Youri Baas wil na een goed seizoen bij NEC vol voor zijn kans bij Ajax gaan. De linksback, die in Nijmegen vaak als linksbuiten speelt, heeft ondanks de stoelendans op zijn positie geen spijt van zijn keuze om een seizoen verhuurd te worden. Ajax Showtime zocht hem op in Nijmegen.

Het is deze woensdag een spannende dag voor Nederland. De landelijke verkiezingen staan namelijk op de agenda en dat is ook te merken in De Goffert, het stadion van NEC. Het is een komen en gaan van stemmende Nijmegenaren in het café van het stadion, waar wij om een andere reden aanwezig zijn. De ochtendtraining en de lunch zitten er net op als Baas aanschuift voor een gesprek over zijn keuze voor NEC, zijn loopbaan tot nu toe en de kansen in de toekomst bij Ajax.

Al redelijk vroeg in de transferperiode maakte Baas op huurbasis de overstap naar NEC. Hij heeft het naar zijn zin in Nijmegen, zo vertelt hij. ‘Ik woon in de buurt, op zeven minuten rijden van de club. Niet in de stad, maar dus wel vlakbij de club. Toen ik bij Ajax speelde, woonde ik ook al op mezelf. Eerst heb ik op mijn vijftiende in een gastgezin gewoond. Dat was even wennen en liep niet helemaal lekker, waardoor ik het jaar erna met mijn opa en oma in een appartement ging wonen. Dat heb ik twee jaar gedaan en toen heb ik zelf een appartement gekocht’, zegt Baas.

De linksback groeide op in Oostvoorne, een dorp ten zuidwesten van Rotterdam. Als vijftienjarige was het dan ook geen doen om elke dag op en neer te reizen. ‘Zonder file waren we dan al een uur en tien minuten onderweg. Dan zat je om zeven uur ‘s ochtends al in de auto en stond je op de terugweg in de middag in de file. Uiteindelijk heb ik een appartement gekocht in Almere, op twintig minuten van Ajax vandaan’, zegt de verhuurde Ajacied, die even wordt afgeleid door een man aan de bar in het café. De man, overduidelijk NEC-fan, is op een positieve manier luidruchtig en was ons ook al opgevallen. Baas kan er wel om lachen: ‘Ja, hem kennen we wel, haha.’

Je speelde in de jeugd van Excelsior en komt uit een dorp dat net onder Rotterdam ligt. Waar Feyenoord meer voor de hand ligt, maakte jij juist de overstap naar Ajax. Hoe kwam dat tot stand?

‘Ik werd bij Ajax uitgenodigd toen ik bij het Nederlands elftal speelde. Volgens mij speelden we tegen Engeland. Op die lijst was het dus Ajax, Feyenoord, PSV, AZ én Excelsior. Dat was wel apart. Naar aanleiding van die wedstrijd heeft Ajax mij toen uitgenodigd. Ajax was voor mij altijd de grootste club van Nederland. Nee, van Feyenoord heb ik zelf niets gehoord.’

'Bij Ajax blijven ze maar pushen om het maximale uit jezelf te halen'

Bij Ajax kwam je binnen op je vijftiende. Merkte je een verschil met je nieuwe teamgenoten die er sinds de jongste jeugd al speelden?

‘Ik weet wel dat ik in mijn eerste seizoen de eerste maanden wel moeite had. Bij Excelsior trainde ik vier keer per week en bij Ajax train je twee keer per dag en soms wel drie keer met krachttraining. Dat was wel even anders. Het waren ook lange dagen met de combinatie van school erbij. In het begin was dat even aanpassen. Gelukkig kende ik wel veel jongens al van Oranje, dat scheelde. En qua niveau kon ik ook redelijk snel mee.’

Wat maakt de jeugdopleiding van Ajax zo uniek volgens jou?

‘Ik denk dat de lat bij Ajax gewoon heel hoog ligt. Als je het goed doet bij je eigen team, word je naar een hoger team gepromoveerd. Daar wordt dan nog meer van je gevraagd, ook lichamelijk. Ze blijven maar pushen om het maximale uit jezelf te halen.’

