Richard Witschge heeft het prima naar zijn zin als assistent-trainer bij Ajax. In een interview met Het Parool vertelt hij over wat zijn rol nou precies inhoudt. Daaruit blijkt dat zijn werk als assistent net wat anders is dan bij de reguliere assistent-trainer.
Witschge, tussen 1986 en 2003 (met een onderbreking van vijf jaar) actief als speler in Amsterdam, werkte enkele jaren geleden als techniektrainer bij Ajax, totdat Erik ten Hag hem een keer meevroeg op trainingskamp. 'Met een groep van 25 spelers gingen ze op trainingskamp. Hij wilde werken met de eerste achttien, de vraag was of ik met die andere zeven kon trainen', legt hij uit. 'Daarna vroeg hij of ik er vast bij wilde komen. Alfred Schreuder, die nu de hoofdtrainer is, was toen een van de andere assistenten.'
De 53-jarige oud-prof is naar eigen zeggen geen typische assistent-trainer. Hij staat vooral tussen de spelersgroep en de trainer in. 'Met de spelers ben ik goed. Als ik daar iets hoor over de trainer probeer ik dat op een tactische manier aan hem over te brengen.' Dit gebeurt ook andersom, wanneer hij van de trainer iets over een speler of de spelersgroep hoort.
Witschge: 'Er is maar één club in Nederland'
Witschge ziet zichzelf min of meer als een cultuurbewaker binnen de staf van Ajax. De oud-international heeft immers tientallen jaren ervaring als Ajacied, als zowel jeugdspeler, prof en staflid. 'Ik heb Johan Cruijff nog meegemaakt als trainer, ik begrijp hoe het Ajax-dna in elkaar zit, wat voor spel wij willen spelen. Michael Reiziger, de andere assistent, loopt hier ook al lang rond. Alleen is hij wel meer jaren weggeweest dan ik.'
Ajax is dan ook de enige Nederlandse club waar Witschge naar eigen zeggen zou kunnen werken. 'Ik heb altijd gezegd: er is maar één club. In Nederland heb ik ook nooit voor een andere club gespeeld. Ik zou wel in het buitenland kunnen werken, dat is iets anders.'
Plaats reactie