Urby Emanuelson geniet ervan om jonge talentvolle voetballers te helpen. Dat vertelt de huidig assistent-trainer van Jong Ajax in een interview met Het Parool. In het interview vertelt Emanuelson hoe hij in het trainersvak terecht is gekomen.

'Ik kwam terug naar Nederland, naar FC Utrecht', vertelt Emanuelson, die daarvoor avonturen beleefde en zijn buitenlandse periode afsloot bij Sheffield Wednesday. 'Daar (bij FC Utrecht, red.) merkten we dat spelers naar me toe trokken, ze wilden van alles vragen. Zo ben ik erin gerold, ik merkte dat ik ervan genoot om jonge voetballers te helpen.'

'Klaas-Jan Huntelaar werkte bij Ajax, het viel hem op dat het goed ging', gaat Emanuelson verder met zijn verhaal. 'Vorig jaar hebben we gepraat en sinds dit seizoen zit ik bij Jong Ajax. Ik ben blij om weer onderdeel te zijn van de club', aldus de voormalig aanvallende linksback, die de vraag krijgt of hij hoofdtrainer wil worden. 'Dat is op dit moment niet mijn ambitie. Ik wil proberen zo veel mogelijk spelers naar het eerste elftal te helpen', zegt Emanuelson, die bijvoorbeeld Ar'Jany Martha veel heeft geholpen.

Spelers van Ajax tegenwoordig veel mondiger

Tussen Emanuelson en de nieuwe generatie zit vijftien jaar. De oefenmeester ziet flinke verschillen. 'Ze zijn veel mondiger dan ik was', zegt hij. 'Je moet het zo zien: in ieder jeugdteam zitten maximaal vijf spelers die het eerste elftal kunnen halen, meestal nog minder. Je moet voor jezelf opkomen, je plek opeisen. Iedereen wil naar Ajax 1, maar dat lukt alleen de sterksten. Toen ik bij het eerste elftal kwam, zaten daar oudere spelers zoals Jaap Stam en Edgar Davids. Daar zette ik echt geen grote mond tegen op. De trainers waren mannen als Marco van Basten en Ronald Koeman. Daar durfde ik al helemaal niet brutaal tegen te praten.'

Inmiddels zijn de spelers van nu mondiger. Emanuelson laat het weten aan de hand van een voorbeeld. 'Jongens als Gabriel Misehouy en Amourricho van Axel Dongen zijn aanvallers. Ik speelde vroeger als verdediger. Zij roepen dan: "Als ik tegen jou had gevoetbald, in jouw prime, zou ik het je moeilijk maken hoor." Ik ben ook grootgebracht met branie, maar het was echt ondenkbaar dat ik zoiets zou zeggen tegen Ronald Koeman. Zij hebben dat zelfvertrouwen wel. Dat is een groot verschil.'