Is de jeugdopleiding van Ajax ook een ‘harde’ wereld?

‘Ja, ze zijn ook wel hard geweest, hoor. Dat vormt je ook wel als mens. Ik kom zelf uit een rustig dorp en bij Ajax heb ik geleerd dat je zelfstandig moet zijn en dat als je iets wil, dat je je mond moet opentrekken. Anders lopen ze over je heen. Het is ook meer van: je moet je mannetje staan. Het is niet zozeer dat trainers over je heen lopen, maar ook je teamgenoten. Als een andere linksback wel gas geeft en bij de trainer aangeeft dat hij zich wil verbeteren op het gebied van passen, verdedigen of koppen en jij doet dat niet, gaan ze wel met hem aan de slag en niet met jou. Je moet dus ook zeker initiatief tonen.’

'Dave Vos is vooral tactisch heel goed, dat merkte ik in de jeugd al'

Je hebt bij Ajax meerdere trainers meegemaakt. Van welke trainer heb je het meest geleerd?

‘Dave Vos, denk ik. Hij was ook degene die mij naar Jong Ajax heeft gehaald, toen hij assistent was onder Van der Gaag. Dat is een goed moment geweest. Het was in de coronaperiode, dus het jeugdvoetbal lag toen stil. Vos zei toen tegen Van der Gaag: het is goed als je hem erbij neemt. Daarnaast heb ik in de jeugd veel van hem geleerd. Of hij een toekomstige trainer voor Ajax 1 is? Ik denk het wel. Hij is vooral tactisch heel goed. Dat merkte ik in de jeugd al. Het constant hameren op bepaalde zaken. Daar was hij gewoon heel goed in. Ik vond het sowieso heel fijn om met hem te werken en ik vind ook dat hij mij enorm heeft geholpen in mijn persoonlijke ontwikkeling.’

Hoe kijk je nu terug op de periode waarin je stap voor stap naar het eerste van Ajax ging?

‘Uiteindelijk ga je naar Ajax met het doel om in de ArenA wedstrijden van het eerste te spelen. Het is mooi dat ik dat pad heb bewandeld en dat ik het heb gehaald. Bij mij is het ook altijd stapsgewijs gegaan, niet met enorm grote sprongen. Of ik een verschil merk tussen de Keuken Kampioen Divisie en de Eredivisie? Het gaat vooral sneller.’

'Martínez was echt constant met mij bezig'

Wie maakte het meest indruk op jou toen je mee ging trainen met de A-selectie?

‘In het begin iedereen wel. Ik weet nog wel dat ik de eerste trainingen meestal tegenover Antony (nu Manchester United, red.) stond. Hij had wel een paar trucjes in huis, laat ik het zo zeggen, haha. Hij is zo technisch. Vorig seizoen stond ik vaak tegenover Kudus. Een gruwelijke speler. Heel sterk. Als je hem vier schoppen geeft, staat hij binnen een seconde weer op. Ik heb dat echt nog nooit gezien.’

Van welke spelers heb je nog meer veel kunnen leren?

‘Van Dusan en Daley, maar ook van Lisandro Martínez. Hij was echt goed, zo… Vooral in het verdedigen en het positioneren was hij constant met mij bezig. Hij speelde centraal en ik linksback, dus hij was constant bezig met vooruit verdedigen en naar de zijkant toe. Dat was heel goed voor mij. Vorig seizoen had ik veel met Calvin Bassey te maken. Verdedigend was hij misschien wel de beste van het veld. Hij had misschien wat meer moeite met het Ajax-spel, maar hij was beresterk in het verdedigen, sterk in de één-tegen-één, hij was snel, dus wat betreft heeft iedereen zijn kwaliteiten bij Ajax. Je kunt van iedereen wat leren.’

Jij debuteerde vorig seizoen in de uitwedstrijd tegen FC Utrecht (0-2 winst). Hoe kijk je terug op je debuut?

‘Dat was onverwacht. Daley viel uit en toen ging het best snel. Ik ging warmlopen en ik werd gelijk geroepen. Maar het was leuk en het is lekker dat je de wedstrijd wint, dat is ook wel fijn tijdens je debuut. Ik moet wel zeggen dat je er op het moment zelf niet echt over nadenkt. Het is meer van: je doet je ding. Of ik zenuwen had? Ook niet echt. Het ging snel, dus ik kon er ook niet echt lang over nadenken.’

