Op een veld gevuld met internationale sterren als Paolo Maldini, Romario en Gennaro Gattuso zegt Jaap Stam zaterdagavondavond in Zwolle vaarwel tegen de voetbalwereld. De 36-jarige Kampenaar stopte halverwege het afgelopen seizoen bij Ajax abrupt met profvoetbal. "Het machtige lijf deed niet meer wat het hoofd wilde. Ik dreigde vooral tegen mezelf te gaan voetballen. Het hield op, het was klaar.''
Veel oud-voetballers hebben grote moeite om na hun carrière een nieuw leven op te bouwen, maar Stam heeft dat probleem niet. "Niemand die me vertelt wat ik moet aantrekken of moet eten", vertelt de oud-verdediger in de zaterdageditie van Het Parool. "In het begin is voetbal alles, dan ga je er totaal in op. Als je een gezin gaat stichten, worden andere dingen belangrijk. Ik heb altijd gezegd: als ik stop, dan draai ik me om en zal ik niet omkijken. Dat is uitgekomen."

''Je mist echter toch een bepaalde inspanning", vervolgt de oud-international. "Om het bij te houden ben ik wat wezen trainen op een loopband. Maar om tegen zo'n wand van een sportschool aan te koekeloeren, da's dus niks voor mij. Ik ren hier soms door de omgeving, maar mijn manco is: ik kan het niet rustig aandoen, bij een ronde van vijf kilometer is het meteen weer een kwestie van: hard er tegenaan."

Bij sportclub Hoonhorst traint Stam nu tweemaal in de week. Na de zomer treedt hij aan bij de veteranen, in het vijfde elftal. ''Een beetje spielerei is het, de jongens doen heel gewoon, een voordeel van Hoonhorst, daar nemen ze je zoals je bent. Als ik ergens anders heenga, ben ik direct weer Jaap Stam, dan staan ze je allemaal aan te gapen."