Davy Klaassen pakte woensdagavond zijn vijfde landstitel met Ajax. De middenvelder kende een seizoen waar hij een langere tijd genoegen moest nemen met een rol als reserve, waar hij zelf niet vrolijk van werd. Uiteindelijk kijkt hij wel goed terug op het kampioenschap en zijn rol daarin.
'Soms is het heel lastig. Wekelijks een kwartiertje spelen, daar word ik niet vrolijk van', vertelt Klaassen eerlijk tegen het Algemeen Dagblad. Reserve of niet, uiteindelijk scoorde mister 1-0 ook dit seizoen een aantal belangrijke doelpunten. 'Ik weet niet hoe het komt dat ik zo vaak scoor als het er écht om gaat. Ik loop heel vaak voor niets. Toch blijf ik gaan. Als de bal komt en je staat er niet, word je gek.'
'Teamgenoten vragen weleens of ik een magneet in mijn lichaam heb', zegt Klaassen lachend. 'Als je op dertig meter van het doel blijft, scoor je nooit. Zonder een bepaalde gretigheid kun je het niet in de vingers krijgen. Hoe vaker je loopt, hoe meer instinct je kweekt van waar de ballen vallen.'
Ziek van Benfica
Klaassen was naar eigen zeggen 'goed ziek' van het verloren duel tegen Benfica. De middenvelder kan er slecht tegen als hij vindt dat Ajax de betere ploeg is. 'Tegen Benfica waren we zoveel beter, zonder heel grote kansen te creëren, maar dan is het na één kutbal over. Dan ben ik goed ziek, ook omdat het, met alle respect, Benfica is. Schaamte? Ja, misschien ook een klein beetje.'
Maar de knop ging om bij de Amsterdammers en alles werd op alles gezet om de titel te halen. 'Alles moest wijken voor de titel. Ik ben niet één of andere politieagent hier, maar de titel mislopen doordat we minder doen, laat ik niet gebeuren. We hebben vorig jaar gezien hoe mooi het is, maar ik heb meegemaakt dat we het op de laatste speeldag verspeelden tegen De Graafschap. Ik word er nog ziek van als het erover gaat. Dat weegt zwaarder dan wat je wel wint, omdat het gevoel dat je daar iets hebt laten liggen altijd blijft.'
Uiteindelijk staat Ajax 'gewoon' weer met de schaal, en kan Klaassen met een goed gevoel terug kijken naar het seizoen. 'De schaal zorgt voor het goede gevoel en je kunt denk ik beter aan het eind dan aan het begin belangrijk zijn voor het team. Mijn bijdrage was denk ik ook groot aan het eind. Dat geeft voldoening, al wil je alles spelen. Die drang moet elke speler hebben en die heb ik komend seizoen ook weer.'
Plaats reactie