Wim Kieft kijkt met een warm gevoel terug op zijn samenwerking met Leo Beenhakker bij Ajax, zo laat hij blijken bij Tussen de Palen op Ziggo Sport. De voormalig trainer van de club hield Kieft al in de jeugdopleiding in de gaten en gunde hem enkele jaren later zijn debuut in Ajax 1.

'Ik kwam Leo Beenhakker tegen toen ik een jaartje of vijftien, zestien was. Hij werd hoofd jeugdopleiding en was trainer van de A1', aldus de oud-spits van Ajax. 'Ik speelde een categorie eronder en hij haalde me er steeds bij. Dat ging hartstikke goed en het ging in mijn ontwikkeling steeds beter. Op een gegeven ogenblik werd hij trainer van het eerste en toen zei hij op een gegeven ogenblik: je moet mee met het eerste.'

'Het is een heel aimabele man. Hij was geïnteresseerd', geeft Kieft aan. 'Ajax was een vrij hard milieu, heel onpersoonlijk. Hij nam altijd de moeite om geïnteresseerd te zijn in je. Dat wil nog niet zeggen dat je daardoor beter gaat voetballen, maar ik vond hem een prettige man en ik gedijde daar wel in.'

Uiteindelijk was het ook Beenhakker die de aanvaller de kans gaf om zijn debuut te maken in de hoofdmacht van Ajax. Kieft weet het nog als de dag van gisteren. 'Ik moest op zaterdag meetrainen en toen zei hij na de training: ga even tegen je moeder zeggen dat je met het eerste mee moet. Zeg ook maar meteen tegen je moeder dat je meedoet, dan weet je dat ook alvast. Dan kun je nu zenuwachtig zijn en hoef je het morgen niet meer te zijn. Ik was een paar maanden zeventien en bloednerveus.'

Zenuwen bij Kieft

'Ik speelde tegen Sparta met Van Gaal, Dick Advocaat en René van der Gijp speelde toen al', weet Kieft nog. 'Ik dacht: laat ik vooral zorgen dat ik niet faal, dus laat ik me maar zo veel mogelijk verstoppen. Ik was een heel afhankelijke speler, zeker in die jaren. Ik dacht: ik moet het nu niet anders gaan doen dan dat ik anders doe. Hoe je je verstopt? Door je niet aan te bieden. Ik voelde heel veel druk.'