Als kind mocht Louis van Gaal van zijn familie niet gaan spelen voor Ajax. De voormalig middenvelder wist in het verleden een keer zevenmaal te scoren tegen Ajax, maar een overstap naar de profclub zat er als junior van amateurclub SV De Meer niet in, zo vertelde hij afgelopen zaterdag tijdens NH Sportcafé.

'Ik ben de jongste van negen kinderen', begint Van Gaal te vertellen over zijn jeugd. 'Al mijn broers voetbalden bij SV De Meer dat toen een rooms-katholieke vereniging was, en mijn zus turnde er. Onze vader nam ons op zondag mee naar het eerste, mijn oudste broer speelde in dat team.'

Van Gaal zou het eerste elftal van SV De Meer ook halen en werd er zelfs kampioen. Toch had hij als jong talent ook naar Ajax kunnen gaan. 'Ajax wilde mij in een eerdere periode reeds hebben. Met de B1 (onder 17) oefenden we een keer tegen de B4 van Ajax. We wonnen met 9-1 en ik scoorde zeven keer. Maar ik mocht de overstap niet maken van mijn familie. Ajax was namelijk geen rooms-katholieke club.'

Hij mocht dan wel niet bij Ajax spelen, maar hij ging er wel vaak kijken. Dat deed hij samen met Leo van Vuuren, tegenwoordig voorzitter van SV De Meer. Ze sprongen over een slootje om vervolgens het stadion binnen te glippen. 'Bij het slootje springen haalde Louis de overkant, ik niet altijd. Ik belandde in de sloot', grapt Van Vuuren, waarna Van Gaal besluit: 'Ik kreeg van mijn moeder een kwartje mee voor Ajax, maar ik hoefde op deze manier geen kaartje te kopen en kon het geld voor iets anders gebruiken.'

Uiteindelijk zou Van Gaal als senior wel bij Ajax tekenen, maar in het eerste elftal speelde hij nooit een minuut. Als trainer kende hij grote successen met de Amsterdamse club. Onder meer de UEFA Cup én de Champions League werden onder zijn leiding gewonnen.