Na iedere gespeelde wedstrijd door Ajax is er voldoende om over te praten. Wellicht was het aanvalsspel flitsend, of klopte het tactisch plan perfect bij de tegenstander. Daarachter liggen tal van statistieken, die iets zeggen over zowel de individuele prestaties als over het geheel. Ook de 1-2 overwinning op sc Heerenveen leverde weer interessante statistieken op.

Tijdens het uitduel in Friesland schoot Ajax achttien keer, waarvan er zes op de goal gingen. Zes schoten gingen niet op het doel van sc Heerenveen en zes schoten werden geblokt. Dertien schoten waren binnen het zestienmetergebied, terwijl er vijf keer van buiten de zestien werd geschoten door Ajax. Het elftal van Erik ten Hag creëerde twee grote kansen tegen sc Heerenveen, waarvan er één mis ging.

In het Abe Lenstra Stadion hadden de Amsterdammers 62% balbezit. Ajax verstuurde 567 passes tijdens het duel. Van die passes kwamen er 451 aan bij een teamgenoot, een passnauwkeurigheid van 80%. Tijdens de afgelopen duels wist Ajax een hogere passnauwkeurigheid te halen. Tegen ADO Den Haag (89%), Young Boys (uit, 81%), PEC Zwolle (87%), Young Boys (thuis, 87%) en FC Groningen (84%) was Ajax nauwkeuriger. Tijdens de uitwedstrijd in de KNVB Beker had de ploeg van Ten Hag een passnauwkeurigheid van 82% tegen sc Heerenveen.

Rensch heeft hoogste passnauwkeurigheid

Devyne Rensch begon tegen sc Heerenveen op het middenveld. Volgens sommige analisten was de Ajacied onwennig op zijn nieuwe positie. Uit de statistieken blijkt dat hij van alle basisspelers de hoogste passnauwkeurigheid had. Hij verstuurde 52 passes en daarvan kwamen er 46 aan bij een medespeler. Dat is een passnauwkeurigheid van 88%. Onder andere Nicolás Tagliafico (85%), Lisandro Martínez (84%), Ryan Gravenberch (83%) en Edson Álvarez (83%) hadden een lager percentage dan Rensch. Mohammed Kudus viel na 71 minuten in en had een passnauwkeurigheid van 100%. Hij had dertien succesvolle passes.

Álvarez en Martínez spelen veel lange ballen 

Tijdens het duel met sc Heerenveen vormden Martínez en Álvarez het centrale duo bij Ajax. Wat opvalt is het hoge aantal lange ballen dat zij speelden. Álvarez speelde elf keer een lange bal, waarvan er vijf aankwamen bij een medespeler. Martínez gaf veertien lange ballen en daarvan kwamen er zeven aan bij een teamgenoot. Tegen ADO Den Haag stonden beide spelers ook in het hart van de defensie, maar toen speelden zij samen negen lange ballen. Toen was het Daley Blind, die op het middenveld speelde, die de lange ballen gaf. Blind speelde toen vijftien lange ballen, waarvan er elf aankwamen. Tijdens het uitduel met Young Boys speelden Álvarez en Martínez allebei drie keer een lange bal, ook toen vormden zij het centrale duo.

Haller volgens statistieken man van de wedstrijd

Tegen sc Heerenveen scoorde Sébastien Haller het winnende doelpunt, maar verder leek hij toch onopvallend. Toch is hij volgens de statistieken de man van wedstrijd. Zijn passnauwkeurigheid was niet erg hoog (61%). Maar van zijn 31 passes waren er drie key passes. Alleen Dusan Tadić gaf meer key passes (vier). De Ajax-spits ging 24 duels aan in Heerenveen. Hij won elf van die duels. Van de zeventien duels op de grond won hij er negen. In de lucht won hij twee van zijn zeven duels. Verder ging Haller zes dribbels aan, waarvan er vijf succesvol waren.

Niels Opdam (n.opdam@ajaxshowtime.com)