn mond houden als ik jou was. Ik stond altijd te leunen aan een leuning om de wedstrijd te kunnen kijken.’
‘De Meer viel bijna uit elkaar, maar het was er wel heel gezellig’
Hoe anders is dat nu in de Johan Cruijff ArenA. Een stadion waar de Ajax-supporter van alle gemakken wordt voorzien. ‘In het begin moest ik wel wennen in de ArenA. Ik snap heel goed dat het groter moest. De Meer viel immers bijna uit elkaar, al was het daar trouwens wel heel gezellig. De ArenA was in het begin ook geen Ajax-stadion’, doelt Van ‘t Hek onder meer op de eerdere kleuren van de stoeltjes in het stadion.
Inmiddels ziet de cabaretier dat de Johan Cruijff ArenA wél een echt Ajax-stadion is geworden. ‘Het heeft ook de naam van Johan gekregen en we zijn eraan gewend. Het kan nu eigenlijk ook niet meer anders. Ik snap dat het voetbal verandert, al snap ik van sommige dingen ook weer niets. Het is zelfs zo dat als je niet eens zo heel goed bent, je alsnog vier miljoen euro per jaar verdient. Daar krijg je weleens de slappe lach van. In het voetbal gaat het nu om zulke idiote bedragen, die voor normale mensen niet te bevatten zijn. Vroeger zaten de spelers ook te kaarten in de bus. Dat was gezellig. Nu zitten ze met hun koptelefoon op in hun eigen wereldje.’
Van ‘t Hek wil echter geen ‘ouwelullenpraat’ houden. Het voetbal is nou eenmaal veranderd, net als de hele wereld, zegt hij. Gevraagd naar zijn helden noemt Van ‘t Hek onder meer John Heitinga. ‘Dat is zo een leuke gozer. Heitinga is een voetballer die er elke wedstrijd voor honderd procent voor ging. Dat vind ik leuk om te zien. Dat had je vroeger ook met andere spelers die hun tanden erin zetten. Denk aan Johan Neeskens, Nico Reijnders en Wim Suurbier. Die hadden ook een bepaald soort humor. Ik houd wel van die jongens.’
‘Het verzamelen en alles volgen is wel leeftijdsgebonden’
Van het huidige Ajax is Van ‘t Hek erg gecharmeerd van Davy Klaassen. ‘Hij “jast” altijd lekker door’, zegt hij. Toen Van ‘t Hek klein was, keek hij naar het elftal uit de jaren zeventig. ‘Dat waren de jaren! Jezus man, verschrikkelijk was dat hoe écht Ajax was. Ik volgde echt alles samen met mijn broertje. We keken echt alles en we volgden ook alles wat zij deden. We lazen Voetbal International en al die bladen. Op een gegeven moment houdt het wel op. Het is leeftijdsgebonden.’
Een enorme shirtjesverzamelaar is Van ‘t Hek nooit geweest. Wel had hij tijdens een Ajax-wedstrijd altijd een rood-wit sjaaltje om. ‘Maar ik heb nog nooit een Oranje-pak gedragen en ik geloof dat mijn vrouw ook onmiddellijk van mij gaat scheiden als ik met een rood-wit-blauw vlaggetje op mijn wang thuiskom. Of met een juich-cape van de Wibra. Die schijnt wel beter te zijn dan die van de Jumbo. Als ik dat thuis zou doen, kan ik mijn huwelijk wel opzeggen, haha. Ik zie vaak de beelden van die supporters en ik vind het dan heel lief, maar ik word er ook enorm lacherig van. Ik ga liever gewoon voetbal kijken.’
‘Bij Ajax kent iedereen me echter inmiddels wel, dus dan spreekt bijna niemand me meer aan’
In het stadion wordt Van ‘t Hek als vanzelfsprekend geregeld herkend. Toch wordt hij bijna nooit aangesproken, zo vertelt hij. ‘Ze weten toch wel dat ze dan een rare opmerking naar hun hoofd geslingerd krijgen’, grapt hij. ‘Maar als mensen met mij op de foto willen, dan ga ik met ze op de foto. Dat gaat sneller dan een foto weigeren. Als je gaat uitleggen dat je er geen zin in hebt, ben je eindeloos bezig. Bij Ajax kent iedereen me echter inmiddels wel, dus dan spreekt bijna niemand me meer aan.’
Van ‘t Hek maakt er geen geheim van dat hij voor Ajax is, al weet hij ook dat hij moet optreden in steden als Rotterdam. ‘Als ik in Rotterdam speel, weet men ook wel dat ik Ajacied ben. Ik maak weleens een grapje over Feyenoord. Ja, ook in het seizoen dat Feyenoord kampioen werd. Gelukkig gebeurt dat niet zo heel vaak. Dat vonden die mensen prima. Mijn publiek maakt dat niet zoveel uit.’
Van andere cabaretiers weet Van ‘t Hek dat Theo Maassen een groot PSV-fan is. ‘En dat hij af en toe een schaal jat. Dat moet hij ook vooral doen, want zo vaak hebben ze die niet. Bij ons zou hij het veel drukker hebben, haha. Dan zou hij hard moeten werken’, aldus Van ‘t Hek, die niet met andere cabaretiers aan het grappen is over de voetballerij.
Met Pieter van den Hoogenband naar Ajax - PSV
Wel gaat hij altijd naar Ajax - PSV met voormalig topzwemmer Pieter van den Hoogenband. ‘Als het Ajax-PSV is, gaat hij met mij mee. En bij PSV-Ajax neemt hij mij en mijn broertje mee. Daarna gaan we een hapje eten en is het enorm gezellig. Dat doen we al bijna tien jaar en het is enorm gemoedelijk. Ik heb ook een paar Rotterdamse vrienden die met mij mee naar Ajax-Feyenoord gaan.’
