Kenneth Taylor speelt liever als 'nummer acht' bij Ajax dan als controlerende middenvelder. Tegen sc Heerenveen (2-4) kwam hij in actie op de eerstgenoemde rol en dat past beter bij hem, zo stelt de Ajacied op de persconferentie na afloop van de wedstrijd. Wel benadrukt de twintigjarige middenvelder dat hij met liefde op elke positie speelt waarmee hij zijn team kan helpen.

Taylor stond in Friesland weer aan de aftrap, daar hij vorige week tegen NEC Nijmegen op de bank begon. 'De trainer heeft een keuze gemaakt en deze uitgelegd, dus daar heb ik dan mee te dealen. Deze wedstrijd heb ik dan weer de kans gekregen om te laten zien waarom ik moet spelen.'

Hij gaf zijn visitekaartje af door te scoren, de 1-4 vlak na rust. Hij pikte de bal op, liep er even mee en schoot vervolgens van afstand raak. Hij eiste het leer bewust op. 'Ik zei tegen hem (Jurriën Timber, red.) 'ik, ik, ik' en toen pakte ik de bal. Hun verdedigers twijfelden ook wie 'm ging pakken. Ik ging er langs, schoot op doel en met een beetje geluk ging de bal erin.'

Dat hij die goal kon maken kwam mede door zijn rol als 'nummer acht', waarin hij meer ruimte heeft op het middenveld. Hij vindt dat ook zijn beste positie, al geeft Taylor aan het niet erg te vinden om als controleur te spelen als dat moet. 'Ik speel liever dertig wedstrijden slecht op die positie en word dan kampioen dan alles goed spelen (op 'acht', red.) en vervolgens geen kampioen worden. Ik wil altijd het team helpen. Al zet je me als rechtsback neer.'

Waarom Taylor liever wat hoger op het middenveld speelt, kan hij goed uitleggen. 'Ik ben een speler die graag loopt en op 'zes' moet je echt voor de verdediging blijven en simpel spelen. Ik vind het fijner om meer vrijheid te hebben in mijn keuzes.'

Simpele rekensom geeft Taylor hoop op titel

Zondag staat de Klassieker op het programma, een wedstrijd die Taylor met veel vertrouwen tegemoet gaat. Wint Feyenoord zondagavond van FC Volendam, dan staat Ajax drie punten achter op de aartsrivaal. Taylor heeft er vertrouwen in dat hij en zijn ploeggenoten in mei met de kampioenschaal staan. 'Als wij alles winnen, zijn wij kampioen. Klinkt heel simpel, maar dat is het natuurlijk niet. Maar zo is het natuurlijk wel.'