Markus Rosenberg had in zijn tijd bij Ajax geen goede relatie met trainer Henk ten Cate. Dat vertelt de Zweedse oud-Ajacied in gesprek met Voetbal International. Rosenberg spreekt verder ook over de druk bij Ajax en zijn concurrent Klaas-Jan Huntelaar.

'Na dat eerste jaar ging ik naar het WK 2006 in Duitsland', begint Rosenberg. 'Ik sloot daardoor als een van de weinigen iets later aan bij de selectie van de nieuwe trainer Henk ten Cate. Ik was er eigenlijk zeker van dat ik het rugnummer 11 zou krijgen als linksbuiten, maar dat kreeg ik niet. Ik voelde al snel dat er iets niet helemaal klopte.'

De Zweed vertelt dat hij in zijn eerste seizoen bijna alles speelde onder Danny Blind. 'Ten Cate en ik hadden geen goede relatie, om eerlijk te zijn. Waarschijnlijk uitte ik mezelf op die leeftijd ook niet op de beste manier. In de volgende transferwindow kwam Werder Bremen en ben ik die kant opgegaan. Het was in die tijd een stap hogerop.'

'Zag ook wel dat hij een betere nummer 9 was voor Ajax'

In zijn tijd bij Ajax voelde Rosenberg druk, zo vertelt hij nu. 'Ajax haalde me voor veel geld en voor een spits maakte ik niet zo veel doelpunten. Het hielp wel dat ik in een ander Europees land met een leeftijd van 22 een heel jonge speler was geweest, maar bij Ajax was dat niet het geval. Wesley Sneijder was de ster van onze ploeg, maar hij was nog jonger dan ik. Hij nam veel druk van de schouders van andere spelers af.'

'Weet je wat het is? In Zweden kun je winnen of verliezen, maar in Nederland zien jullie voetbal echt als een zaak van leven of dood', vervolgt de oud-spits. 'In de winter haalde Ajax Klaas Jan Huntelaar erbij en verhuisde ik naar de linkerkant.' Daar liep het naar eigen zeggen beter voor Rosenberg. 'Het was geen probleem voor me, omdat ik ook wel zag dat hij een betere nummer 9 voor Ajax was. Bij hem was iedere kans een goal. Ik had veel meer mogelijkheden nodig.'