De haat tussen Ajax, Feyenoord en PSV kent Van ‘t Hek niet. Ook de mensen met wie hij omgaat, kennen die haat niet zo. ‘Bij ons heeft dat nooit gespeeld. ‘Je bent gewoon voor Ajax en verder niet fanatiek (richting andere clubs toe, red.). Ik heb er nooit om gevochten of ruzie om gemaakt. Ik maak er weleens een grapje over tegen iemand in een Rotterdams café. Het is ook maar voetbal’, zegt Van ‘t Hek, die wel weet dat er genoeg mensen zijn die heel fanatiek zijn. ‘Maar je hebt ook mensen die naar SBS6 kijken. Of mensen die Linda de Mol leuk vinden. Dat is allemaal goed. Die mensen moeten er ook zijn.’
Op avontuur met David Endt
Iemand met wie Van ‘t Hek heel goed kan opschieten, is voormalig Ajax-teammanager David Endt. ‘Wij hebben heel vaak samen Ajax gekeken’, zegt hij. ‘David en ik zijn ook vijf of zes keer naar de derby in Milaan tussen Internazionale en AC Milan geweest. Dan gingen we samen met mijn zoon en een paar vrienden. Dat waren prachtige reisjes. David heeft mijn zoon vroeger ook voorzien van allemaal prachtige shirtjes van Van der Vaart en Eriksen. David regelde dat altijd voor mijn zoon als hij jarig was. Hij heeft ze ook nog allemaal, prachtig!’
Waar Endt een groot Internazionale-fan is, was Van ‘t Hek altijd voor AC Milan. ‘Omdat de Nederlanders daar speelden, maar ook een beetje om David te pesten’, vertelt hij met een knipoog. ‘Ik houd niet zo van gezamenlijke gezelligheid in het vliegtuig. Ik ben altijd voor een beetje strijd van tevoren. Dat maakt het gezelliger’, zegt Van ‘t Hek, die een keer met Endt in het kantoor van Inter is geweest. ‘Dat was fantastisch. Zo een grote club en dan zo’n enorme puinhoop in het kantoor. Er slingerde nog wat Europacups. Ik vond dat zo leuk. Ik werd daar zo vrolijk en zo blij van.’
Van ‘t Hek is vooral fan van Ajax, al gaat hij ook graag naar wedstrijden in het buitenland. ‘Ik heb een zwak voor Liverpool. En ik ben ook een keer met mijn zoon naar Manchester United - Arsenal geweest, in de tijd van Louis van Gaal. Met mijn zoon ben ik ook een paar keer naar FC Barcelona - Real Madrid geweest. Ik houd er wel van om met wat mensen wedstrijden te bezoeken in het buitenland. Dan koppelen we er wel een museumpje of een goed restaurantje aan vast.’
‘Die jongens bij Ajax maken ook heel veel sfeer’
Van ‘t Hek kan genieten van de sfeer in buitenlandse stadions, maar ook de sfeer in de Johan Cruijff ArenA wordt steeds beter. ‘Ik vind ook dat die jongens bij Ajax heel veel sfeer maken. Nu zitten ze vaak met z’n allen weer bij elkaar in het vak. Het is gewoon voetballen en het mag ook wel een ordinair tintje hebben. Dan mag er ook herrie gemaakt worden in een stadion. Daar houd ik wel van.’
Tot slot vertelt Van ‘t Hek wat Ajax nou echt voor hem betekent in zijn leven. ‘Ajax is een leuke koppeling tussen mij en mijn vrienden, mijn broertje en mijn zoon. Het is gewoon leuk. Het is leuk om voor Ajax te zijn. Ik vind het in het buitenland gewoon leuk om het over Amsterdam en Ajax te hebben. Ik vind de historie leuk en ik vind het erg als ze verliezen. Ik vind het altijd leuk als er een beetje rotzooi is. Het is gewoon grappig.'
Fotograaf hoofdfoto: Bob Bronshoff
Melle Goekoop (e-mail: m.goekoop@ajaxshowtime.com)
Bart Veenstra (Twitter: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Lees meer 'Onze Trots':
Deel 1: Jan Roos
Deel 2: JayJay Boske
Deel 3: Viggo Waas
Deel 4: Roue Verveer (AS Kerstspecial)
Deel 5: Sevn Alias
Deel 6: Frank van der Lende
Deel 7: Robert ten Brink
Deel 8: Martin Koolhoven
Deel 9: Sunnery James en Ryan Marciano
Deel 10: Stefano Keizers
Deel 11: Jesse Klaver
Deel 12: Danny Froger
Deel 13: Roue Verveer (AS Kerstspecial + extra)
Deel 14: Klaas van der Eerden
Deel 15: Leo Blokhuis
Deel 16: Jack Spijkerman
Deel 17: Jeroen Spitzenberger
Deel 18: Remy Bonjasky
Deel 19: Kymani Marley
Deel 20: Gregory Sedoc
Deel 21: Rotjoch
Deel 22: DJ Quintino
Deel 23: Diederik Ebbinge
Deel 24: Ron Blaauw
Deel 25: Diggy Dex
Deel 26: Baas B
Deel 27: Herman Koch
Deel 28: Sander Lantinga
Deel 29: Horace Cohen
Deel 30: Thomas Acda
Deel 31: Nicky Romero
Deel 32: Danny Damman
Deel 33: Architrackz
Plaats reactie