Je speelde uiteindelijk tien keer mee in Ajax 1, waaronder ook de pijnlijke 1-6 tegen Napoli.

‘Dat was pijnlijk. Napoli is een geweldige ploeg en we werden volledig overklast en overlopen. Die nederlaag is echt een flinke klap geweest. Helemaal omdat het in eigen huis was. Het ging de hele wereld over. Het grote Ajax dat met 1-6 verloor in eigen huis. Het is daarna niet per se als een kaartenhuis in elkaar gezakt, maar het was wel een flinke klap.’

Merkte je een verschil qua sfeer in de groep daarna?

‘Ik denk dat als je wint en je veel kampioenschappen op rij verovert de sfeer goed is. Je wint wedstrijden, het publiek is positief en je zit in een flow. Als het minder loopt, ga je dingen veranderen en als dat ook niet goed uitpakt, heeft dat wel invloed op de sfeer.’

Nog altijd achter verhuur aan NEC

Wanneer wist je dat je verhuurd wilde worden?

‘Ik denk dat dat eind vorig seizoen was. Het was meer: ik sprak erover met de mensen die belangrijk zijn binnen Ajax. Wat is het beste voor de club en voor mij? Uiteindelijk hebben we besloten om meters te maken in de Eredivisie. En daar sta ik nog altijd achter. Je weet nooit of je gespeeld had als je was gebleven, maar ik sta er nog altijd achter om dit seizoen in Nijmegen te spelen.’

Hoe kwam je transfer naar NEC tot stand? Het klopt dat Sparta ook interesse had?

‘Sparta en NEC hadden interesse. Uiteindelijk heb ik voor NEC gekozen. Ik had al contact met de trainer (Rogier Meijer, red.). Zelfs toen ik op vakantie was, kreeg ik berichten van hem. Het zat gewoon goed. Ik ben hier gekomen, heb een rondleiding gekregen in het stadion, het voelde goed en toen heb ik de keuze gemaakt. Bij Sparta had ik wel weer thuis kunnen wonen, maar ik zit nu hier en Nijmegen is ook een leuke stad.’

Nijmegen is natuurlijk een studentenstad. Stappen voetballers tegenwoordig nog veel? Immers: als jij als voetballer nu een avondje gaat stappen, staat dat al snel op social media.

‘We zijn allemaal mensen. Als je in een interlandperiode in het weekend vrij bent en je gaat een avondje naar de kroeg, moet dat kunnen. Ik ben zelf geen drinker, maar het gebeurt nog wel. Zelf drink ik tijdens het seizoen helemaal niet, hooguit alleen tijdens mijn vakantie in de zomerstop. Het niveau is hoger, er wordt meer van je gevraagd en verwacht en als je dan welke week de kroeg induikt… Je lichaam herstelt dan minder snel.’

Bij Ajax hebben dit seizoen heel wat spelers als linksback gespeeld, maar eigenlijk heeft geen enkele van al die spelers een vaste basisplaats. Hoe kijk je naar die situatie?

‘Ik weet niet wat er tijdens de trainingen gebeurt, maar wat je zegt klopt: ze hebben er drie of vier die er kunnen spelen en de ene week is het die en de andere week weer die. Het is een feit dat ze zoekende zijn. Voor volgend seizoen: zolang er geen vaste linksback is, zijn er altijd kansen. Er kunnen nog spelers vertrekken en er kunnen ook nog spelers komen. Met Ajax heb ik nog niet gesproken over het plan voor volgend seizoen. Ik wil lekker wedstrijden spelen bij NEC en dan zien we volgend seizoen wel wat er gaat gebeuren. Nee, met Ajax heb ik weinig contact. Wat ik daarvan vind? Tsja, wat moeten ze zeggen? Uiteindelijk beslissen de trainers hier wat ik moet doen.’

Bij NEC niet alleen linksback, maar ook linksbuiten

Bij NEC speel je niet altijd als linksback, maar ook geregeld als linksbuiten. Hoe vind je dat?

‘Ik denk dat het goed is voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Je komt in nieuwe situaties en je krijgt de bal op andere posities. Voor in de toekomst focus ik mij sowieso op de linksbackpositie. Bij Ajax speelde ik overigens ook vaak hoog of aan de binnenkant. Dan kom je als linksback ook vaak uit als linksbuiten of op tien.’

Waar jij al vroeg in de transferperiode vertrok bij Ajax kende de club een enorm turbulente transferzomer. Hoe heb jij dat meegekregen?

‘Sinds ik wist dat ik hierheen ging, heb ik mij er eigenlijk niet mee beziggehouden. Er is natuurlijk heel veel gebeurd, maar ik heb daar nu niet heel veel mee te maken. Er was heel veel negativiteit in de media en daar word je niet beter van. Dus ik was gewoon lekker met NEC bezig.’

Je vertelde al dat je het naar je zin hebt bij NEC. Hoe snel heb jij een band gekregen met deze club?

‘Ik denk dat als je hier zes dagen per week komt, er mensen langs het trainingsveld staan die vragen hoe het gaat en er mensen zijn die je aanspreken in de supermarkt je wel een gevoel creëert. Ik bedoel: de Goffert is een hartstikke leuk stadion, de mensen zijn top en luidruchtig. Daar krijg je gewoon een gevoel bij en dat kan ook best snel gaan.’

Is het gevoel al zo goed dat je denkt: ik zou hier ook best willen blijven?

‘Ik heb het erg naar mijn zin in Nijmegen en voel me hier thuis. Echter, in principe ga ik gewoon terug naar Ajax. Er is ook geen optie tot koop. Het plan is om gewoon terug te keren bij Ajax. Ik ga ervan uit dat ik gewoon meedraai in de voorbereiding. Hier bij NEC wil ik ervaring opdoen en dan wil ik voor mijn kans gaan bij Ajax. Mijn doel is natuurlijk nog steeds om te slagen bij Ajax.’

Kenneth Taylor

Zondag spelen jullie tegen Ajax. De club draait de laatste tijd iets beter, maar echt goed staan ze er nog niet voor. Hoe kijken jullie naar die wedstrijd? Is dit de kans om een keer van Ajax te winnen?

‘Kijk, elke tegenstander is te pakken, haha. Ik ben niet per se gebrand om het tegen Ajax extra te laten zien. Elke wedstrijd ga ik gewoon volle bak, of het nou tegen Ajax, FC Twente of FC Volendam is. Voor mij is het persoonlijk wel leuk om tegen ‘oud’-teamgenoten te spelen. Wie ik nog weleens spreek? Dat is dan vaak bij Jong Oranje en dan heb je het over Hato of Taylor bijvoorbeeld.’

In welke rol vind jij Taylor het beste?

‘Hij kan op tien spelen, maar ook op acht of op zes. Ik vind Kenneth creatief, met bijvoorbeeld steekpasses of loopacties. Als hij wat hoger op het veld zou spelen, zou hij zich meer thuis voelen. Dat zie je ook bij Jong Oranje. Daar staat hij op tien en komt hij vaker rond de zestien. Hij kan met zowel links als rechts schieten. Misschien moet hij nog wat vaker schieten, maar zo is hij altijd al geweest. Dan denkt hij dat er iemand nóg beter voor staat. Maar hij heeft een lekkere trap met links en rechts. Het is een geweldige speler. Iedereen heeft weleens een mindere periode, maar misschien komt dat ook wel omdat het team wat minder goed draait.’

Zondag speelt Baas met NEC in De Goffert tegen het Ajax van onder meer Taylor en Hato. De wedstrijd in Nijmegen begint zondagmiddag om 14.30 uur. NEC staat op dit moment op plek veertien in de Eredivisie, al zou de club nog een plek of vijf kunnen stijgen als het de gestaakte wedstrijd tegen AZ winnend weet af te sluiten. Met nog een minuut of vijf te gaan verdedigt NEC daar op 6 december een voorsprong van 1-2.

Bart Veenstra (X: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Roemer Smid